Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen; voorbereidingen.
Artikel 12 Vergaderfrequentie.
- 1.
De vergaderingen van de raad en raadscommissies tijdens het debat op dinsdag worden in de regel eens in de twee weken op dinsdag gehouden en vangen aan om 19.00 uur tot uiterlijk ca. 23.00 uur en vinden plaats in het stadhuis Maassluis.
- 2.
De thema-avonden van de raad worden ook in de regel eens in de twee weken op dinsdag gehouden en vangen aan om 20.00 uur tot uiterlijk 23.00 uur en vinden plaats op een door de agendacommissie te bepalen locatie.
- 3.
De vergaderingen van de raad en raadscommissies tijdens het debat op dinsdag en de thema-avonden worden gehouden op door de agendacommissie aangewezen data.
- 4.
De agendacommissie kan in bijzondere gevallen een andere dag en aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen.
Artikel 13 Oproep.
- 1.
In overeenstemming met de besluiten van de agendacommissie zendt de burgmeester tenminste 5 dagen voor een debat op dinsdag of een thema-avond een oproep aan de raadsleden en de steunleden. Op de oproep wordt dag, tijdstip en plaats van de vergaderingen vermeld.
- 2.
De agenda’s, inclusief de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 25, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken worden tegelijkertijd met de oproep aan de leden van de raad en de steunleden verzonden.
- 3.
In onvoorziene, spoedeisende gevallen, kan de agendacommissie besluiten de aan de leden van de raad en de steunleden verzonden (voorlopige) agenda’s te wijzigen of aan te vullen.
- 4.
Het debat op dinsdag begint met een tweetal commissievergaderingen die gelijktijdig plaatsvinden. Daarna volgt een vergadering van de gemeenteraad.
- 5.
Bij aanvang van de vergadering van de raad stelt de raad de agenda vast. Op voorstel van een lid van de raad of van de raadsvoorzitter kan de raad de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.
- 6.
Wanneer de raad een onderwerp onvoldoende voor de openbare beraadslaging voorbereid acht, kan hij het onderwerp verwijzen naar een commissie of aan het college nadere inlichtingen of advies vragen.
Artikel 14 De leden van het college
Indien de aanwezigheid van één of meer wethouders ten behoeve van de behandeling van een bepaald onderwerp is gewenst, nodigt de agendacommissie hen uit om aan de beraadslaging in de raad of een raadscommissie deel te nemen.
Artikel 15 Publicatie van stukken.
- 1.
Stukken ten behoeve van vergaderingen van commissies en gemeenteraad worden gelijktijdig met het verzenden van de oproep aan de leden van de raad ter openbare kennis gebracht d.m.v. publicatie op de website van de gemeente.
- 2.
Als omtrent de inhoud van stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid onder berusting van de griffier en verleent deze de raadsleden op verzoek een fysiek exemplaar waarbij getekend dient te worden voor ontvangst.
Artikel 16 Openbare kennisgeving.
- 1.
De vergaderingen tijdens het debat op dinsdag, alsmede de thema-avonden, worden door aankondiging op de Gemeentepagina in een huis-aan-huisblad en door plaatsing op de internetsite van de gemeente ter openbare kennis gebracht.
- 2.
De openbare kennisgeving vermeldt in ieder geval:
- a.
de datum, aanvangstijd en plaats van de vergaderingen;
- b.
de wijze waarop de agenda en de daarbij behorende stukken kan worden ingezien;
- c.
de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in de artikelen 20, 37
en 43.
Paragraaf 2 Vergadering van de raad.
Artikel 17 Presentielijst.
Bij binnenkomst in de raadsvergadering tekent ieder lid van de raad onmiddellijk de presentielijst.
Artikel 18 Zitplaatsen.
- 1.
De raadsvoorzitter, de leden van de raad en de griffier hebben tijdens de raadsvergadering een vaste zitplaats, door de raadsvoorzitter na overleg met het presidium bij aanvang van iedere nieuwe zittingsperiode van de raad aangewezen.
- 2.
Indien daartoe aanleiding bestaat, kan de raadsvoorzitter de indeling herzien na overleg in het presidium.
- 3.
De raadsvoorzitter draagt zorg voor een zitplaats voor de wethouders, directie en overige personen, die voor de vergadering zijn uitgenodigd.
Artikel 19 Opening vergadering; quorum.
- 1.
De raadsvoorzitter opent de raadsvergadering op het vastgestelde uur, indien het daarvoor door de wet vereiste aantal leden van de raad blijkens de presentielijst aanwezig is.
