Hoofdstuk 2 Subsidieverlening voorscholen
Artikel 3. Subsidie voor deelname peuters aan de voorschool
- 1.
Het college kan alleen subsidie verlenen aan een organisatie die de voorscholen uitvoert voor peuters van ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag;
- 2.
Het college wijst de locaties aan die het predicaat voorschool hebben.
Artikel 4. Aanvraag subsidie voor deelname voorschool van niet-toeslagouders
Een organisatie die de voorscholen uitvoert (en hiervoor door de gemeente Dongeradeel is aangewezen) kan subsidie aanvragen voor deelname van een peuter aan voorschool. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
- a.
voor deelname van peuters van 2,5 tot 4 jaar oud, woonachtig in de gemeente Dongeradeel;
- b.
voor deelname van 2 dagdelen (max. 7 uren) per schoolweek voor reguliere peuters;
- c.
voor deelname van 3 dagdelen (max. 10,5 uren) per schoolweek voor VVE-doelgroeppeuters;
- d.
voor peuters, waarvan de ouders niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag;
- e.
ouders betalen een inkomensafhankelijke ouderbijdrage conform de tabel ouderbijdragen van de kinderopvang (dagopvang). De ouders betalen de ouderbijdrage aan de kinderopvangorganisatie;
- f.
de aanvraag van de subsidie betreft het resterende deel van de kosten voor deelname aan de voorschool na aftrek van de ouderbijdrage;
- g.
voor de hoogte van de (bruto) subsidiebijdrage gaat de gemeente uit van de kostprijs per uur conform de landelijke adviestabel voor uurprijs van de kinderopvang, die jaarlijks wordt vastgesteld.
Artikel 5. Aanvraag aanvullende subsidie voor zorgpeuters
- 1.
Het college kan alleen een aanvullende subsidie verstrekken aan een organisatie die de voorscholen uitvoert voor zogeheten zorgpeuters.
- 2.
Voor de zorgpeuters gelden hierbij de volgende voorwaarden:
- a.
De peuter is tussen de 2,5 en 4 jaar oud, woonachtig in de gemeente Dongeradeel;
- b.
De peuter heeft een VVE-indicatie;
- c.
De peuter heeft een onderbouwde verwijzing van het gebiedsteam.
- 3.
Een zorggroep moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
- a.
Er zitten maximaal 10 peuters in een groep;
- b.
Minimaal 1 van de 2 leidsters is HBO-geschoold;
- c.
Er vindt een warme overdracht plaats van elke zorgpeuters naar (speciaal) basisonderwijs of elke andere instelling waar vervolg opvang of onderwijs wordt geboden.
- 4.
Als aan alle voorwaarden zoals genoemd in lid 2 en 3 voldaan is kan een aanvullende subsidie aangevraagd worden van € 3,75- per uur per zorgpeuter voor maximaal 3 dagdelen van maximaal 10,5 uur per schoolweek.
Artikel 6. Bevoorschotting subsidie voorschool van niet-toeslagouders
- 1.
De toegekende subsidie wordt voorafgaand aan elk kwartaal als voorschot uitbetaald op basis van een indicatie van het aantal peuters van niet-toeslagouders.
- 2.
De subsidie wordt jaarlijks vastgesteld op basis van het gerealiseerde aantal uren aan peuters van niet-toeslagouders. Deze verantwoording omvat een overzicht van de volgende gegevens per peuter:
- a.
registratienummer kind en geboortedatum
- b.
- c.
naam voorschool en groep;
- d.
deelname aantal uren per schoolweek en startdatum opvang
- e.
berekening bijdrage: totale kosten voorschool minus ouderbijdrage is gevraagde subsidie.
Artikel 7. Deelname voor extra uren of dagdelen voor de voorschool
Indien ouders gebruik willen maken van een voorschool voor meer dan het in artikel 4, lid b en c genoemde aantal dagdelen dan betalen de ouders de totale kosten voor deze extra uren dan wel dagdelen zelf, zonder bijdrage van de gemeente.
