Categorale aanwijzing toezichthouders

Besluit

Het College van Gedeputeerde Staten van provincie Limburg besluit, gelet op het bepaalde in; - Hoofdstuk 5, afdeling 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht; - artikel 5.10 derde lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; - artikel 18.4 van de Wet milieubeheer;

de medewerkers met de in de bijlage genoemde functies aan te wijzen als toezichthouder als bedoeld in artikel 5:11 Algemene wet bestuursrecht, belast met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens het bepaalde in artikel 5.1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht genoemde wetten, alsmede de besluiten en voorschriften die bij of krachtens deze wetten zijn aangewezen. Een en ander voor zover het College van Gedeputeerde Staten van Limburg als bevoegd gezag dan wel betrokken bestuursorgaan is aangewezen. Dit aanwijzingsbesluit heeft betrekking op de toezichthouders werkzaam bij één van de partners van de RUD Limburg Noord in de functies zoals opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

De aanwijzing tot toezichthouder geschiedt tot wederopzegging dan wel tot beëindiging van het dienstverband, dan wel tot benoeming in een functie die niet valt binnen de functie van toezichthouder.

Legitimatiebewijs

Aan voornoemde toezichthouders wordt een legitimatiebewijs verstrekt. Legitimatiebewijzen worden alleen uitgegeven aan ambtenaren en/of derden, aan wie toezichthoudende bevoegdheden zijn toegekend door of namens het college. Bij beëindiging van de aanstelling c.q. aanwijzing levert de toezichthouder het legitimatiebewijs in. Het legitimatiebewijs bevat een foto van de toezichthouders en vermeldt in ieder geval zijn naam en hoedanigheid.

Bekendmaking

Dit besluit wordt bekend gemaakt ingevolge het bepaalde in artikel 3:42, tweede lid, Algemene wet bestuursrecht, door plaatsing in het Provinciaal Blad.