Organisatie | Korendijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen |
Citeertitel | Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Korendijk 2005 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | openbare orde en veiligheid |
-verordening vervangt de verordeningen uit 1984 en 1985
-voor overgangsrecht zie artikel 29
nadere regels voor de graven en asbezorging
nadere regels voor de grafbedekkingen op de gemeentelijke begraafplaatsen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-06-2007 | 31-03-2016 | artikel 9, 12, 22, 23, 26 | 23-04-2007 Gemeenteblad 2007, 01 | Onbekend |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
Hoofdstuk II. Openstelling, orde en rust op de begraafplaatsen
Hoofdstuk III. Voorschriften voor lijkbezorging
Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf, tijdelijk
Degene, die wil doen begraven of as wil doen bijzetten of verstrooien, geeft daarvan zo spoedig als mogelijk, doch tenminste 48 uur voordat de begraving, bijzetting of asverstrooiing zal plaatshebben, schriftelijk kennis aan het college. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Tevens wordt de beheerder in kennis gesteld van het feit dat er een begrafenis zal plaatsvinden. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan het college zo tijdig mogelijk worden gedaan.
Het openen van een graf ter begraving of het bijzetten van een asbus met of zonder urn, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door de beheerder.
De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden en het verstrooien van crematieas op het strooiveld onder toezicht van het personeel van de begraafplaatsen, zo mogelijk geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. De nabestaanden dienen bij de werkzaamheden of asverstrooiing op het strooiveld de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.
Degene die in een graf wenst te doen begraven c.q. een asbus met of zonder urn te doen bijzetten, of uit een graf te doen opgraven, is voor zover het college dat voor de uitvoering van de werkzaamheden noodzakelijk acht, verplicht op zijn kosten de op het graf aanwezige grafbedekking, alsmede eventuele aanwezige afdekplaten, weg te (doen) nemen en deze zo spoedig mogelijk na afloop van de werkzaamheden weer terug te (doen) plaatsen. In situaties dat door de gemeente zelf de grafbedekking alsmede eventuele aanwezige afdekplaten verwijdert, blijven het risico en de kosten voor de nabestaanden.
Artikel 8 Aula, muziek- en geluidsinstallatie
De ontvangstruimte, de aula, de muziekinstallatie en/of de geluidsinstallatie staan voor iedere plechtigheid gedurende een per keer vooraf te bepalen tijdsduur ter beschikking van de aanvrager/begrafenisondernemer waarbij de aanvrager zelf dient zorg te dragen voor bediening van de installatie(s) en de eventueel benodigde geluidsdragers.
Artikel 9 Over te leggen stukken
Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 17, tweede lid.
Hoofdstuk IV. Indeling en uitgifte der graven
Artikel 11 Indeling graven en asbezorging
Op de begraafplaatsen Korendijk kunnen, voor zover de daartoe bestemde ruimte van
de begraafplaatsen dat toelaat, worden uitgegeven c.q. aangewezen:
Artikel 12 Aantal overledenen, afmetingen etc.
Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels:
Artikel 14 Categorieën/Afdelingen
Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en eigen graven onderverdelen
in categorieën. Zij bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.
Artikel 15 Termijnen eigen graven
Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van vijfentwintig jaar en vijftig jaar het recht op een eigen graf. Voor een eigen keldergraf geldt een termijn van vijftig jaar. De termijn begint te lopen op de datum waarop het eigen graf is uitgegeven.
Een recht als in dit artikel bedoeld, kan slechts aan één rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor de personen genoemd in artikel 17, eerste lid van deze verordening. Verlening van het recht ten behoeve van een ander is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
De rechthebbende op een eigen keldergraf dient voor eigen rekening daarin een grafkelder aan te (doen) brengen, overeenkomstig door het college te stellen voorwaarden.
Artikel 17 Overschrijving van verleende rechten
Het recht op een eigen graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Na het overlijden van de rechthebbende kan het eigen graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan de in de vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Nietblijvende beplantingen op een graf die naar het oordeel van de beheerder in een verwaarloosde staat verkeren kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding.
Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende twaalf weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe tevoren een mondelinge of schriftelijke aanvrage heeft ingediend bij de beheerder.
Ingeval van verwijdering, zoals hiervoor bedoeld, kan geen enkele aanspraak worden gemaakt op schadevergoeding in welke vorm dan ook.
Artikel 21 Verwijdering grafbedekking
Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking als bedoeld in het eerste lid wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd op een bij het eventueel te ruimen graf te plaatsen bordje door het college bekend gemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende bij het college bekend is. In dat geval maakt zij hem uiterlijk een jaar voor het genoemd tijdstip per brief haar voornemen bekend.
Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij het college ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende twaalf weken ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 19 was verleend. De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.
Artikel 22 Onderhoud/herstel grafbedekking
Indien hij/zij nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen en/of beplanting of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende/ vergunninghouder en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende/vergunninghouder betrokkene(n) behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededelingen op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende/vergunninghouder niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
Het college kan de rechthebbende per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar oplevert voor derden.
Artikel 23 Uitvoering van onderhoud graven en grafbedekking
Onder het van gemeentewege uit te voeren onderhoud wordt verstaan:
het snoeien van bovenmatige groei van eventueel aanwezige beplanting;
Onder de overdracht van het onderhoud van de grafbedekking valt niet het herstellen of vernieuwen van grafbedekking, noodzakelijk geworden ten gevolge van weersinvloeden (o.a. verzakking) of van toevallige of opzettelijke beschadigingen.
Hoofdstuk VI. Ruiming van graven
Artikel 24 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden op een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbende gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hen bekend is. In dat geval deelt zij mee wanneer de termijn van uitgifte gaat verstrijken. Als de rechthebbende geen verzoek indient om de termijn te verlengen maakt zij uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief het voornemen tot ruiming bekend.
De rechthebbende op een eigen graf, kan bij het college een aanvraag indienen om de overblijfselen te doen verzamelen om deze weder in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een eigen urnengraf kan bij het college een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om elders de as te doen verstrooien.
Artikel 28 Intrekken oude regeling
De Beheersverordening Algemene Begraafplaats Korendijk 1985 en de Beheersverordening Algemene Begraafplaats Korendijk 1984, respectievelijk vastgesteld op 30 december 1963 en 25 oktober 1984, inclusief de vastgestelde wijzigingen daarop worden ingetrokken.
Besluiten van het college die zijn genomen krachtens artikel 23 van de beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen 2005 blijven, voorzover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken, van kracht tot het verstrijken van de uitgiftetermijn van het eigen graf waarop het besluit betrekking heeft.