Organisatie | Drimmelen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | ALGEMEEN MANDAAT-, VOLMACHT EN MACHTIGINGSBESLUIT 2015 |
Citeertitel | Mandaatregeling gemeente Drimmelen 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Mandaatregeling gemeente Drimmelen 2010.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-06-2015 | 25-04-2018 | Nieuwe regeling | 16-06-2015 't Carillon dd. 25 juni 2015 | Onbekend. |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Drimmelen,
de burgemeester van de gemeente Drimmelen,
en de heffingsambtenaar en de invorderingsambtenaar,
ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft,
Gelet op het bepaalde in de Gemeentewet en afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;
Gelezen het positieve advies van de Ondernemingsraad gemeente Drimmelen d.d. 8 juni 2015 ex artikel 25, eerste lid, sub e van de Wet op de Ondernemingsraden;
Het college c.q. de burgemeester c.q. de heffings- of de invorderingsambtenaar kan mandaat, volmacht of machtiging verlenen aan de volgende mandatarissen, volmachtontvangers of machtigingverkrijgers: de gemeentesecretaris, afdelingshoofden of voor de uitvoering van een taak speciaal aangewezen medewerkers/adviseurs of budgethouders. Daarnaast kan submandaat worden verleend aan voor de uitvoering van een taak speciaal aangewezen medewerkers/adviseurs of budgethouders Er kan ook mandaat, volmacht of machtiging worden verleend aan personen die niet in een ondergeschikte positie tegenover de mandans, volmachtverlener of machtigingverlener verkeren.
In het geval dat de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing is op een aanvraag voor een omgevingsvergunning, en er sprake is van een meervoudige vergunning, volgen de lichtere vergunningen de zwaardere vergunning. Degene die de bevoegdheid heeft om over de zwaardere vergunning te besluiten, besluit daarom ook over de lichtere vergunning.
Bij de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in het register wordt het daaromtrent gestelde bij of krachtens wetten, besluiten, verordeningen, regelingen, aanwijzingen en richtlijnen, hoe ook genaamd, van Europese, rijks-, provinciale en gemeentelijke wetgevers of andere bestuursorganen in acht genomen.
Artikel 4 Grenzen aan mandaat, volmacht of machtiging
Een in mandaat-, volmacht- of machtigingverhouding te nemen besluit dient vooraf aan de mandans, volmachtverlener c.q. machtigingverlener te worden voorgelegd, indien:
artikel 169, vierde lid van de Gemeentewet van toepassing is; of indien de mandataris, volmachtontvanger of machtigingverkrijger enige twijfel koestert of zulks het geval is.
Ingeval de mandataris, volmachtontvanger of machtigingverkrijger op basis van het bepaalde in het tweede lid een te nemen besluit voorlegt aan het college c.q. de burgemeester, nemen deze bestuursorganen het besluit zelf of geven de condities, waaronder de mandataris, volmachtontvanger of machtigingverkrijger gebruik mag maken van zijn bevoegdheid, zulks onverminderd het bepaalde in het vierde lid.
Ingeval artikel 169, vierde lid van de Gemeentewet van toepassing is neemt het college het besluit zelf.
Artikel 5 Reikwijdte mandaat-, volmacht- of machtigingverstrekking
Indien mandaat, volmacht of machtiging wordt verleend ten aanzien van de uitvoering van een bevoegdheid, geschiedt deze verlening in de ruimste zin des woords, onverminderd het bepaalde in het derde lid van artikel 2. Naast het nemen van besluiten in positieve of negatieve zin wordt hieronder dan ook mede verstaan:
Het nemen van beslissingen in het kader van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen in de Awb (verdaging, opschorting, vaststelling hoogte dwangsom e.d.);
De bevoegdheid tot het verrichten van uitvoeringscorrespondentie en het verstrekken van informatie voor niet-gemandateerde bevoegdheden worden bij mandaat opgedragen aan alle ambtelijke functionarissen, voor zover een relatie hebbend met hun functie en geen nieuwe rechtsverhoudingen worden geschapen.
