Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Molenwaard

Beleidsregels Beleid inwoning 2016 gemeente Molenwaard

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMolenwaard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels Beleid inwoning 2016 gemeente Molenwaard
CiteertitelBeleidsregels Beleid inwoning 2016 gemeente Molenwaard
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Notitie inwoning
  2. Provinciaal beleid

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-09-2016Nieuwe regling

30-08-2016

Het Kontakt, 8 september 2016

589766

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Beleid inwoning 2016 gemeente Molenwaard

Het college van de gemeente Molenwaard;

 

gelet op de Notitie Inwoning en op Provinciaal beleid;

 

besluit vast te stellen:

 

Beleidsregels Beleid inwoning 2016 gemeente Molenwaard

 

Beleid voor verduidelijking van het begrip ‘woning’ in bestemmingsplannen
1.Inleiding en uitgangspunten

1.1 Doel van het beleid inwoning

Binnen de geldende bestemmingsplannen wordt het begrip ‘woning’ gehanteerd. Hoewel dit begrip nog wordt verduidelijkt, is het moeilijk om in alle situaties tot een eenduidige interpretatie te komen. Waar ligt de grens als het gaat om verschillende ruimtes in een pand. Wanneer is nog sprake van één woning en wanneer is sprake van meer woningen?

De verwachting is dat deze vraag steeds belangrijker wordt. Voor verschillende problemen zal de mogelijkheid tot inwoning een betere oplossing worden. Zo kan inwoning een oplossing bieden bij agrarische bedrijfsovernames. Hier speelt vaak een rol dat de overname vanwege financiële gevolgen en huisvesting van de oudere generatie niet direct kan leiden tot een volledige overname en het wenselijk is om gedurende een aantal jaren gezamenlijk op het bedrijfsperceel te wonen. Daarnaast speelt bij agrarische bedrijven een goede verdeling van de (nachtelijke) werkzaamheden binnen het familiebedrijf een grote rol. Zeker in de families waar naast de agrarische werkzaamheden ook een tweede baan noodzakelijk is om tot voldoende inkomsten te komen. Een ander probleem dat steeds groter wordt is de zorgbehoefte. Zorg wordt steeds moeilijker betaalbaar voor individuen en de maatschappij. Een van de mogelijke oplossing is mantelzorg. Voor het verlenen van mantelzorg is het in veel gevallen noodzakelijk dat de hulpverlener en hulpontvanger dicht bij elkaar wonen.

Dit beleid wil een mogelijke oplossing bieden voor deze problemen door duidelijk aan te geven binnen welke kaders er sprake is van inwoning.

 

1.2 Kader

In de meest recente bestemmingsplannen wordt de volgende definitie gehanteerd voor het begrip woning: ‘een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van 1 huishouden’. Vragen die beantwoord moeten worden in het kader van inwoning zijn:

  • -

    wat kan ruimtelijk nog als 1 woning worden aangemerkt?

  • -

    wat is 1 huishouden?

De regels in deze beleidsregel geven de kaders waaraan getoetst kan worden zodat geconstateerd kan worden of er al dan niet sprake is van inwoning.

 

1.3 Beleidsregel

Doordat het kader wordt vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders en vervolgens bekend wordt gemaakt zoals bedoeld in artikel 1:3 lid 4 van de Awb verkrijgt het kader de status van beleidsregels. Dit betekent dat de gemeente in eventueel latere juridische procedures zich zal kunnen beroepen op het op deze wijze algemeen bekend gemaakte en toegepaste beleid van het college en dat daarmee strijdige verzoeken kunnen worden afgewezen. Bij een eventuele afwijzing kunnen burgemeester en wethouders volstaan met de motivering dat het verzoek niet past binnen het beleid en dat er geen zwaarwegende redenen zijn om van deze beleidsregels af te wijken.