- 2.
Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de raadsvoorzitter, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, met inachtneming van artikel 20 van de Gemeentewet.
Artikel 20 Spreekrecht burgers in de raad
- 1.
Na de opening van de raadsvergadering kunnen aanwezige burgers gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren over geagendeerde onderwerpen.
- 2.
Het woord kan niet gevoerd worden:
- a.
over een genomen besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar of beroep op de rechter openstaat of heeft opengestaan;
- b.
over benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;
- c.
indien een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.
- 3.
Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit voorafgaand aan de vergadering aan de raadsgriffier.
- 4.
De raadsvoorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De raadsvoorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.
- 5.
Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De raadsvoorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De raadsvoorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.
- 6.
De spreker voert het woord, nadat de raadsvoorzitter hem dit heeft verleend. De raadsvoorzitter of een lid van de raad doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.
Artikel 21 Primus bij hoofdelijke stemming.
Alvorens de voor de raadsvergadering aangekondigde onderwerpen aan de orde te stellen deelt de raadsvoorzitter mede, bij welk lid van de raad, de hoofdelijke stemming zal beginnen. Daartoe wordt bij loting een volgnummer van de presentielijst aangewezen; bij het daar genoemde lid begint de hoofdelijke stemming.
Artikel 22a Verslaglegging raadsvergadering.
- 1.
De concept-besluitenlijst van de voorgaande raadsvergadering wordt zo spoedig mogelijk per e-mail verspreid onder de leden van de raad, de steunleden en collegeleden.
- 2.
Bij het begin van de raadsvergadering worden, zoveel mogelijk, de besluitenlijsten van de vorige vergadering vastgesteld.
- 3.
De besluitenlijsten moeten in ieder geval inhouden:
- a.
de namen van de raadsvoorzitter, de griffier, de wethouders en de ter vergadering aanwezige leden, alsmede van de leden die afwezig waren en overige personen die het woord gevoerd hebben;
- b.
een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;
- c.
een overzicht van het verloop van elke stemming, met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de leden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de leden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemming hebben onthouden;
- d.
de tekst van het dictum van de ter vergadering ingediende initiatiefvoorstellen, moties, amendementen en subamendementen;
- e.
bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 30 door de raad is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.
- 4.
De besluitenlijsten worden opgesteld onder de zorg van de griffier.
- 5.
De vastgestelde besluitenlijsten worden door de raadsvoorzitter en de griffier ondertekend.
Artikel 22b Digitale verslaglegging en live uitzendingen
- 1.
Openbare raadsvergaderingen worden live in audio of video uitgezonden via de website van de gemeente.
- 2.
De opname van de raadsvergadering wordt zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen 5 dagen, via de website ter beschikking gesteld.
Artikel 23 Ingekomen stukken en raadsinformatiebrieven
- 1.
Bij de raad ingekomen stukken en raadsinformatiebrieven van het college worden op een lijst geplaatst in het raadsinformatiesysteem. De ingekomen stukken worden voorzien van een procedurevoorstel voor de afhandeling.
- 2.
De agendacommissie stelt de wijze van afdoening van de ingekomen stukken vast.
Artikel 24 Spreekregels raadsvergadering.
- 1.
Indien over een onderwerp debat wordt gevoerd, spreken de leden vanaf een door de raadsvoorzitter toe te wijzen katheder. Ook interrupties worden geplaatst vanaf een katheder, tenzij de voorzitter anders bepaalt.
- 2.
Burgers, die gebruik maken van het spreekrecht, spreken vanaf een door de voorzitter aan te wijzen plaats.
- 3.
Bij bijzondere gelegenheden kan de raadsvoorzitter bepalen dat de leden van de raad en de overige aanwezigen vanaf een andere plaats spreken.
Artikel 25 Spreektijd
De agendacommissie of de raadsvoorzitter kan voorstellen doen met betrekking tot de
maximaal toegestane spreektijd van raads- of collegeleden tijdens de
vergadering van de gemeenteraad.
Artikel 26 Volgorde sprekers.
- 1.
Een lid van de raad voert het woord na het aan de raadsvoorzitter gevraagd en van hem verkregen te hebben.
- 2.
De raadsvoorzitter bepaalt de volgorde van sprekers. De volgorde kan worden gewijzigd, wanneer een lid van de raad het woord vraagt over de orde van de vergadering.
- 3.
De agendacommissie kan voorstellen de volgorde van sprekers te laten bepalen d.m.v. loting.