Waar volmacht is verleend tot het besluiten en verrichten van een privaatrechtelijke rechtshandeling aan een volmachtontvanger wordt daarmee ook de bevoegdheid verleend tot bewaking van uitvoering van die rechtshandeling, waartoe worden gerekend ingebrekestelling, ontbinding, vorderen van nakoming, opzegging van een overeenkomst en alle andere besluiten, die hiermee verband (kunnen) houden.
Deze mandaatregeling is ingevolge artikel 10:12 van de Awb van overeenkomstige toepassing indien een bestuursorgaan aan een functionaris, werkzaam onder zijn verantwoordelijkheid, volmacht verleent tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen of machtiging verleend tot het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.
Dit besluit, alsmede het bij besluit behorende mandaatregister, is openbaar en ligt voor een ieder ter inzage.
Artikel 9 Citeertitel en inwerkingtreding
De Mandaatregeling gemeente Drimmelen 2010 van 28 september 2010, alsmede het bijbehorend register, vervalt op het in het tweede lid genoemde tijdstip.
Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Drimmelen van 16 juni 2015; Aldus vastgesteld door de burgemeester op 16 juni 2015; Aldus vastgesteld door de heffingsambtenaar op 17 juni 2015; Aldus vastgesteld door de invorderingsambtenaar op 17 juni 2015;
drs. C. Smits
secretaris
drs. G.L.C.M. de Kok
burgemeester
burgemeester van Drimmelen
drs. G.L.C.M. de Kok
Heffings- en invorderingsambtenaar van Drimmelen
mw. J. Lunenburg
Heffings- en invorderingsambtenaar van Drimmelen
mw. J. Lunenburg
Gepubliceerd in ’t Carillon op 25 juni 2015
Toelichting op de mandaatregeling gemeente Drimmelen 2015
Bij mandaatverlening worden bevoegdheden die een bestuursorgaan op grond van diverse wet- en regelgeving bezit, opgedragen aan functionarissen die werkzaam zijn in de ambtelijke organisatie. Mandaatverlening is de rechtsfiguur om besluiten met een uitvoerend karakter op te dragen aan de uitvoerende organisatie. In het algemeen kan gesteld worden dat de navolgende besluiten voor mandatering in aanmerking komen:
Voorop staat dat mandatering voor een groot deel een kwestie van vertrouwen is. De bestuurder moet erop kunnen vertrouwen dat de ambtenaar een correct besluit namens hem doet uitgaan. De ambtenaar neemt een zelfde besluit als het bestuur zou nemen en dient terug te koppelen naar het bestuur als er met een zaak iets “aan de hand” is dat voor het bestuur van betekenis is of kan worden. Een dergelijke houding past bij mandatering, omdat het bestuur eindverantwoordelijk is en blijft voor de genomen beslissing.
De wettelijke regels over het gebruik van mandaat zijn te vinden in hoofdstuk 10 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In de Mandaatregeling gemeente Drimmelen 2015 zijn aanvullende spelregels en randvoorwaarden opgenomen waaronder mandaatverlening in de gemeente Drimmelen plaatsvindt. Deze spelregels en randvoorwaarden bieden duidelijkheid en uniformiteit bij de uitoefening van gemandateerde bevoegdheden. Een juiste naleving ervan vormt de waarborg dat de gemeente Drimmelen ook bij mandaatverlening bevoegd besluiten neemt.
Allereerst is als algemeen deel een overkoepelend mandaatbesluit van het college respectievelijk de burgemeester en de heffings- en invorderingsambtenaar, een ieder voorzover het de eigen bevoegdheden betreft, opgenomen. Artikelsgewijs zijn in dit overkoepelend besluit de randvoorwaarden genoemd waaraan gemandateerden zich dienen te houden bij de uitvoering van de aan hen opgedragen taken. In het mandaatregister bij dit overkoepelend besluit is per organisatieonderdeel een integraal overzicht gegeven van alle taken die door middel van mandaten, volmachten of machtigingen kunnen worden afgedaan.
Deze bepaling is opgenomen om duidelijk te maken, wat onder mandaat, volmacht en machtiging wordt verstaan. Het gebruik van het begrip “college” is geheel in overeenstemming met de benaming in de Gemeentewet.
