Organisatie | Dalfsen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling budgethouderschap van de gemeente Dalfsen |
Citeertitel | Budgethouderschapsregeling |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-10-2010 | 19-05-2015 | Nieuwe regeling | 28-09-2010 KernPUNTEN, 19-10-2010 | 20-09-2010, nummer 1450 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dalfsen;
gelezen het voorstel d.d. 20 september 2010, nummer 1450;
gelet op hoofdstuk 10 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 25 van de Financiële verordening van de gemeente Dalfsen;
vast te stellen “REGELING BUDGETHOUDERSCHAP VAN DE GEMEENTE DALFSEN”
In deze regeling wordt verstaan onder:
budgetbeheerder: degene die door de hoofdbudgethouder of (eerste) budgethouder is aangewezen om namens deze één of meerdere budgetten te beheren. De budgetbeheerder kan ten laste van de toegewezen budgetten binnen de afgesproken kaders namens de gemeente financiële verplichtingen aangaan dan wel bestedingen doen;
Wanneer, na vastlegging van de mandaten op basis van het eerste lid, wordt overgegaan tot het doormandateren van de budgetbevoegdheid aan (eerste) budgethouders en/of budgetbeheerders zijn de bepalingen van deze regeling voor deze (eerste) budgethouders en/of budgetbeheerders overeenkomstig van toepassing;
De mandaatgever kan een verleend (sub)mandaat geheel of gedeeltelijk intrekken. Deze intrekking wordt schriftelijk vastgelegd en verstrekt aan het hiërarchisch hogere niveau en aan de afdeling Financiën & Belastingen. Ook andere tussentijdse wijzigingen worden verstrekt aan het hiërarchisch hogere niveau en aan de afdeling Financiën & Belastingen;
Bevoegdheden en verplichtingen
De directie is verplicht in alle gevallen inkomsten die niet begroot zijn en meer bedragen dan € 10.000 te melden aan het college.
Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dalfsen in haar vergadering van 28 september 2010.
Het college voornoemd,
de burgemeester, de secretaris-directeur,
mr. W.P.M. Urlings drs. H. Zwart
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING OP HET BESLUIT "REGELING BUDGETHOUDERSCHAP GEMEENTE DALFSEN"
De budgetcyclus begint met de vaststelling van de programmabegroting door de gemeenteraad, de houder van het budgetrecht. De tweede stap is het door het college, binnen de algemene en financiële kaders van de programmabegroting, vaststellen van de beheersbegroting (=productenraming). De regeling budgethouderschap richt zich op de uitvoering van de productenraming. Kortom, de regeling is er ter ondersteuning van een juiste (conform de voorschriften) invulling van het budgetrecht van de gemeenteraad.
De regeling heeft als doel om het budgethouderschap duidelijk te regelen.
Artikel 4, 5 en 6 leggen de grens van de bestedingsmogelijkheden vast.
Een verplichting mag niet meer bedragen dan het nog beschikbare budget waarop de verplichting / besteding wordt verantwoord. Wanneer de aan te gane verplichting / besteding meer bedraagt dan het beschikbare budget dan dient de (eerste) budgethouder / -beheerder voorafgaand aan de opdracht / bestelling een budgetverhoging te realiseren.
Uitzonderingen tekenbevoegdheid
Er zijn twee uitzonderingen op de tekenbevoegdheid.
Ten eerste zijn dit boekingen, die door (automatische) koppelingen op budgetten worden geboekt. De autorisatie voor deze betalingen moet vastgelegd zijn binnen het desbetreffende softwarepakket. Het betreft boekingen zoals:
De tweede uitzondering betreft de boeking van facturen die over dusdanig veel kostenplaatsen worden verdeeld dat individuele parafering door alle betrokken (eerste) budgethouders / -beheerders te omslachtig en tijdrovend is. Dergelijke facturen worden gecontroleerd en gecodeerd door de afdeling Financiën & Belastingen. Voorbeelden van dergelijke boekingen zijn, boekingen van:
Mocht blijken dat bovenstaande boekingen ten onrechte op een budget geboekt zijn dan ligt het initiatief voor de correctie bij de (eerste) budgethouder / -beheerder.
In dit artikel staan de bevoegdheden om te schuiven met budgetten.
Echter de raad is bevoegd om extra budget toe te kennen en om over de programmagrenzen heen te schuiven van het ene product naar het andere. Hierbij moeten ook de benoemde (maatschappelijke) effecten betrokken worden.
Voor het verkrijgen van budget voor nieuw beleid of het vinden van dekking voor onvoorziene uitgaven, waarbij de voorwaarden van deze laatste zijn dat een uitgave onvoorzien, onvermijdelijk én onuitstelbaar moet zijn, is dus besluitvorming van de raad nodig.