Artikel 27 Aantal spreektermijnen.
- 1.
De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raad anders beslist.
- 2.
Elke spreektermijn wordt door de raadsvoorzitter afgesloten.
- 3.
Indien een onderwerp als hamerstuk op de agenda is geplaatst wordt niet inhoudelijk over
het onderwerp gesproken. Wel hebben de leden de mogelijkheid een stemverklaring af te
leggen.
Artikel 28 Handhaving orde; schorsing.
- 1.
Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij
- a.
de raadsvoorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van dit reglement te
herinneren;
- b.
een lid hem interrumpeert. De raadsvoorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.
- 2.
Indien een spreker, zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de raadsvoorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de raadsvoorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
- 3.
De raadsvoorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.
Artikel 29 Beraadslaging; schorsing.
- 1.
De raad kan op voorstel van de raadsvoorzitter of een lid van de raad beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.
- 2.
Op verzoek van een lid van de raad of op voorstel van de raadsvoorzitter kan de raad besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de raadsleden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.
Artikel 30 Deelname aan de beraadslaging door anderen.
- 1.
De raad kan bepalen dat anderen dan de in de vergadering aanwezige leden van de raad, de wethouders, de secretaris, de griffier en de raadsvoorzitter deelnemen aan de beraadslaging.
- 2.
Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de raadsvoorzitter of één der leden van de raad genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.
Artikel 31 Stemverklaring.
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, heeft ieder lid het recht zijn uit te brengen stem kort te motiveren.
Artikel 32 Beslissing.
- 1.
Wanneer de raadsvoorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raad anders beslist.
- 2.
Nadat de beraadslaging is gesloten, vindt na een stemming over eventuele amendementen, de stemming plaats over het voorstel, zoals het dan luidt, in zijn geheel tenzij geen stemming wordt gevraagd.
- 3.
Voordat de stemming over het voorstel in zijn geheel plaatsvindt, formuleert de raadsvoorzitter het voorstel over de te nemen eindbeslissing.
Artikel 33 Actualiteitenhalfuur
- 1.
Ieder lid van de raad kan verzoeken een onderwerp aan de orde te stellen tijdens het
actualiteitenhalfuur. Het verzoek daartoe kan, voorafgaand aan de raadsvergadering,
vanaf vrijdagmiddag 12.00 uur tot uiterlijk dinsdagmiddag 14.00 uur schriftelijk of per e-
mail worden ingediend bij de raadsvoorzitter, door tussenkomst van de griffier, onder
aanduiding van het aan de orde te stellen onderwerp.
- 2.
De griffier stelt de raadsleden en het college van burgemeester en wethouders op de
hoogte van de ingediende verzoeken.
- 3.
Per raadsvergadering worden tijdens het actualiteitenhalfuur maximaal drie
onderwerpen aan de orde gesteld. De voorzitter kan de raad voorstellen om van dit
aantal af te wijken.
- 4.
Indien er meer dan drie onderwerpen voor het actualiteitenhalfuur zijn aangemeld,
schuiven de niet behandelde onderwerpen in principe door naar de eerstvolgende
raadsvergadering, uiteraard voor zover daar uit het oogpunt van actualiteit nog
behoefte aan is.
- 5.
De volgorde waarin onderwerpen aan de orde komen is gelijk aan de volgorde van
aanmelding. De raadsvoorzitter kan de raad voorstellen om van deze volgorde afwijken.
- 6.
Tijdens het actualiteitenhalfuur worden de volgende spreektijden aangehouden:
- -
Het raadslid dat een onderwerp aan de orde stelt krijgt in de eerste termijn maximaal twee minuten spreektijd.
- -
Indien van een portefeuillehouder een reactie nodig is krijgt hij eveneens maximaal twee minuten spreektijd.
- -
In tweede termijn krijgen de overige leden van de raad maximaal één minuut de gelegenheid om het woord te voeren. Het raadslid dat het onderwerp aan de orde heeft gesteld heeft 2 minuten spreektijd.
- -
Indien in de tweede termijn een reactie nodig is van de portefeuillehouder krijgt hij maximaal twee minuten spreektijd.
- -
Het raadslid dat het onderwerp aan de orde heeft gesteld krijgt desgewenst 1 minuut spreektijd om een slotwoord uit te spreken.
De raadsvoorzitter kan zonodig afwijken van genoemde spreektijden.
Paragraaf 3 Vergaderingen van de raadscommissies
Artikel 34 Karakter commissievergaderingen
- 1.