De gemeente kan verschillende handelingen verrichten: bestuursrechtelijke rechtshandelingen, privaatrechtelijke rechtshandelingen en feitelijke handelingen. Afhankelijk van de soort (rechts)handeling kan deze worden opgedragen aan de uitvoerende organisatie. Juridisch spreken we dan over mandaat, volmacht en machtiging. In de Awb zijn volmacht en machtiging door middel van een schakelbepaling onder de werking van de bepalingen over mandaat gebracht (artikel 10:12 Awb). Wat geldt voor de mandaten, geldt ook voor de volmachten en de machtigingen. Ook in de Mandaatregeling van de gemeente Drimmelen zijn volmachten en machtigingen onder de werking ervan gebracht (zie de schakelbepaling in artikel 7). Zij zijn dan ook samen met de mandaten, opgenomen in het bij de Mandaatregeling behorende mandaatregister. Voor de duidelijkheid wordt in het register wel vermeld of het gaat om mandaat, volmacht of machtiging.
De gemeentelijke bestuursorganen voeren bestuursrechtelijke rechtshandelingen uit. Voorbeelden: de burgemeester verleent een vergunning of het college verstrekt een subsidie. Al deze bevoegdheden steunen op een bestuursrechtelijke wet, waarin die bevoegdheid zijn grondslag kent.
Als een bestuursorgaan een bestuursbevoegdheid opdraagt aan een ambtenaar noemen we dat mandaat. De ambtenaar oefent die bevoegdheid uit namens het bestuursorgaan. Verschil met delegatie is dat het bestuursorgaan bij mandaat de bevoegdheid niet verliest. De verantwoordelijkheid voor de uitoefening van de bevoegdheid blijft bij het bestuursorgaan. Hierbij mag het bestuursorgaan op elk moment de bevoegdheid zelf uitoefenen en tussentijds algemene en bijzondere instructies geven aan de ambtenaar over de wijze waarop de bevoegdheid wordt uitgeoefend.
Voorwaarde voor de juridische binding is dat het besluit is genomen binnen de grenzen van de gemandateerde bevoegdheid. Dit spreekt voor zichzelf, omdat buiten de grenzen van wat is gemandateerd geen bevoegdheid bestaat. Wordt een besluit genomen over een onderwerp dat buiten de bevoegdheid ligt, dan is sprake van een onbevoegd genomen besluit. Het gevolg van een onbevoegd genomen besluit kan zijn dat dit in rechte wordt vernietigd. De bestuursrechter mag een dergelijk bevoegdheidsgebrek ambtshalve constateren.
De gemeente kan ook als “gewoon” rechtspersoon (net als een B.V. bijvoorbeeld) deelnemen aan het rechtsverkeer en voert in die hoedanigheid privaatrechtelijke rechtshandelingen uit. Voorbeelden: het aan –of verkopen van grond, het sluiten van een contract, het verlenen van een opdracht tot onderzoek of het aanschaffen van een product.
De privaatrechtelijke tegenhanger van mandaat is de volmacht. Voorbeeld: de burgemeester kan zijn bevoegdheid om een overeenkomst te ondertekenen opdragen aan een door hem aan te wijzen persoon, bijvoorbeeld een ambtenaar of een notaris. Dit gebeurt dan met een volmacht.
Naast bestuursrechtelijke en privaatrechtelijke rechtshandelingen verricht de gemeente ook feitelijke handelingen. Dit zijn de gewone dagelijkse handelingen die geen rechtsgevolgen hebben. Voorbeelden daarvan zijn: het planten van een boom, het voeren van verweer bij de rechtbank, het uitoefenen van toezicht in de stad, het verstrekken van informatie aan burgers of het aanleggen van een uitrit. Een machtiging wordt verleend in het geval dat er geen sprake is van een besluit, maar ook niet van een privaatrechtelijke rechtshandeling.
Het eerste lid geeft aan welke functionarissen een bevoegdheid kan worden verleend. Ook aanfunctionarissen die niet ondergeschikt zijn aan de gemeente als werkgever kan worden gemandateerd.
In het tweede lid is geregeld wie bevoegd is in het geval de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing is op een aanvraag voor een omgevingsvergunning en er sprake is van een samengestelde vergunning. In dat geval is degene die bevoegd is een besluit te nemen op de zwaardere vergunningaanvraag ook bevoegd een besluit te nemen op de lichtere vergunningaanvraag. De uitoefening van de bevoegdheden in het kader van de Wabo is verder uitgewerkt in het Mandaatregister.
