Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zuid-Holland

Piketregeling Dienst Beheer Infrastructuur

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZuid-Holland
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingPiketregeling Dienst Beheer Infrastructuur
CiteertitelPiketregeling Dienst Beheer Infrastructuur
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2018. Indien het Provinciaal blad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2017, treedt het besluit in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal blad waarin het besluit wordt geplaatst, en werkt het besluit terug tot en met 1 januari 2018.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Provinciewet, art. 158, lid 1. sub c; Amtenarenwet, artikelen 125 en 134; Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies art. 4.2; Uitvoeringsregeling Bezoldiging provincie Zuid-Holland, paragraaf 3; brief GO d.d. 24 februari 2015 en het advies van de MC-DBI.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2018wijziging van de considerans; art. 2; art. 8.3.

31-03-2015

Prov. Blad 2017, 5842

PZH-2017-615933259
10-04-201501-03-201501-01-2018nieuwe regeling

31-03-2015

Prov. Blad 2015, 1898

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van 31 maart 2015 tot vaststelling van de Piketregeling Dienst Beheer Infrastructuur met ingang van 1 maart 2015 (Prov. Blad 2015, 1898), en gewijzigd bij besluit van 12 december 2017 (Prov. Blad 2017, 5842)

BESLUIT:

 

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland

 

GELET OP:

- artikel 158, lid 1, sub c van de Provinciewet;

- artikelen 125 en 134 van de Ambtenarenwet;

- artikel 4.2 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies;

- paragraaf 3 van de Uitvoeringsregeling Bezoldiging provincie Zuid-Holland;

- de brief van het GO d.d. 24 februari 2015;

- het advies van de MC-DBI;

Artikel 1  

Deze piketregeling Dienst Beheer Infrastructuur is alleen van toepassing op de medewerkers werkzaam bij de Dienst Beheer Infrastructuur.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

a. Ongewenste gebeurtenis: calamiteit op de provinciale infrastructuur die het goede en veilige gebruik van deze infrastructuur negatief beïnvloedt;

b. Piketdienst: verplichting van de medewerkers, genoemd onder sub c tot en met i om zich conform het bepaalde in artikel 4.2 lid 5 van de CAP buiten de voor hun geldende werktijden ter beschikking te houden om zich zo nodig binnen de vastgestelde tijd naar de plaats van de ongewenste gebeurtenis te begeven, teneinde bij oproep zo nodig bepaalde werkzaamheden of taken te verrichten om de ongewenste gebeurtenis zo snel mogelijk te beëindigen;

c. Piketcoördinator: sectiehoofd wegen of sectiehoofd vaarwegen die volgens rooster als eerste (telefonische) aanspreekpunt bereikbaar is voor de dienstdoende medewerker bij het centrale meldnummer voor ongewenste gebeurtenissen, die de piketmedewerker aanstuurt om actie te ondernemen inzake de ongewenste gebeurtenis en indien de aard van de gebeurtenis dit vereist, persoonlijk aanwezig dient te zijn;

d. Piketmedewerker: medewerker die volgens het piketrooster door de piketcoördinator opgeroepen kan worden om actie te gaan ondernemen inzake een ongewenste gebeurtenis en indien de aard van de gebeurtenis dit vereist, persoonlijk aanwezig dient te zijn;

e. Piketmedewerker objectbediening: medewerker die volgens het rooster van de objectbediening door de piketcoördinator objectbediening opgeroepen kan worden om actie te gaan ondernemen inzake een ongewenste gebeurtenis op, aan of nabij beweegbare objecten en indien de aard van de gebeurtenis dit vereist, persoonlijk aanwezig dient te zijn;

f. Piketmedewerker Technisch Specialistisch Onderhoud (TSO): medewerker die volgens het piketrooster opgeroepen kan worden om actie te ondernemen inzake een ongewenste gebeurtenis op het gebied van beweegbare objecten, dan wel openbare verlichting of verkeersregelinstallaties en indien de aard van de gebeurtenis dit vereist, persoonlijk aanwezig dient te zijn;

g. Piketcoördinator objectbediening: sectiehoofd objectbediening of senior verkeersbegeleider vaarwegen of de door het bureauhoofd Beheer en Verkeer volgens het piketrooster aangewezen ambtenaar die volgens rooster de piketmedewerker objectbediening oproept om actie te onder-nemen inzake een ongewenste gebeurtenis op het gebied van beweegbare objecten;

h. Bureauhoofd: hoofd bureau Beheer en Verkeer, hoofd bureau Technisch Specialistisch Onderhoud of hoofd bureau Onderhoud en Verbetering;

i. Afdelingshoofd: hoofd van de afdeling District Stedelijk Gebied of hoofd van de afdeling District Landelijk Gebied;

j. Opschaling: opschaling in bevelvoering conform de systematiek van het calamiteitenplan DBI en GRIP (Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdingsprocedure).