De vergaderingen van de raadscommissies staan in het teken van onderzoek, voorbereiding,
oordeelsvorming en overleg met het college.
- 2.
Aan het slot van de bespreking van een raadsvoorstel, raadsconsultatiebrief, raadsinformatiebrief e.d. stelt de voorzitter in overleg met de commissie vast op welke wijze het betreffende stuk procedureel dient te worden afgewikkeld en sluit hij de beraadslaging.
- 3.
De commissievoorzitter brengt het standpunt van de raadscommissie, als bedoeld in het
tweede lid te kennis van de voorzitter van de gemeenteraad of, door tussenkomst van de griffier, ter kennis van de agendacommissie.
Artikel 35 Commissiewoordvoerders
- 1.
De raadscommissies kennen geen vaste, benoemde leden. Alle raadsleden en steunleden kunnen in de commissies het woord voeren, met inachtneming van het gestelde in het tweede lid.
- 2.
Een fractie vaardigt in een commissievergadering per onderwerp maximaal 2 raads- of steunleden af die aan de beraadslaging kunnen deelnemen.
- 3.
De commissievoorzitter is geen woordvoerder over een onderwerp dat tijdens zijn voorzitterschap aan de orde komt.
Artikel 36a Verslaglegging van de commissievergaderingen
- 1.
Van een commissievergadering wordt per agendapunt een besluitenlijst gemaakt. De besluitenlijst houdt in ieder geval in de namen van de commissievoorzitter, de aanwezige raads- en steunleden, collegeleden, commissiegriffier en insprekers
- 2.
De besluitenlijsten worden zo spoedig mogelijk per e-mail verspreid onder de leden en steunleden van de raad en collegeleden.
Artikel 36b Digitale verslaglegging en audio-uitzendingen
- 1.
Openbare commissievergaderingen worden live in audio uitgezonden via de website van de gemeente.
- 2.
De opname van de commissievergadering wordt zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen 5 dagen, via de website ter beschikking gesteld.
Artikel 37 Spreekrecht burgers
- 1.
Voordat met de behandeling van een onderwerp in een raadscommissie een aanvang wordtgemaakt, kunnen andere aanwezige burgers het woord voeren over het geagendeerd onderwerp. Artikel 20 lid 2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
- 2.
Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt zich voorafgaand aan de commissievergadering bij de griffier.
- 3.
Desgewenst kunnen burgers in een raadscommissie het woord voeren over onderwerpen die niet zijn geagendeerd. Degene die van het spreekrecht over niet geagendeerde onderwerpen gebruik wil maken, meldt zich acht dagen voorafgaand aan de commissievergadering bij de griffier;
- 4.
De commissievoorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. Decommissievoorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.
- 5.
Burgers, die gebruik maken van het spreekrecht, spreken vanaf een door de commissievoorzitter aan te wijzen plaats.
- 6.
Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De commissievoorzitter kan uit een oogpunt van een goede vergaderorde besluiten de spreektijd en/of het aantal insprekers te beperken.
- 7.
Voordat de commissieleden desgewenst in tweede instantie over een onderwerp beraadslagen, geeft de voorzitter aan degene(n) die in eerste instantie heeft (hebben) ingesproken, de gelegenheid kort te reageren op het standpunt van de commissie.
Artikel 38 Spreekregels commissievergaderingen
- 1.
De bij een commissievergadering aanwezige leden spreken vanaf hun zitplaats en richten zich tot de voorzitter.
- 2.
Bij bijzondere gelegenheden kan de commissievoorzitter bepalen dat de leden van de raad en de overige aanwezigen vanaf een andere plaats spreken.
Artikel 39 Spreektijd
De agendacommissie of de commissievoorzitter kan voorstellen doen met betrekking tot de maximaal toegestane spreektijd van collegeleden, raads- en steunleden tijdens de vergaderingvan een raadscommissie.
Artikel 40 Volgorde van sprekers
Artikel 26 is van overeenkomstige toepassing op de vergaderingen van de raadscommissies.
Artikel 41 Aantal spreektermijnen
Artikel 27 lid 1 en 2 is van overeenkomstige toepassing op de vergaderingen van de raadscommissies.
Artikel 42 Handhaving orde
Artikel 28 is van overeenkomstige toepassing op de vergaderingen van de raadscommissies.
Paragraaf 5 Procedures bij stemmingen in de raad
Artikel 44 Algemene bepalingen over stemming.
- 1.