Het derde lid spreekt voor zich. De mandataris zal zich bij de uitoefening van de bevoegdheden moeten houden aan bijvoorbeeld het gemeentelijke inkoop- en aanbestedingsbeleid, de geldende APV of geldend beleid met betrekking tot subsidieverstrekkingen. Ook mag hij natuurlijk niet in strijd handelen met Europese, nationale, provinciale en gemeentelijke wetgeving, waaronder begrepen strijd met regelgeving van andere bestuursorganen zoals bijvoorbeeld hoogheemraadschappen en waterschappen, en de daarbij behorende jurisprudentie.
In dit artikel wordt geregeld dat bij afwezigheid van gemandateerde functionarissen de direct leidinggevende van de functionaris in ieder geval ook bevoegd zijn de betreffende besluiten af te doen.
Tevens is in dit artikel de vervangingsregeling voor het Managementteam opgenomen en is in het derde lid bepaald hoe bij afwezigheid genomen besluiten dienen te worden ondertekend. Als deze vervangingsregeling in een concrete situatie niet toereikend is, heeft de gemeentesecretaris de bevoegdheid om nadere besluiten te nemen.
Het zesde lid koppelt de bevoegdheid om een besluit te nemen, een privaatrechtelijke rechtshandeling te verrichten of een feitelijke handeling te verrichten aan de bevoegdheid om deze bekend te maken.
Dit artikel geeft de belangrijkste randvoorwaarden aan voor het uitoefenen van de verleende
bevoegdheid. De in het eerste lid sub a en b beschreven bevoegdheden verzetten zich naar hun aard tegen mandatering. In deze gevallen is op grond van artikel 10:3 Awb mandatering dan ook niet mogelijk.
In tegenstelling tot mandaat van de bevoegdheid te beslissen op administratief beroep, bestaat wel de mogelijkheid van mandaat tot het beslissen op een bezwaarschrift. Hierbij geldt echter als belangrijke beperking dat op het bezwaarschrift niet krachtens mandaat mag worden besloten door degene die het primaire besluit in mandaat heeft genomen. Niettemin is er in de gemeente Drimmelen voor gekozen om het nemen van een beslissing op een bezwaarschrift (vooralsnog) niet te mandateren (sub c).
Ook is er vooralsnog niet voor gekozen om het opleggen van een last onder bestuursdwang of dwangsom te mandateren (sub d). De mededeling van het voornemen tot het opleggen van een dergelijke last, alsmede de mededeling dat aan de last voldaan is, zijn wel opgenomen in het mandaatregister, maar dan als machtiging, omdat dit geen besluiten maar feitelijke handelingen zijn.
Als de in het tweede lid beschreven situaties zich voordoen, moet teruggekoppeld worden naar het college of de burgemeester. Opgemerkt wordt dat het criterium als bedoeld in het tweede lid, sub e niet 100% waterdicht zal zijn. De voorzienbaarheid is namelijk een subjectief criterium. Bovendien hoeft een besluit op het moment van het nemen daarvan nog geen politieke of publicitaire consequenties te hebben, maar kunnen die consequenties in de loop der tijd ontstaan.
Voorbeeld van persoonlijke betrokkenheid als bedoeld onder f doet zich bijvoorbeeld voor als de mandataris een vergunning aanvraagt voor het kappen van een eigen boom.
In het derde lid zijn de gevolgen neergelegd van de situatie, die zich voordoet in het tweede lidbijvoorbeeld: de mandans neemt dan zelf het besluit of laat de bevoegdheid aan de mandataris al dan niet onder oplegging van nadere instructies.
In artikel 169, vierde lid van de Gemeentewet is opgenomen, dat het college de raad vooraf inlichtingen moet verstrekken over de uitoefening van onder andere de bevoegdheden als opgenomen in artikel 160, eerste lid onder e (besluiten tot en verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen) en onder f (voeren van rechtsgedingen), indien de raad daarom verzoekt of indien de uitoefening van die bevoegdheid ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeente. Voorts is in dat artikel bepaald, dat in het laatste geval het college geen besluit neemt dan nadat de raad zijn wensen en bedenkingen ter zake ter kennis van het college heeft kunnen brengen. Een en ander laat weinig ruimte om de bevoegdheid over te dragen. Vandaar de inhoud van de redactie van het vierde lid.