Artikel 3 Soorten piketdiensten

De piketdienst is onder te verdelen in twee soorten:

a. Gebondenheidsdienst: Bereikbaar voor oproepen om na oproep persoonlijk aanwezig te zijn op locatie. De medewerkers, zoals omschreven in artikel 2, sub c, d, e, en f zijn tijdens hun piketdienst

bereikbaar en, indien de aard van de ongewenste gebeurtenis dit vereist, persoonlijk aanwezigop de plaats van die gebeurtenis binnen de gestelde tijd, zoals in artikel 5 aangegeven;

 

b. Bereikbaarheidsdienst: Bereikbaar voor oproepen. De medewerkers, zoals omschreven in artikel 2, sub g, h en i zijn tijdens hun piketdienst bereikbaar. Zij hoeven in principe niet op locatie aanwezig te zijn.

Artikel 4 Organisatie

1. Het betrokken bureauhoofd wijst de medewerkers, zoals omschreven in artikel 2, sub c tot en met g schriftelijk aan.

2. In geval van voorziene afwezigheid wijst het hoofd van het betrokken bureau voor de duur van deze afwezigheid, een vervanger aan voor de medewerkers, zoals omschreven in artikel 2 sub c tot en met g.

3. Per district is, in roosterdienst, één piketcoördinator operationeel. Hij stuurt de piketmedewerkers aan. In geval van opschaling onderhoudt hij de contacten met het bureauhoofd of het afdelingshoofd van het district die piketdienst heeft.

4. Per district zijn meerdere piketmedewerkers per week ingeroosterd. Het aantal piketmedewerkers wordt bepaald door het betrokken bureauhoofd.

5. Per operationele bedieningscentrale is één piketmedewerker objectbediening ingeroosterd.

6. Per district is, in roosterdienst, één piketcoördinator objectbediening operationeel. Hij draagt zorg voor het nemen van de nodige maatregelen op, aan of nabij het beweegbare object, alsmede voor het waarborgen van de continuïteit van de objectbediening. Hij onderhoudt telefonisch contact met de piketcoördinator.

7. Bij bureau Technisch Specialistisch Onderhoud zijn vanuit de verschillende disciplines meerdere piketmedewerkers TSO ingeroosterd. Het aantal piketmedewerkers wordt bepaald door het betrokken bureauhoofd.

8. Op degenen, die zijn ingeroosterd in de piketdienst is artikel 5:9 van de Arbeidstijdenwet van toepassing.

Artikel 5 Responstijd en inzet

1. In opdracht van de piketcoördinator moet een piketmedewerker zo snel als mogelijk, maar uiterlijk binnen een half uur nadat de telefonische opdracht is ontvangen, op de plaats van de ongewenste gebeurtenis aanwezig zijn.

2. In opdracht van de piketcoördinator objectbediening moet een piketmedewerker objectbediening zo snel als mogelijk, maar uiterlijk binnen een half uur nadat de telefonische opdracht is ontvangen, op de plaats van de ongewenste gebeurtenis aanwezig zijn.

3. In opdracht van de piketcoördinator moet een piketmedewerker TSO zo snel als mogelijk, maar uiterlijk binnen een uur nadat de telefonische opdracht is ontvangen, op de plaats van de ongewenste gebeurtenis aanwezig zijn.

4. Op de plaats van de ongewenste gebeurtenis beoordeelt de piketmedewerker, de piketmedewerkerobjectbediening en/of de piketmedewerker TSO de situatie, neemt ter plaatse de nodige maatre-gelen en houdt telefonisch contact met de piketcoördinator en/of de piketcoördinator objectbediening.

5. Indien de aard van de ongewenste gebeurtenis dit vereist kan de piketcoördinator meerdere piketmedewerkers oproepen voor assistentie. Daarnaast kan hij de piketcoördinator objectbedieningter assistentie raadplegen.

Artikel 6 Opschaling

1. Afhankelijk van de ernst van de ongewenste gebeurtenis kan, op initiatief van de piketcoördinatoren/of de piketcoördinator objectbediening, opschaling plaatsvinden.