De raadsvoorzitter vraagt, of stemming wordt verlangd. Indien geen stemming wordt gevraagd en ook de raadsvoorzitter dit niet verlangt, stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder hoofdelijke stemming is aangenomen.
- 2.
In de vergadering aanwezige leden kunnen aantekening in de notulen vragen, dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd of zich van stemming te hebben onthouden.
- 3.
Indien door een of meer leden stemming wordt gevraagd, doet de raadsvoorzitter daarvan mededeling.
- 4.
De raadsgriffier roept de leden van de raad bij naam op hun stem uit te brengen. De stemming begint bij het lid dat daarvoor overeenkomstig artikel 19 is aangewezen. Vervolgens geschiedt de oproeping naar de volgorde van de presentielijst.
- 5.
Bij hoofdelijke stemming is ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet van deelneming aan de stemming moet onthouden verplicht zijn stem uit te brengen.
- 6.
De leden brengen hun stem uit door het woord ‘voor’ of ‘tegen’ uit te spreken, zonder enige toevoeging.
- 7.
Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de raadsvoorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
- 8.
De raadsvoorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mede, met vermelding van het aantal voor en tegen uitgebrachte stemmen. Hij doet daarbij tevens mededeling van het genomen besluit.
Artikel 45 Stemming over amendementen en moties.
- 1.
Indien een amendement op een aanhangig voorstel is ingediend, wordt eerst over dat amendement gestemd.
- 2.
Indien op een amendement een subamendement is ingediend, wordt eerst over het subamendement gestemd en vervolgens over het amendement.
- 3.
Indien twee of meer amendementen of subamendementen op een aanhangig voorstel zijn ingediend, bepaalt de raadsvoorzitter de volgorde waarin hierover zal worden gestemd. Daarbij geldt de regel, dat het meest verstrekkende amendement of subamendement het eerst in stemming wordt gebracht.
- 4.
Indien aangaande een aanhangig voorstel een motie is ingediend, bepaalt de raadsvoorzitter of eerst over het voorstel wordt gestemd en vervolgens over de motie of andersom.
Artikel 46 Stemming over personen.
- 1.
Wanneer een stemming over personen voor het doen van een voordracht of het opstellen van een voordracht of aanbeveling moet plaatshebben, benoemt de raadsvoorzitter twee leden tot stembureau. Het stembureau wordt bijgestaan door de griffier. Het oudste lid van dit bureau treedt op als voorzitter.
- 2.
Ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet op grond van de Gemeentewet van stemming moet onthouden is verplicht een stembriefje in te leveren. De stembriefjes dienen identiek te zijn.
- 3.
Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De raad kan op voorstel van de raadsvoorzitter beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op één briefje.
- 4.
Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
- 5.
Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid als bedoeld in artikel 30 van de Gemeentewet worden geacht geen stem te hebben uitgebracht die leden die geen behoorlijk stembriefje hebben ingeleverd. Onder een niet behoorlijk ingevuld stembriefje wordt verstaan:
- a.
een blanco ingevuld stembriefje;
- b.
een ondertekend stembriefje;
- c.
een stembriefje waarop meer dan één naam is vermeld, tenzij de stemming
verschillende vacatures betreft;
- c.
een stembriefje waarbij, indien het een benoeming op voordracht betreft, op een
persoon wordt gestemd die niet is voorgedragen;
- d.
een stembriefje waarbij op een andere persoon wordt gestemd dan die waartoe de
stemming is beperkt.
- 6.
In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de raad, op voorstel van de raadsvoorzitter.
- 7.
Onder de zorg van de griffier worden de stembriefjes onmiddellijk na vaststelling van de uitslag vernietigd.
Artikel 47 Herstemming over personen.
- 1.
Wanneer bij de eerste stemming niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, wordt tot een tweede stemming overgegaan.
- 2.
Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
- 3.
Indien bij tussenstemming of bij de derde stemming de stemmen staken, beslist terstond het lot.
Artikel 48 Beslissing door het lot.
- 1.
Wanneer het lot moet beslissen, worden de namen van hen tussen wie de beslissing moet plaatshebben, door de raadsvoorzitter op afzonderlijke, geheel gelijke, briefjes geschreven.
- 2.
Deze briefjes worden, nadat zij door het stembureau zijn gecontroleerd, op gelijke wijze gevouwen, in een stembokaal gedeponeerd en omgeschud.
- 3.
Vervolgens neemt de raadsvoorzitter een van de briefjes uit de stembokaal. Degene wiens naam op dit briefje voorkomt, is gekozen.