Het vijfde lid maakt duidelijk, dat in het tweede lid wordt gedoeld op een terugkoppelingsplicht van de mandataris, volmachtontvanger of machtigingverkrijger. Deze terugkoppelingsplicht betreft een interne kwestie, die niet naar buiten werkt. Het zegt namelijk niets over de bevoegdheidstoedeling an sich. Daarmee wordt voorkomen, dat het niet voldoen aan de terugkoppelingsverplichting voor vervelende, gerechtelijke procedures kan zorgen. De uitzondering aan het slot van dit lid is vanzelfsprekend.
Voor wat betreft het zesde lid, wordt opgemerkt dat indien een gemandateerde niet tevens de budgethouder is, beoordeeld zal moeten worden of het mandaat in stand kan blijven en er onderling afspraken gemaakt kunnen worden.
Voor de duidelijkheid is in het eerste lid van dit artikel bepaald, dat het verlenen van een bevoegdheid niet alleen betreft het nemen van een besluit, bijvoorbeeld het beslissen op een aanvraag om subsidie, of het besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen of het verrichten van een feitelijke handelingen, maar dat daaronder ook vallen het voeren van correspondentie en alle andere voorbereidingshandelingen die worden verricht in de aanloop tot de totstandkoming van het besluit, de privaatrechtelijke rechtshandeling of de feitelijke handeling en de afhandeling daarvan, bijvoorbeeld het afleggen van verantwoording aan het rijk bij de besteding van overheidsgelden. Voor de duidelijkheid zij opgemerkt, dat hieronder tevens valt het besluit om bijvoorbeeld een vergunning te weigeren, een beschikking niet te nemen of de overeenkomst niet aan te gaan dan wel de informatie niet te verstrekken.
Het tweede lid bevestigt dat het verrichten van algemene voorbereidingshandelingen en het verstrekken van informatie etc. bij niet gemandateerde bevoegdheden, geacht wordt te behoren tot de reguliere taakuitoefening van de betrokken ambtenaren, voorzover daar geen publiekrechtelijke of privaatrechtelijke binding uit voortvloeit. Meer concreet gezegd, betekent dit dat eenvoudige brieven, bijvoorbeeld begeleidende brieven bij het opsturen van informatie of een uitnodiging voor een informatiebijeenkomst, door de betrokken ambtenaren zelf mogen worden ondertekend.
Mandaat is beslissen én ondertekenen. In het verleden werd dikwijls een onderscheid gemaakt tussen beslissingsmandaat enondertekeningsmandaat. Bekeken in het licht van artikel 10:1 Awb is het echter niet juist om bij louter ondertekening namens een bestuursorgaan te spreken van mandaat. Veeleer zou je hier moeten spreken van ambtelijke afdoening. Vertrekpunt is dat degene die een besluit neemt dit besluit ook ondertekent. Een bevoegdheid in mandaat uitoefenen houdt zowel beslissingsbevoegdheid als ondertekeningsbevoegdheid in. Wel dient uit de ondertekening duidelijk te blijken dat de bevoegdheid krachtens mandaat of op basis van een volmacht of machtiging is uitgeoefend.
Voor de duidelijkheid is niet alleen de ondertekening in geval een besluit wordt genomen namens een bestuursorgaan vermeld, maar ook de ondertekening indien een besluit namens de aangewezen heffings –of invorderingsambtenaar wordt genomen.
Artikel 10:12 Awb verklaart de hele afdeling 10.1.1 over mandaat van de Awb van overeenkomstige toepassing op de rechtsfiguren volmacht en machtiging. Desondanks is er omwille van de duidelijkheid voor gekozen om in de mandatenlijst bij iedere bevoegdheid aan te geven of het mandaat, volmacht dan wel machtiging betreft.
De nieuwe mandatenlijst zal zowel via de website als in het gemeentehuis en op intranet voor een ieder raadpleegbaar zijn.
De nieuwe mandaatregeling dient conform de bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht bekend te worden gemaakt. De oude mandatenlijst wordt gelijktijdig ingetrokken.
Mandaatregeling gemeente Drimmelen 2015