Organisatie | Wormerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beheersverordening begraafplaatsen Wormerland 2014 |
Citeertitel | Beheersverordening begraafplaatsen Wormerland 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Uitvoeringsvoorschriften behorende bij de beheersverordening begraafplaatsen Wormerland 2014
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-12-2014 | nieuwe regeling | 25-11-2014 Gemeenteblad 2014, 69081 | - |
De raad der gemeente Wormerland,
gelezen de voordracht van burgemeester en wethouders;
overwegende dat het gewenst is om regels vast te stellen voor het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaats(en);
gelet op artikel 90 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende Beheersverordening begraafplaatsen Wormerland 2014
HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
De verordening verstaat onder:
begraafplaats(en) : de begraafplaatsen van de gemeente Wormerland voor zover niet in particulier beheer.
particulier graf : een graf, grafkelder of urnengraf daaronder begrepen, waarvoor aan een
natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
algemeen graf : een graf waarbij geen uitsluitend recht is verleend;
bandengraf: een bandengraf is een particulier graf met afwijkende afmetingen;
particulier urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
- het doen verstrooien van as;
particuliere urnennis : een nis, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
urn : een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;
asbus : een bus ter berging van as van een overledene;
verstrooiingsplaats : een plaats waarop as wordt verstrooid;
grafbedekking : gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf, een verstrooiingsplaat of gedenkplaats;
gedenkplaats : een plaats ingericht om overledenen te gedenken;
college: college van burgemeester en wethouders van Wormerland;
beheerder : de ambtena(a)r(en) die door het college belast (is) zijn met de dagelijkse leiding en administratie van de begraafplaats(en);
rechthebbende : de rechthebbende op een particulier graf
stoffelijk overschot: lijk als bedoeld in artikel 2 eerste lid onder a van de Wet op de lijkbezorging.
HOOFDSTUK 3 VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING
Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het stoffelijk overschot binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.
Artikel 8 Over te leggen stukken
Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 17, tweede lid.
HOOFDSTUK 4 INDELING EN UITGIFTE DER GRAVEN
Artikel 10 Indeling graven en asbezorging
Het college kan bij nader vast te stellen regels bepalen hoeveel stoffelijke overschotten en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de particuliere graven en hoeveel verstrooiingen van as er op of in de particuliere graven kunnen plaatshebben. Zij bepalen tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de particuliere graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.
Artikel 13 Termijnen particuliere graven
Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats(en) zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van minimaal tien en maximaal twintig jaar het recht op een particulier graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particulier graf is uitgegeven.
Het voor bepaalde termijn verleende recht wordt op verzoek, mits gedaan binnen 2 jaar voor het verstrijken van de termijn als bedoeld in het eerste lid, telkens verlengd, met dien verstande dat de het college kan bepalen dat een periode van verlenging niet korter is dan vijf jaar en niet langer is dan twintig jaar.
Artikel 14 Overschrijving van verleende rechten
Het recht op een particulier graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Na het overlijden van de rechthebbende kan het particuliere graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Bij op aanvraag gewenste overschrijving op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant geldt dat meerdere aanvragen op datum van ontvangst worden afgehandeld. Overschrijving ten name van een ander dan de in de vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
De gemeente is niet aansprakelijk voor schade, die bij de uitvoering van de in het vorige lid bedoelde werkzaamheden aan grafversieringen ontstaat buiten de schuld van het gemeentepersoneel. Voor schade aan grafbedekkingen, beplanting of anderszins, door welke oorzaak ook ontstaan, stelt de gemeente zich nimmer aansprakelijk.
Niet-blijvende beplantingen op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende twaalf weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe tevoren een mondelinge- of schriftelijke aanvragen heeft ingediend bij de beheerder.
Artikel 19 Verwijdering grafbedekking
Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd op een op het te ruimen graf te plaatsen bordje door het college bekend gemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende bij het college bekend is. In dat geval maken zij aan hem uiterlijk een jaar voor het genoemd tijdstip per brief hun voornemen bekend.
Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij het college ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende drie maanden ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 20 was verleend. De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.
Artikel 20 Onderhoud door de rechthebbende
Indien de rechthebbende nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende drie maanden ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
Artikel 21 Onderhoud door de gemeente
De gemeente is niet aansprakelijk voor schade, die bij de uitvoering van de in het vorige lid bedoelde onderhoudswerkzaamheden aan grafversieringen ontstaat buiten de schuld van het gemeentepersoneel. Voor schade aan grafbedekkingen, beplanting of anderszins, door welke oorzaak ook ontstaan, stelt de gemeente zich nimmer aansprakelijk.
HOOFDSTUK 6 RUIMING VAN GRAVEN, URNENGRAVEN EN URNENNISSEN
Artikel 22 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
Het voornemen van het college om een algemeen- respectievelijk particulier graf te ruimen wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het betreffende graf geruimd zal worden op een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbenden respectievelijk rechthebbenden gebracht, tenzij het adres van de belanghebbende dan wel rechthebbende op het graf aan hen bekend is. In dat geval maakt het college het voornemen tot ruimen uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief bekend, tenzij door een rechthebbende reeds afstand is gedaan van het recht.
De rechthebbende op een particulier graf, kan bij de beheerder een aanvraag indienen om deze overblijfselen te doen verzamelen omdeze elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een particulier urnengraf of urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.
De rechten en verplichtingen met betrekking tot particuliere graven die voortvloeien uit de ingevolge artikel 26 ingetrokken verordening, worden geacht ingevolge deze verordening te zijn ontstaan.
Hij die handelt in strijd met de artikelen 3 en 4 kan worden gestraft met een geldboete van de eerste categorie.
Deze verordening treedt op een nader door het college te bepalen dag in werking, met ingang van welkedatum de bestaande beheersverordening begraafplaatsen, vastgesteld op 12 september 2007 en in werking getreden op 1 januari 2008, vervalt.
Deze verordening treedt in werking acht dagen na bekendmaking.