Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Leusden

Verordening cliëntenparticipatie sociale zekerheid 2014, Gemeente Leusden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLeusden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening cliëntenparticipatie sociale zekerheid 2014, Gemeente Leusden
CiteertitelVerordening cliëntenparticipatie sociale zekerheid 2014, Gemeente Leusden
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening vervangt de versie die op 1 januari 2012 in werking is getreden.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet werk en bijstand (WWB), art. 47
  2. Algemene wet bestuursrecht
  3. Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201417-02-2018Nieuwe regeling

27-02-2014

gmb-2016-124546

218155

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie sociale zekerheid 2014, Gemeente Leusden

 

 

 

De Raad van de Gemeente Leusden;

Gelezen het voorstel van het college d.d. 7 januari 2014, nummer 218161; Overwegende:

  • Dat het wenselijk is om de kennis en ervaring van cliënten en belangenbehartigers te betrekken bij de beleidsvorming en de uitvoering van de WWB en overige regelgeving op het terrein van werk en inkomen;

Gelet op:

Besluit vast te stellen:

de Verordening cliëntenparticipatie sociale zekerheid 2014, Gemeente Leusden

Artikel I Begripsomschrijvingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      Gemeente:

      gemeente Leusden

    • b.

      College:

      het college van burgemeester en wethouders gemeente Leusden

    • c.

      WWB:

      Wet werk en bijstand

    • d.

      Doelgroep:

      personen/groepen die vallen onder het beleidsterrein Sociale Zekerheid

    • e.

      Belangenorganisaties:

      organisaties die de belangen behartigen van de doelgroep zoals beschreven bij artikel I lid 1 d

    • f.

      Platform Sociale Zekerheid:

      overleg orgaan zoals bedoeld in deze verordening

    • g.

      Burgerparticipatie:

      de wijze waarop de gemeente uitvoering geeft aan de inspraak- en medezeggenschapsintentie van de WWB

    • h.

      Beleidsadviseur:

      een persoon die werkzaam is op de afdeling Beleid van de gemeente Leusden onder de verantwoordelijkheid van het college op de relevante terreinen.

Artikel II Doelstelling cliëntenparticipatie

  • 1.

    De cliëntenparticipatie sociale zekerheid heeft als doel te bewerkstelligen dat maatschappelijke organisaties en belanghebbenden door zelforganisatie, vanuit een onafhankelijke positie, optimaal betrokken zijn bij de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van het gemeentelijk beleid op het gebied van de WWB en aanverwante regelgeving in Leusden.

  • 2.

    De cliëntenparticipatie sociale zekerheid zal moeten bijdragen aan de totstandkoming of verbetering van het gemeentelijk beleid op het gebied van de WWB en aanverwante regelgeving. Dit beleid zal enerzijds gericht zijn op activiteiten die ondernomen moeten worden ten behoeve van de (toekomstige) deelname op de arbeidsmarkt en anderzijds ter ondersteuning van diegenen die een beroep moeten doen op een uitkering.

Artikel III Beleidsterreinen

In het kader van de cliëntenparticipatie sociale zekerheid als omschreven in artikel I van deze verordening wordt een Platform Sociale Zekerheid ingesteld, dat wordt betrokken bij:

Het Platform Sociale Zekerheid wordt betrokken bij de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van het beleid op de wijze zoals omschreven in artikel IV van deze verordening.

Artikel IV Regeling Platform Sociale Zekerheid

  • 1.

    Taak, samenstelling en werkwijze

    1.1. Het Platform Sociale Zekerheid brengt gevraagd dan wel ongevraagd aan ons college advies uit over het gemeentelijk beleid, zowel qua voorbereiding als qua uitvoering, voor zover dit betrekking heeft op dan wel gevolg heeft voor de belangen die hierna omschreven zijn:

    • De plaats en de positie van mensen met de laagste inkomens

    • Het minimabeleid, vangnetbeleid, schuldhulpverlening en noodfondshulp

    • Vervoer voor mensen met de laagste inkomens

    • Maatschappelijke activering, centrum voor werk en inkomen en de bijstandswetgeving

    • Voorlichting aan mensen met de laagste inkomens

    • De plaats en positie van statushouders voor zover die relevantie hebben met het terrein van de Sociale Zekerheid.

