Organisatie | Putten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Mandaatbesluit gemeente Putten 2016 |
Citeertitel | Mandaatbesluit gemeente Putten 2016 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | bestuur en recht |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-04-2017 | 03-05-2018 | 1e wijziging | 11-04-2017 Gemeentelijke pagina Puttens weekblad, week 18, 03 mei 2017 | 601595 | |
15-09-2016 | 11-04-2017 | nieuw besluit | 23-08-2016 | 551570 |
De burgemeester, het college van burgemeester en wethouders van Putten (het college) en de gemeenteambtenaar als bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b en c van de Gemeentewet en artikel 1, tweede lid van de Wet Waardering onroerende zaken (de heffings-, invorderings- en WOZ-ambtenaar), elk voor zover bevoegd;
overwegende dat het noodzakelijk en wenselijk is om het “mandaatbesluit van de gemeente Putten 2015” inclusief de eerste en tweede herziening, op een aantal onderdelen te wijzigen, conform hetgeen hierna gesteld wordt;
overwegende dat per 1 januari 2016 de nieuwe functieboeken zijn vastgesteld waarbij o.a. diverse functienamen zijn gewijzigd. Nadien is ook de functie “jurist privaatrecht” vastgesteld. In verband met voornoemde wijzigingen in functienamen, dient het mandaatbesluit en bijbehorende bijlagen hierop te worden aangepast;
overwegende dat de bijlage bij de Regeling Budgetbeheer is gewijzigd, hetgeen vraagt om aanpassing van het mandaatbesluit, te weten de aanpassing van de bestaande volmachten met betrekking tot de levering van diensten en werken voor de afdelingsmanagers naar volmachten voor budgethouders en daarnaast volmachten voor budgetbeheerders, e.e.a. zoals verwoord in bijlage 1 bij dit besluit;
overwegende dat het wenselijk is om ook de weigeringsbesluiten en afwijzingsbesluiten op Wob (Wet openbaarheid van bestuur) verzoeken te mandateren aan de afdelingsmanagers met de mogelijkheid tot ondermandaat aan medewerkers van voornoemde afdelingen;
overwegende dat in verband met wijzigingen in de arbeidsvoorwaardenregeling de mandaten ten aanzien van het fiets-prive-project en de vergoeding beeldschermbril dienen te komen vervallen;
overwegende dat het wenselijk is het mandaat ten aanzien van de inname van de CRK kaart te laten vervallen, nu voornoemde kaart niet meer bestaat;
Daarnaast is het gewenst dat - gelet op de aanpassingen in hoofdstuk 1 van bijlage 1 van het mandaatbesluit - de volgende machtigingen komen te vervallen:
Overwegende dat twee van de drie volmachten genoemd in hoofdstuk 3 (Ruimte) in de huidige situatie niet alleen verleend zijn aan de afdelingsmanager Ruimte, maar ook aan de medewerker belast met aansprakelijkstellingen in het kader van beschadiging van gemeentelijke eigendommen. In het onderhavige mandaatbesluit wordt dit in lijn met de huidige werkwijze zo aangepast dat de volmachten enkel zijn toebedeeld aan de afdelingsmanager Ruimte, waar bij afwezigheid van de afdelingsmanager ook een andere afdelingsmanager voor het uitoefenen van deze bevoegdheid gevolmachtigd is;
Overwegende dat het wenselijk is om de bevoegdheid tot het aanwijzen van éénmalige trouwlocaties te mandateren aan de afdelingsmanagers;
Overwegende dat de mandaten inzake ESF kunnen komen te vervallen, omdat deze mandaten in het kader van een project zijn gebruikt en dit project is afgerond;
Overwegende dat het mandaat betreffende de terug- en invordering van tegemoetkomingen Wet kinderopvang in verband met de ontbrekende wettelijke grondslag dient te vervallen;
Bovendien overwegende dat het wenselijk is om de mandatering ten aanzien van besluitvorming omtrent subsidies onder te verdelen in de volgende drie mandaten om zo zorg te dragen voor een ingeperkte bevoegdheid die gemandateerd wordt aan de afdelingsmanager Samenleving – en de overige afdelingsmanagers - met de mogelijkheid tot ondermandaat:
Het verlenen van voorschotten vooruitlopend op definitieve vaststelling subsidies waarbij het totale bedrag niet meer dan € 50.000,- bedraagt;
onder de voorwaarde dat gebruikmaking van de mandaten dient te geschieden met inachtneming van de in de gemeentebegroting opgenomen financiële middelen en het subsidieplafond onderscheidenlijk subsidieplafonds, en – indien de begroting nog niet is vastgesteld dan wel goedgekeurd – onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld;
overwegende dat het wenselijk is om bestaande besluiten waarbij mandaat is verleend, machtigingen zijn afgegeven of volmachten zijn verleend in stand te laten als deze niet zijn vervangen door een mandaat, volmacht of machtiging, als genoemd in bijlage 1 bij het besluit;
gelet op het bepaalde in afdeling 10.1.1 (mandaat) van titel 10.1 (mandaat en delegatie)van hoofdstuk 10 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 160 en 171 van deGemeentewet;
De gewijzigde functienamen conform de op 1 januari 2016 gewijzigde functieboeken over te nemen in bijlage 1 bij dit besluit en de functienaam “jurist privaatrecht”, toe te voegen in bijlage 1 bij dit besluit, op plaatsen waar in bijlage 1 bij het voorgaande mandaatbesluit de functienaam “beleidsmedewerker grondzaken” werd genoemd, e.e.a. conform hetgeen is verwerkt in bijlage 1 bij dit besluit;
Twee van de drie volmachten genoemd in hoofdstuk 3 (Ruimte) in lijn met de huidige werkwijze zo aan te passen dat de volmachten enkel zijn toebedeeld aan de afdelingsmanager Ruimte, waar bij afwezigheid van de afdelingsmanager Ruimte ook de andere afdelingsmanagers gevolmachtigd zijn om deze bevoegdheid uit te oefenen;
De volgende bevoegdheden te mandateren aan de afdelingsmanager Samenleving -en de overige afdelingsmanagers - met de mogelijkheid tot ondermandaat:
Het verlenen van voorschotten vooruitlopend op definitieve vaststelling subsidies waarbij het totale bedrag niet meer dan € 50.000,- bedraagt;
onder de voorwaarde dat gebruikmaking van de mandaten dient te geschieden met inachtneming van de in de gemeentebegroting opgenomen financiële middelen en het subsidieplafond onderscheidenlijk subsidieplafonds, en – indien de begroting nog niet is vastgesteld dan wel goedgekeurd – onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.
