Organisatie | Dronten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van Watertoeristenbelasting 2005 |
Citeertitel | Verordening Watertoeristenbelasting 2005 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | belastingen, retributies en heffingen |
Verordening vervangt Verordening Watertoeristenbelasting 2004.
Datum inwerkingtreding wijkt af van tekst verordening.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-02-2005 | 11-03-2006 | nieuwe regeling | 23-12-2004 Gemeenteblad 2004, nr. 30 | B04.001416 |
De raad van de gemeente Dronten,
op voorstel van burgemeester en wethouders, d.d. 9 november 2004, no. B04.001416;
gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;
gezien het advies van de raadscommissie Algemene Zaken van 9 december 2004;
vast te stellen de volgende verordening: Verordening op de heffing en de invordering van Watertoeristenbelasting 2005 (Verordening Watertoeristenbelasting 2005).
Ter zake van het houden van verblijf binnen de gemeente op vaartuigen waarvoor wegens de aanwezigheid in het watergebied van de gemeente in welke vorm dan ook een vergoeding wordt betaald door personen, die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente zijn opgenomen, wordt onder de naam watertoeristenbelasting een directe belasting geheven.
De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:
van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voorzover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centrale Orgaan opvang Asielzoekers.
Artikel 5. Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal etmalen dat verblijf is gehouden. Voor de toepassing van dit artikel wordt een gedeelte van een etmaal voor een vol etmaal gerekend.
Artikel 6. Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing
Ter zake van vaartuigen met een vaste ligplaats wordt, indien een belastingplichtige als bedoeld in artikel 3, eerste lid, is aangewezen:
het aantal etmalen dat door de onder a bedoelde personen verblijf is gehouden, bepaald op:
30, ingeval verblijf wordt gehouden in vaartuigen met een vaste ligplaats welke geschikt is voor gebruik of slechts gebruikt mag worden voor een periode van ten hoogste drie maanden;
52, ingeval verblijf wordt gehouden in vaartuigen met een vaste ligplaats welke geschikt is voor gebruik of slechts gebruikt mag worden voor een periode van meer dan drie maanden.
Artikel 7. Maatstaf van heffing voor vaartuigen zonder vaste ligplaats
Ter zake van het houden van verblijf in vaartuigen zonder vaste ligplaats wordt, indien een belastingplichtige als bedoeld in artikel 3, eerste lid, is aangewezen, de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal etmalen dat verblijf is gehouden.
Artikel 12. Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid moeten voorlopige aanslagen, waarvan het aanslagbiljet een dagtekening vermeldt, die ligt in het jaar waarover deze is vastgesteld, worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand, die in de dagtekening is vermeld, nog maanden van het jaar overblijven. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 14. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de watertoeristenbelasting.
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot verblijf verschaft, zulks schriftelijke te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d van de Gemeentewet.