    In het geval wij bij het doen van (beleids)keuzen afwijken van de inhoud van een advies zullen wij het Platform mededelen op welke gronden van het advies is afgeweken.

    1.2. Wij stellen het Platform – na kennisneming van de van belang zijnde bescheiden – in de gelegenheid binnen een termijn van 2 weken een schriftelijk advies uit te brengen. Voor zover het betreft de vaststelling van verordeningen en beleidsplannen wordt aan het Platform de gelegenheid geboden binnen een termijn van 3 weken een advies uit te brengen.

    1.3. Het Platform brengt over zijn werkzaamheden jaarlijks voor 1 mei verslag uit aan ons college.

    1.4. Het Platform wordt in ieder geval om advies gevraagd over het vaststellen van beleidsplannen in het kader van de Wet werk en bijstand en daarmee samenhangende regelingen. Jaarverslagen op het terrein van Sociale Zekerheid worden ter kennis gebracht van het Platform.

    1.5. Voor het Platform Sociale Zekerheid wordt door het college een beleidsadviseur aangewezen die eerste aanspreekpunt is, binnen door het college gestelde kaders uitleg kan geven en periodiek overleg kan voeren.

    1.6. De direct verantwoordelijke wethouder is formeel aanspreekpunt voor het Platform en voert in verband hiermee tenminste eenmaal per jaar een overleg met het Platform op basis van een aangeleverd werkprogramma.

    1.7. Het Platform komt tenminste 6 maal per jaar bij elkaar, maar daarnaast zoveel als nodig wordt geacht, bijeen voor overleg.

    1.8. De vergaderingen van het Platform Sociale Zekerheid zijn openbaar, tenzij over personen wordt beraadslaagd, de stukken door het college als geheim zijn aangemerkt of de meerderheid van het Platform Sociale Zekerheid een besloten vergadering wenst.

    1.9. Besluiten worden altijd in het openbaar genomen. Besluiten worden schriftelijk vastgelegd. Adviezen aan het college worden eveneens schriftelijk vastgelegd.

    1.10. Het Platform Sociale Zekerheid kan een reglement van orde voor zijn vergaderingen vast stellen. Het reglement van orde wordt ter kennisname aan het college gezonden. In het reglement van orde wordt ter kennisname aan het college gezonden. In het reglement wordt in ieder geval geregeld:

    • De wijze waarop vergaderingen worden uitgeschreven en openbaar gemaakt – De werkwijze tijdens vergaderingen

    • Wijze van beslaglegging

    • De besluitvorming tijdens vergaderingen.

  • 2.

    Geheimhouding

    Wanneer door het college aan het Platform Sociale Zekerheid stukken onder geheimhouding worden toegezonden, nemen de leden deze geheimhouding in acht. De leden van het Platform Sociale Zekerheid gaan overigens vertrouwelijk om met die informatie die als zodanig wordt aangemerkt, dan wel waarvan zij de vertrouwelijkheid redelijkerwijs kunnen begrijpen.

  • 3.

    Overige bevoegdheden

    • 1.

      Het Platform Sociale Zekerheid kan deskundigen uitnodigen om een vergadering bij te wonen met het ook op de behandeling van een bepaald onderwerp.

    • 2.

      De leden van het Platform Sociale Zekerheid kunnen altijd derden raadplegen over de aangelegenheden waarmee zij als lid van de adviesraad te maken krijgen.

    • 3.

      Zij nemen daarbij het bepaalde in artikel IV lid 2 in acht.

  • 4.

    Samenstelling adviesorgaan

    4.1. De leden van het Platform worden benoemd door ons college op voordracht van het Platform Sociale Zekerheid.

    4.2. Geen lid van het Platform Sociale Zekerheid kunnen zijn:

    • a.

      De leden van het college en de secretaris van de gemeente Leusden

    • b.

      Ambtenaren van de gemeente Leusden

    • c.

      Gemeenteraadsleden en fractievertegenwoordigers van politieke partijen binnen de gemeente.