Hoofdstuk 3 Subsidieverlening preventieactiviteiten jeugd
Artikel 8. Algemene voorwaarden
- 1.
De subsidie kan alleen worden aangevraagd door rechtspersonen;
- 2.
De subsidie kan zowel worden aangevraagd voor preventie-activiteiten gericht op groepen alsook op individuen c.q. gezinnen;
- 3.
De activiteiten moeten in de gemeente Dongeradeel plaatsvinden. De herkomst van de deelnemers is niet van invloed op de subsidie.
- 4.
De subsidie kan in 2 tranches per jaar aangevraagd worden: voor 1 juni en voor 1 december;
- 5.
Een subsidieverzoek moet uiterlijk 10 weken voor de start van de activiteit worden ingediend.
Artikel 9. Subsidiabele activiteiten
- 1.
Een subsidieaanvraag is subsidiabel als het op preventie gerichte ondersteuning of activiteiten van jeugdigen (en hun ouders/verzorgers) met problemen op het terrein van opgroeien en opvoeden betreft , die voldoen aan de volgende criteria:
- a.
De activiteit sluit aan bij de speerpunten en risicogroepen zoals beschreven in het DDFK- beleidskader integraal preventiebeleid jeugd;
- b.
De activiteit leidt aantoonbaar tot het voorkomen of verminderen van individuele voorzieningen in het kader van de jeugdwet of Wmo.
- 2.
De in lid 1 genoemde criteria gelden voor minimaal 75% van het budgetplafond. Hiervan is een jaarlijks vast te stellen budget bestemd voor specifieke doelen.
- 3.
Daarnaast is er maximaal 25% van het vrijgemaakte budget beschikbaar voor zogenaamde vrije ruimte.
Artikel 10. Subsidieplafond en verdelingsregels
- 1.
Voor het subsidiëren van de in artikel 9 omschreven activiteiten stelt het college de subsidieplafonds vast.
- 2.
Wanneer het subsidieplafond is bereikt van de betreffende tranche doordat voorafgaand aan de indieningstermijn meer aanvragen zijn ingediend (die voldoen aan de gestelde voorwaarden) dan er beschikbaar is aan budget, wordt een rangorde opgesteld waarin wordt gekeken naar de volgende aspecten (in volgorde van weging):
- a.
De mate waarin het gebruik van individuele voorzieningen in het kader van de jeugdwet of de Wmo wordt voorkomen of kan verminderen;
- b.
De mate waarin sprake is van vernieuwing c.q. innovatie.
Artikel 11 Bevoorschotting
- 1.
Aan de subsidieontvanger wordt het verleende subsidiebedrag als voorschot uitbetaald.
- 2.
Het voorschot wordt binnen 6 weken na de subsidieverlening betaalbaar gesteld.
- 3.
Na uitvoering van de gesubsidieerde activiteit dient een verantwoording ingediend te worden.
Hoofdstuk 4 De subsidievaststelling
Artikel 12. De subsidievaststelling en verantwoording
Het college stelt op basis van de Algemene Subsidieverordening en de ingediende verantwoording jaarlijks de subsidie vast:
- a.
voor de subsidie genoemd in artikel 3 op basis van de aantallen peuters en gerealiseerde uren;
- b.
voor de subsidie genoemd in artikel 9 op basis van het aantal gerealiseerde activiteiten waarvoor subsidie is verleend.
Hoofdstuk 5 Slot- en overgangsbepalingen
Artikel 13. Evaluatie
Deze regeling wordt periodiek geëvalueerd, voor het eerst in 2017.
Artikel 14. Citeertitel
Deze nadere regels worden aangehaald als "Nadere regels preventieactiviteiten jeugd 0-23 jaar gemeente Dongeradeel 2016”.
C.Te bepalen dat de besluiten onder A. en B. in werking treden op de eerste dag na die van bekendmaking.