2. Ten behoeve van de opschaling worden de afdelingshoofden of de bureauhoofden ingeroosterd in de piketdienst.

Artikel 7 Inroostering

1. De medewerkers die meedraaien in piketdiensten worden per district ingeroosterd in een jaarlijks piketrooster.

2. De piketdienst beslaat een volle week, waarin de medewerkers genoemd in artikel 2 bereikbaarheidsdienst, dan wel gebondenheidsdienst hebben.

3. Het betrokken bureauhoofd stelt vooraf het piketrooster vast.

4. Afwijking van het vastgestelde rooster is mogelijk in geval van ziekte en in bijzondere gevallen, in overleg met het betrokken bureauhoofd en wordt schriftelijk vastgelegd.

Artikel 8 Vergoedingen

1. De medewerkers, zoals omschreven in artikel 2, sub c, d, e, en f ontvangen bij inroostering een toelage overeenkomstig artikel 8, sub e, tweede volzin van de Uitvoeringsregeling bezoldiging provincie Zuid-Holland voor het bereikbaar en binnen de gestelde tijd aanwezig zijn op locatie.

2. De medewerkers, zoals omschreven in artikel 2, sub g, h en i ontvangen bij inroostering een toelage overeenkomstig artikel 8, sub e, eerste volzin van de Uitvoeringsregeling bezoldiging provincie Zuid-Holland voor het buiten de vastgestelde werktijden bereikbaar zijn voor oproepen.

3. De medewerkers, zoals omschreven in artikel 2, sub c tot en met g ontvangen voor de tijd dat er werkzaamheden in het kader van de piketdienst worden verricht een overwerkvergoeding conformartikel 3.4.3 van de CAP.

4. De toelage, als bedoeld in het eerste en tweede lid en de vergoeding, als bedoeld in het derde lid worden op basis van declaratie uitgekeerd.

Artikel 9 Mobiele telefoon, dienstauto, dienst- en veiligheidskleding

1. De ingeroosterde medewerkers, zoals omschreven in artikel 2, sub c, d, e, en f hebben de beschikking over een mobiele telefoon en krijgen de beschikking over een dienstauto.

2. De ingeroosterde medewerkers, zoals omschreven in artikel 2, sub c, d, e, en f mogen zich uitsluitend met de ter beschikking gestelde dienstauto naar de plek van de ongewenste gebeurtenis begeven, tenzij bijzondere omstandigheden anders rechtvaardigen. Gebruik van de dienstauto verloopt conform het Berijdersprotocol.

3. De ingeroosterde medewerkers, zoals omschreven in artikel 2, sub c, d, e, en f registreren alle kilometers die tijdens piketdienst worden gereden. Hiertoe zijn de dienstauto’s uitgerust met een blackbox. Piketdienst wordt afzonderlijk zichtbaar gemaakt door de schakelaar op de blackbox in de juiste stand te zetten (W).

4. Het aantal niet-werkgerelateerde kilometers dat tijdens piketdienst gereden wordt, bedraagt maximaal 250 kilometer per piketdienst. De werkgerelateerde kilometers tijdens de piketdienst, waaronder het woon-werkverkeer, zijn uitgesloten van dit maximum.

5. De ingeroosterde medewerkers, zoals omschreven in artikel 2, sub c tot en met g houden bij voor welke calamiteiten zij worden opgeroepen. Deze worden achteraf geregistreerd in de calamiteitenlijst van de piketcoördinator en van de piketcoördinator objectbediening, in de overurenlijsten in de digitale agenda van de medewerker. Tijdens het daadwerkelijk verrichten van werkzaamheden in het kader van de Piketdienst moet de voorgeschreven dienst- en veiligheidskleding worden gedragen.

Artikel 10 Verslaglegging

In geval van daadwerkelijk optreden bij een ongewenste gebeurtenis wordt, na afloop daarvan, schriftelijk gerapporteerd conform de systematiek van het calamiteitenplan DBI.

Artikel 11 Intrekking oude regeling

De Piketregeling DBI, vastgesteld door Gedeputeerde Staten bij besluit van 21 december 2004 (provinciaal blad 2004/100) wordt ingetrokken.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dag van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij is geplaatst en werkt terug tot en met 1 maart 2015.

Artikel 13 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als Piketregeling Dienst Beheer Infrastructuur.

Den Haag, 31 maart 2015,

J.Smit, voorzitter.

J.A.M. Hilgersom, secretaris.