 

1.4 Toepassing

Wanneer geconstateerd wordt dat een bestaande situatie niet voldoet aan deze beleidsregel en ook niet op andere wijze gelegaliseerd is of gelegaliseerd gaat worden, ontstaat de mogelijkheid om de strijdige situatie te handhaven. De keuze om al dan niet handhavend op te treden wordt gemaakt op grond van het geldende handhavingsbeleid van de gemeente.

Bij toetsing van vergunningaanvragen aan het bestemmingsplan wordt, indien relevant, deze beleidsregel gehanteerd om het begrip ‘woning’ te verduidelijken. Als uit de toetsing blijkt dat sprake is van meerdere woningen, welke niet in het bestemmingsplan mogelijk zijn gemaakt, moet worden geconstateerd dat niet aan het bestemmingsplan wordt voldaan.

2.Beleidsregels

2.1 Definities

Woning: een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouding.

Huishouding: een duurzaam en bestendig samenlevingsverband, waarvan de samenlevingswens niet in overwegende mate wordt bepaald door de wens om de woonruimte te delen.

 

2. 2 Technische randvoorwaarden

Om te constateren of sprake is van één woning, moet aan de volgende technische eisen worden voldaan.

Er is sprake van één woning als voldaan wordt aan elk van de volgende voorwaarden:

  • 1.

    Alle ruimten staan inpandig in directe, niet gesloten verbinding met elkaar. Alleen bergruimten mogen zo worden geplaatst dat deze niet in verbinding staan met andere ruimten van de woning.

  • 2.

    De woning heeft maximaal één huisaansluiting voor de verschillende nutsvoorzieningen met daarbij maximaal één meterkast per nutsaansluiting.

  • 3.

    De ruimten die als één woning worden aangemerkt moeten de uitstraling hebben van één woning welke niet meer dan één hoofdtoegang heeft.

  • 4.

    De woning heeft niet meer ruimten die aangemerkt kunnen worden als badkamer, toilet, keuken of woonkamer dan een van de volgende combinaties:

    • a.

      1 keuken, woonkamers, 1 badkamer;

    • b.

      keukens, 1 woonkamer, 1 badkamer;

    • c.

      1 keuken, 1 woonkamer, badkamers.

  • 5.

    In geval van agrarische bedrijfswoningen dient de woning in tegenstelling tot het gestelde onder 4. 1 gedeelde keuken of 1 gedeelde badkamer te bevatten.

  • 6.

    Het gestelde onder 5. is alleen van toepassing wanneer de bewoners van de betreffende woning bij notariële akte laten vastleggen dat de betreffende woning niet kadastraal gesplitst mag worden, tenzij de planologische situatie wordt gewijzigd.

     

2 . 3 Huishouden

Wanneer voldaan wordt aan de voorwaarden onder artikel 2.2, wordt aangenomen dat sprake is van één huishouden.

 

3 .1 Hardheidsclausule

In overeenstemming met artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht handelen burgemeester en wethouders overeenkomstig deze beleidsregel, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen heeft die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot het met de beleidsregel te dienen doel. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders derhalve afwijken van de beleidsregel.

 

3 . 2 Gelijkheidsbeginsel

Wanneer op grond van een redelijke motivering in een eerdere, soortgelijke situatie vergunning is verleend, zal met verwijzing naar deze motivering vergunning worden verleend voor het verzoek.

 

3 . 3 Inwerkingtreding en overgangsrecht

Het beleid ‘Beleid inwoning Molenwaard’ treedt in werking de dag na bekendmaking. Op (omgevings)vergunningen die zijn aangevraagd voor de datum van inwerkingtreding van dit beleid blijft het oude recht van toepassing tenzij dit nieuwe beleid gunstiger is voor de aanvrager.

 

3.4 Slotregel

Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels Beleid inwoning 2016 gemeente Molenwaard’

 

vastgesteld door het college op 30 augustus 2016

 

de secretaris, de burgemeester,

 

N.van Ameijde-Poortman MBA D.R. van der Borg