    4.3. Het adviesorgaan Sociale Zekerheid bestaat uit ten minste vijf en maximaal 9 leden die worden geacht de belangen van bijstandgerechtigden in de ruimste zin van het woord te kunnen behartigen, te weten:

    • a.

      inwoners die recht hebben op een uitkering of inkomensvoorziening krachtens de Wet werk en bijstand, de Wet investeren in jongeren, dan wel aantoonbare affiniteit hebben met die doelgroep;

    • b.

      een vertegenwoordiger van de locale gehandicaptenorganisaties;

    • c.

      een vertegenwoordiger van de Samenwerkende Ouderenorganisaties Leusden;

    • d.

      een door de onder a tot en met c genoemde leden voor te dragen voorzitter.

    4.4. Het college beoordeelt of er sprake is van belangenverstrengeling.

    4.5. De verdeling van de functies van secretaris en penningmeester is voorbehouden aan de leden van het Platform.

  • 5.

    Voordracht en kandidaatstelling

    5.1. De representatieve belangenorganisaties van de specifieke doelgroepen, zoals genoemd in artikel IV lid 4 worden door het college schriftelijk uitgenodigd een of meerdere kandida(a)t(en) voor te dragen.

    5.2. Vertegenwoordigers namens niet-georganiseerde doelgroepen en namens overige betrokken inwoners worden de gelegenheid gegeven zich kandidaat te stellen voor het Platform Sociale Zekerheid. Het college nodigt hen daartoe uit door een publicatie van een oproep op de gemeentepagina en de website.

    5.3. Voor de benoeming van de leden, stelt het college een profiel op, waarin de spreiding en de vertegenwoordiging als bedoeld in artikel IV lid 4 gewaarborgd wordt.

    5.4. Alvorens tot benoeming over te gaan, raadpleegt het college het Platform Sociale Zekerheid.

  • 6.

    Zittingsduur

    6.1. Een lid van het Platform Sociale Zekerheid kan zijn lidmaatschap tussentijds beëindigen middels een schriftelijke kennisneming aan het college en het Platform Sociale Zekerheid.

    6.2. Een tussentijds benoemd lid van het Platform Sociale Zekerheid wordt geacht te zijn getreden in plaats van het lid dat zijn lidmaatschap voortijdig heeft beëindigd.

    6.3. De leden worden benoemd voor een zittingsperiode van vier jaar.

    6.4. Een lid van het Platform Sociale Zekerheid kan een maal hernoemd worden.

  • 7.

    Beëindiging van het lidmaatschap

    7.1. De leden van het Platform Sociale Zekerheid kunnen altijd hun ontslag nemen. Zij dienen daartoe een schriftelijk verzoek in bij het college.

    7.2. Het lidmaatschap van het Platform Sociale Zekerheid eindigt bovendien door:

    • Overlijden

    • Door ontslag door het college, nadat daartoe door het Platform Sociale Zekerheid een verzoek is ingediend. Een zodanig verzoek moet ondersteund worden door de meerderheid va het aantal zitting hebbende adviesraadsleden

    • Door het vertrek uit de gemeente Leusden.

    7.3. Bij een tussentijdse vacature wordt zo spoedig mogelijk in de betreffende vacature voorzien, waarbij het bepaalde in artikel 4 en 5 onverkort van toepassing is.

  • 8.

    Financiële ondersteuning

    8.1. Voor het uitvoeren van de taken van het Platform Sociale Zekerheid wordt in de gemeentelijke begroting een budget opgenomen voor:

    • a.

      De kosten van deskundigheidsbevordering

    • b.

      Een jaarlijkse vergoeding voor de leden van het Platform Sociale Zekerheid.

    8.2. De vergoeding zoals genoemd in artikel IV lid 8.1 wordt vastgesteld door het college.

    8.3. De vergoeding wordt eenmaal per jaar uitbetaald.

    8.4. Het Platform Sociale Zekerheid ontvangt jaarlijks een subsidie. Het subsidieplafond is het bedrag dat voor het Platform Sociale Zekerheid in de gemeentelijke begroting is opgenomen.

    8.5. Op basis van redelijkheid en de in te dienen begroting zullen wij voor de volgende uitgaven een subsidie verstrekken:

    • deskundigheidsbevordering

    • documentatie en voorlichting

    • administratiekosten

    • secretariële ondersteuning

    • uitgaven in verband met het waarborgen van een goede boekhouding

    • het zelf dan wel in een samenwerkingsverband jaarlijks organiseren van een of meer thema avonden voor de (beleids)terreinen waarop het adviesorgaan betrokken is.

