Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling kleine verbouwingen, tijdelijke huisvesting en inrichting lokalen voorschoolpeuterspeelzalen Den Haag 2016 |
Citeertitel | Subsidieregeling kleine verbouwingen, tijdelijke huisvesting en inrichting lokalen voorschoolpeuterspeelzalen Den Haag 2016 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-09-2016 | Nieuwe regeling | 30-08-2016 Gemeenteblad | Bow/2016.210, RIS 294909 |
HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS,
gelet op artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 en artikel 13 van de Verordening personele en materiële voorzieningen onderwijs gemeente Den Haag 2014.
Subsidieregeling kleine verbouwingen, tijdelijke huisvesting en inrichting lokalen voorschoolpeuterspeelzalen Den Haag 2016
§ 4 Subsidieplafond en verdeling
1.Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt per kalenderjaar een subsidieplafond van € 175.000,00.
2. Burgemeester en wethouders kunnen de hoogte van het subsidieplafond binnen de in het eerste lidgenoemde periode wijzigen.
Artikel 4:2 Wijze van verdeling
1.Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd,geschiedt in volgorde van indiening bij burgemeester en wethouders, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde plafond is bereikt.
2.Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehadde aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.
3.Indien burgemeester en wethouders op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt,meer dan één aanvraag ontvangen, stellen zij de onderlinge rangschikking van die aanvragen vast door middel van loting.
1.Een subsidieaanvraag kan uitsluitend elektronisch via het onderwijsloket worden ingediend.
2. De aanvraag is ondertekend met een elektronische handtekening namens de aanvrager als bedoeld inartikel 2:16 van de Algemene wet bestuursrecht, dan wel op een andere door burgemeester en wethouders toegestane wijze van elektronische indiening waarbij geen twijfel bestaat over de authenticiteit van de aanvraag.
3.In afwijking van artikel 6, tweede lid en artikel 21b, derde lid van de Verordening personele enmateriële voorzieningen onderwijs gemeente Den Haag 2014 en in afwijking van de op grond van artikel 8, tweede en derde lid van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 over te leggen gegevens, legt de aanvrager de volgende gegevens over:
§ 6 Verplichtingen, vaststelling en voorschot
1.Het bepaalde in de artikelen 15 en 16 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014, is van overeenkomstige toepassing op subsidieverstrekking aan schoolbesturen.
2. De subsidieontvanger leeft de kwaliteitseisen uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen, de op deze wet gebaseerde regelgeving en de Verordening nadere kwaliteitseisen peuterspeelzalen 2013 na.
Artikel 6:2 Eindverantwoording subsidies
In aanvulling van de op grond van artikel 20, tweede , van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 en in aanvulling op artikel 14 van de Verordening personele en materiële voorzieningen onderwijs gemeente Den Haag 2014, legt de aanvrager van een vaststellingsbeschikking de facturen van de daadwerkelijk gemaakte kosten over.
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen afwijken van het bepaalde in deze regeling voor zover toepassing ervan gelet op het belang van aanbod van vroeg- en voorschoolse educatie in daarvoor geschikte ruimten, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 7:2 Overgangs- en slotbepalingen
1.Deze subsidieregeling treedt in werking op 5 september 2016.
2. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling kleine verbouwingen, tijdelijke huisvesting en inrichting lokalen voorschoolpeuterspeelzalen Den Haag 2016.
Het college van burgemeester en wethouders,
Doel van deze subsidieregeling is ervoor te zorgen rechtmatig subsidie verstrekt kan worden voor kleine aanpassingen aan (school)gebouwen voor een voorschoolpeuterspeel en (her)inrichting of tijdelijke huisvesting van voorschoolpeuterspeelzalen. Benadrukt wordt, dat het uitsluitend om kleine aanpassingen tussendoor gaat, waarvan de noodzaak niet altijd kan worden voorzien. De subsidie bedraagt maximaal € 15.480,00 per lokaal en kan gedurende het gehele kalenderjaar aangevraagd worden.
Voor huisvesting en inrichting van voorschoolpeuterspeelzalen waarmee grotere bedragen zijn gemoeid, dient subsidie aangevraagd te worden op grond van hoofdstuk 2C “Tijdelijke regeling ter voorziening in huisvesting van voorschoolpeuterspeelzalen in lesgebouwen voor basisonderwijs” van de Verordening personele en materiële voorzieningen onderwijs gemeente Den Haag 2014. Deze aanvragen kunnen worden ingediend tot uiterlijk 1 februari van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidie betrekking heeft. Gehonoreerde aanvragen worden opgenomen in het jaarlijks door burgemeester en wethouders vast te stellen Programma huisvesting voorschoolpeuterspeelzalen.
In de Subsidieregeling kleine verbouwingen, tijdelijke huisvesting en inrichting lokalen voorschooolpeuterspeelzalen Den Haag 2016 wordt in artikel 2:1, derde lid sub a expliciet uitgesloten dat de aanvrager die in aanmerking komt voor subsidie op grond van voornoemd hoofdstuk 2C, ook nog eens subsidie op grond van onderhavige regeling zou kunnen krijgen voor dezelfde activiteiten.
Alleen houders van voorschoolpeuterspeelzalen kunnen voor subsidie in aanmerking komen
(zie artikel 2:2). Dat kunnen schoolbesturen zijn, maar ook andere organisaties. Subsidiëring aan scholen kan en mag vanwege de onderwijswetgeving uitsluitend plaatsvinden op grond van de Verordening personele en materiële voorzieningen onderwijs gemeente Den Haag 2014. Daarom is de juridische basis van de regeling zowel in laatstgenoemde verordening (voor de scholen) als in de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 (voor de overige organisaties) te vinden.
In de begripsomschrijving van voorschoolpeuterspeelzaal wordt verwezen naar de Subsidieregeling integrale plannen primair onderwijs en voorscholen Den Haag 2016. Alleen houders van voorschoolpeuterspeelzalen die op grond van laatstgenoemde regeling subsidie ontvangen, kunnen in aanmerking komen voor een subsidie. Op die wijze wordt bewerkstelligd dat de eisen waaraan voorschoolpeuterspeelzalen op grond van de Subsidieregeling integrale plannen primair onderwijs en voorscholen Den Haag 2016 moeten voldoen, ook hier (indirect) gelden.
Voor de jaren 2016 en 2017 is voor subsidieverstrekking op grond van de regeling een bedrag van € 175.000,00 beschikbaar. Dit is steeds het voor dat jaar geldende subsidieplafond. Op grond van artikel 4:25 , tweede lid, Algemene wet bestuursrecht, moet een subsidie worden geweigerd voor zover door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.
Net als alle andere subsidies op het gebied van onderwijs(beleid), dient ook hier de subsidie elektronisch via het onderwijsloket te worden aangevraagd.
Vaststelling van de subsidie geschiedt op basis van de facturen die de aanvrager overlegt.