Organisatie | Venlo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel omgevingsvergunning activiteit inrit 2016 |
Citeertitel | Beleidsregel omgevingsvergunning activiteit inrit 2016 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Algemene plaatselijke verordening Venlo
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-03-2016 | 31-03-2020 | nieuwe regeling | 01-03-2016 | 16-1043 |
In de Algemene Plaatselijke Verordening Venlo (verder APV) wordt in artikel 2:12 bepaald dat het verboden is om zonder vergunning een in- of uitweg naar de openbare weg te maken, dan wel deze te veranderen. Vervolgens worden in het derde lid een viertal weigeringsgronden genoemd. Een omgevingsvergunning voor de activiteit inrit/uitweg (hierna: uitweg) kan namelijk worden geweigerd in het belang van:
Aangezien deze weigeringsgronden zeer algemeen geformuleerd zijn, wordt in het navolgende nader aangegeven wanneer weigering van vergunning in ieder geval aan de orde is of kan zijn.
Artikel 2 Toetsingskader aanvragen uitwegvergunning
Bruikbaarheid en veilig en doelmatig gebruik van de weg (artikel 2:12, lid 3, sub a en b)
Bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving (artikel 2:12 lid 3 sub c)
Woningen en bedrijven niet op een industrieterrein:
Bedrijven op een industrieterrein:
Bescherming van groenvoorzieningen in de gemeente (artikel 2:12, lid 3 sub d)
Artikel 3 Opschortende voorwaarden vergunning activiteit uitweg
Indien vergunningverlening passend is binnen deze beleidsregel, wordt vergunning verleend onder de volgende voorwaarden:
Artikel 4 Kostenverhaald van de aanleg van uitwegen
Voor de realisatie van een bedrijfsmatige uitweg worden de werkelijke aanlegkosten en eventuele bijkomende kosten voor aanpassingen in de openbare ruimte (aanpassingen in de openbare ruimte kunnen bijvoorbeeld zijn het verplaatsen van een lichtmast, verplaatsen van een schakelkast nutsbedrijven, aanpassingen aan een kolk etc., in rekening gebracht bij de aanvrager.
Voor de realisatie van de eerste uitweg en eventuele bijkomende kosten voor aanpassingen in de openbare ruimte (aanpassingen in de openbare ruimte kunnen bijvoorbeeld zijn het verplaatsen van een lichtmast, verplaatsen van een schakelkast nutsbedrijven, aanpassingen aan een kolk etc.), wordt (onder andere) een maximum tarief in rekening gebracht dat elke 3 jaar door het College van Burgemeester en Wethouders wordt vastgesteld (het college van Burgemeester en Wethouders heeft in haar B&W overleg van 1 oktober 2013 de tariefstelling vastgesteld).
Indien de aanlegkosten inclusief eventuele bijkomende kosten voor aanpassingen in de openbare ruimte (aanpassingen in de openbare ruimte kunnen bijvoorbeeld zijn het verplaatsen van een lichtmast, verplaatsen van een schakelkast nutsbedrijven, aanpassingen aan een kolk etc.), bij de realisatie van een eerste uitweg lager zijn dan het vastgestelde maximum tarief, worden de werkelijke kosten in rekening gebracht.
In uitzonderlijke situaties is het college bevoegd ten aanzien van aanpassingen in de openbare ruimte af te wijken van de tariefstelling.