Zoals vermeld staat in de bijlage bij dit besluit.
Bijlagen: bijlage 1 en 2 bij het mandaatbesluit van de gemeente Putten 2016.
Putten, 23 augustus 2016.
de burgemeester van Putten,
burgemeester en wethouders van Putten,
secretaris, burgemeester
de heffings-, invorderings- en WOZ-ambtenaar,
Omschrijving bevoegdheid die wordt gemandateerd aan de afdelingsmanagers | |||
Het beslissen op een Wet openbaarheid van bestuur (Wob) verzoek, inclusief het verdagen van de beslistermijn. |
Omschrijving bevoegdheid die wordt gemandateerd aan de afdelingsmanagers | |||
Artikel 7 Verordening SVN Duurzaamheidsregeling gemeente Putten |
Verlenen, vaststellen en afwijzen subsidie ingevolge Subsidieverordening instandhouding gemeentelijke monumenten. | Titel 4.2 Awb en Subsidie-verordening instandhouding gemeentelijke monumenten |
Omschrijving bevoegdheid die wordt gemandateerd aan de afdelingsmanagers | |||
Het ondertekenen van een besluit tot het (gedeeltelijk) weigeren van een omgevingsvergunning. |
Omschrijving bevoegdheid die wordt gemandateerd aan de afdelingsmanagers | |||
---|---|---|---|
Informeren ontbrekende gegevens vergunningaanvraag/in gelegenheid stellen gegevens aan te vullen. | |||
Instructies bij die mandaten van Ruimte waar onder het kopje ‘voorwaarde’ verwezen wordt naar instructies die gevolgd moeten worden bij het toepassen van de gemandateerde bevoegdheid:
Indien tijdens de opbouw van de kramen op de dinsdagavond hinder wordt ondervonden van één of meerdere op het marktterrein achtergelaten voertuigen, goederen of anderszins, kan door middel van natrekking van een kenteken of andere herkenningstekens worden getracht de eigenaar te achterhalen om deze eventueel onder dreiging van een geldboete te verzoeken zijn voertuig, goederen of anderszins te verwijderen. Als er vooralsnog geen eigenaar te traceren is, dan wel de eigenaar weigert tot verwijdering over te gaan, worden de aangetroffen voertuigen, goederen of anderszins achtergelaten tot het moment dat de marktmeester van de gemandateerde bestuursdwangbevoegdheid gebruik mag maken. Het wordt de marktmeester iedere woensdagmorgen vanaf 5.30 uur, voor de resterende periode dat het Kerk- en Fontanusplein (inclusief het gedeelte van de Kromme- en Papiermakerstraat) als marktterrein is aangewezen, toegestaan van de gemandateerde bestuursdwangbevoegdheid gebruik te maken. Alvorens feitelijke bestuursdwang aan de orde is, dient de marktmeester bij een achtergelaten motorvoertuig, goederen of anderszins in eerste instantie te pogen (bij voertuigen door middel van het kenteken) de eigenaar te achterhalen om deze vervolgens telefonisch te benaderen met het verzoek het voertuig, goederen of anderszins per direct te verwijderen. Indien de eigenaar aangeeft hiertoe niet bereid te zijn, dan wel in het geheel niet telefonisch bereikbaar is, wordt het de marktmeester vanaf 5.30 uur toegestaan op kosten van de overtreder een sleepdienst of in verband met achtergelaten goederen of anderszins een vervoersbedrijf in te schakelen. Als de eigenaar bereid is het achtergelaten voertuig, goederen of anderszins te verwijderen dient dit uiterlijk om 6.15 uur te zijn gebeurd, bij gebreke waarvan de marktmeester alsnog een sleepdienst of een vervoersbedrijf mag inschakelen. Indien er op de woensdagmorgen bij achtergelaten voertuigen, goederen of anderszins in het geheel geen aanknopingspunten zijn de eigenaar te traceren, wordt het de marktmeester vanaf 5.30 uur toegestaan op kosten van de overtreder een sleepdienst of in verband met achtergelaten goederen of anderszins een vervoersbedrijf in te schakelen.
Indien van een situatie sprake is, zoals verwoord in artikel 5 van de uitvoeringsregels standwerkers en de artikelen 9 en 10 van de Marktverordening, dient de marktmeester de betrokken standwerker/vergunninghouder voor een vaste plaats/vergunninghouder van een dagplaats op de dag dat deze het niet gewenste gedrag vertoont een brief te overhandigen, waarin de aard van het gedrag en de te treffen sanctie wordt vermeld, één en ander conform de bij dit besluit gevoegde en als zodanig corresponderende "sanctiebrieven".