    Wij leveren geen financiële bijdrage in de kosten van deskundige adviezen die door het Platform worden ingewonnen.

    8.6. Over de besteding van het budget zoals bedoeld in artikel 8.4 wordt jaarlijks door het Platform Sociale Zekerheid voor 1 mei van het daaropvolgende jaar schriftelijk verantwoording afgelegd.

  • 9.

    Overige faciliteiten en beperking

    9.1. De werving van leden van het Platform kan desgevraagd ondersteund worden door de gemeente.

    9.2. Het adviesorgaan kan kosteloos:

    • in goed overleg gebruik maken van vergaderruimten in het gemeentehuis en de hierbij behorende koffie- en theevoorziening

    • gebruik maken van de diensten van onze huisdrukkerij.

    9.3. Voor zover het Platform algemene berichten wil verzenden naar bij de gemeentelijke organisatie bekende personen kan de organisatie hiervan uitsluitend geschieden na overleg met de aangewezen beleidsambtenaar.

    Laatstgenoemde heeft hiervoor de instemming nodig van de verantwoordelijke wethouder.

  • 10.

    Slotbepalingen

    10.1. In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het college na voorafgaand overleg met het Platform Sociale Zekerheid.

    10.2. Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening cliëntenparticipatie Sociale Zekerheid 2014, gemeente Leusden.

    10.3. Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2014.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Leusden in zijn openbare vergadering van

7 januari 2014, nummer 218161

De griffier

mevrouw mr. J.S.Y. Houtman

De voorzitter van de raad

mevrouw drs. A. Vermeulen

TOELICHTING ALGEMENE TOELICHTING OP DE VERORDENING CLIËNTENPARTICIPATIE SOCIALE ZEKERHEID GEMEENTE LEUSDEN

Met ingang van 1 januari 2004 is de Wet werk en bijstand (WWB) van kracht.

Onder de WWB is de gemeente verplicht om cliëntenparticipatie bij wijze van een verordening te regelen. Bij amendement van 27 augustus 2003 is namelijk bepaald dat de wijze waarop de gemeente personen, bedoeld in artikel 7, eerste lid van de WWB, of hun vertegenwoordigers betrekt bij de uitvoering van de Wet Werk en Bijstand, in een verordening vastgelegd moet worden. In deze verordening wordt minstens geregeld de wijze waarop:

  • a.

    periodiek overleg wordt gevoerd met deze personen of hun vertegenwoordigers;

  • b.

    deze personen of vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;

  • c.

    zij worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie. Een en ander is geregeld in artikel 47 WWB.

Hiermee wordt bewerkstelligd dat de cliëntenparticipatie in lijn wordt gebracht met de Wet Structuur Uitvoering Werk & Inkomen (SUWI), waarin wordt gesteld dat cliëntenparticipatie onmisbaar is in een uitvoeringsstructuur waarin de cliënt centraal staat. De cliëntenparticipatie Sociale Zekerheid is in de gemeente Leusden tot uiting gebracht door de voorgenomen instelling van een Platform Sociale Zekerheid. Het Platform heeft het recht structureel te overleggen over de uitvoering van de WWB en beleidsaangelegenheden van de afdeling Sociale zaken. Het Platform kan hierbij gevraagd en ongevraagd advies geven aan het college van de gemeente Leusden.

De voorzitter van het Platform is daarbij aanspreekpunt voor de gemeente; de wethouder Sociale Zaken en beleidsmedewerker Sociale Zaken zijn aanspreekpunt voor het Platform. Hiermee wordt beoogd de communicatie tussen gemeente en belanghebbenden en de betrokkenheid van de belanghebbenden bij het relevante beleid en uitvoering verder te verbeteren. Bij besluit van 23 september 2003 heeft het college ingestemd met de instelling van dit Platform, op de wijze zoals beschreven in de bij dit besluit horende Regeling Platform Sociale Zekerheid. Met deze Regeling wordt voldaan aan de wettelijke vereisten voor de WWB en daarom is deze onveranderd in de onderhavige verordening opgenomen.