Organisatie | Regionale Belasting Groep |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Besluit van het dagelijks bestuur van de Regionale Belasting Groep houdende uitvoeringsregels betreffende proceskosten en wegingsfactoren in de bezwaarfase van belastingzaken Uitvoeringsregels proceskostenvergoeding bezwaarprocedures Regionale Belasting Groep |
Citeertitel | Uitvoeringsregels proceskostenvergoeding bezwaarprocedures Regionale Belasting Groep |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-03-2017 | 01-01-2017 | artikel 4, hoofdstuk III | 23-02-2017 | . | |
23-01-2013 | 01-01-2017 | nieuwe regeling | 10-01-2013 Blad gemeenschappelijke regeling, 22-01-2013 | 10.01.13-6 |
Het dagelijks bestuur van de Regionale Belasting Groep;
Gelet op de artikelen 7:15 en 7:28 van de Algemene wet bestuursrecht;
vast te stellen de uitvoeringsregels proceskostenvergoeding en wegingsfactoren in de bezwaarfase van belastingzaken Regionale Belasting Groep (uitvoeringsregels proceskostenvergoeding bezwaarprocedures RBG).
II. Beoordeling „verwijtbare onrechtmatigheid” als bedoeld in de artikelen 7:15 en 7:28 in verband met de vergoeding in fiscale procedures van kosten van bezwaar in het kader van de Wet WOZ
Artikel 2 Fouten in de tenaamstelling
Fouten in de tenaamstelling zijn nimmer verwijtbaar onrechtmatig, mits:
III. Toepassing van de wegingsfactoren BPB in verband met de vergoeding in fiscale procedures van kosten van bezwaar
Artikel 7 Inwerkingtreding en citeertitel
De uitvoeringsregels voor de toepassing van wegingsfactoren in fiscale procedures, zoals die zijn vastgesteld op 7 januari 2010 door het dagelijks bestuur van de Regionale Belasting Groep, worden ingetrokken op de datum van inwerking van deze uitvoeringsregels, met dien verstande dat zij van toepassing blijven voor de belastbare feiten die zich hebben voorgedaan voor 1 januari 2013.
Vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van de Regionale Belasting Groep d.d. 10 januari 2013.
Het dagelijks bestuur van de Regionale Belasting Groep,
directeur, voorzitter,
H.B. Sigmond drs. A.J.B. van der Klugt
Een vergoeding van de kosten als bedoeld in artikel 7:15, tweede lid, van de Awb kan betrekking hebben op kosten van “de beroepsmatige derde”. Het bedrag van dergelijke kosten wordt vastgesteld door aan de verrichte proceshandelingen punten toe te kennen overeenkomstig de lijst A in het BPB en die punten te vermenigvuldigen met € 218,-- per punt en met de toepasselijke wegingsfactoren. Het BPB kent wegingsfactoren die variëren van zeer licht (0,25), licht (0,5), gemiddeld (1), zwaar (1,5) tot zeer zwaar (2). De uitkomst dient in overeenstemming te zijn met de bewerkelijkheid en de gecompliceerdheid van de zaak en de daarmee verband houdende werkbelasting van de rechtsbijstandverlener.
Het bestuursorgaan heeft de bevoegdheid om in uitvoeringsvoorschriften vast te leggen op welke wijze de wegingsfactoren worden gehanteerd. Dit beleid heeft betrekking op de wijze waarop de wegingsfactoren worden gehanteerd in het kader van de Wet WOZ.
In beginsel dient iedere zaak afzonderlijk te worden beoordeeld naar aard, belang en ingewikkeldheid en omvang van de in het kader van de verleende rechtsbijstand te verrichten werkzaamheden. Daarom kan worden afgeweken van de berekening van het bedrag van de kostenvergoeding. De volgorde is nu als volgt: het bedrag van de kostenvergoeding wordt in beginsel vastgesteld met inachtneming van het BPB en dit beleid. Voor de vaststelling van de toe te passen wegingsfactoren, wordt uitgegaan van vaste regels die zijn neergelegd in deze uitvoeringsregels. Onder bijzondere omstandigheden kan hiervan worden afgeweken. Gedacht kan worden aan uitzonderlijk ingewikkelde bezwaarschriften, bijvoorbeeld waarbij gebruik is gemaakt van bedrijfswaardeberekeningen opgesteld door financiële specialisten.
Vergoeding taxatierapport WOZ-zaken
In zijn arrest van 13 juli 2012 is de Hoge Raad ingegaan op de wijze waarop met de vergoeding van taxatiekosten in WOZ-procedures moet worden omgegaan. In het arrest droeg de Hoge Raad de gerechten op om te komen tot beleid voor een uniforme toepassing van bij de vaststelling van een vergoeding te hanteren uurtarieven. Dit beleid is blijkens de uitspraak Hof Amsterdam 8 november 2012, nr. 11/00923, LJN: BY2756 (Haarlem) inmiddels vastgesteld.
De gerechtshoven (en rechtbanken) zullen bij het vaststellen van een uurvergoeding voor taxatiekosten de volgende richtlijn hanteren:
Deze uitvoeringsregels zijn in lijn met de richtlijnen van de gerechtshoven.