Overheidsorganisatie | Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant |
---|---|
Officiële naam regeling | Regeling overgangsrecht behorende bij Hoofdstuk 3’ |
Citeertitel | Regeling overgangsrecht Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant, behorende bij Hoofdstuk 3’ |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | personeel en organisatie |
Eigen onderwerp |
Geen
wet Gemeenschappelijke regeling
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-07-2016 | 01-07-2016 | 13-02-2017 | art. 1,2,3 | 23-06-2016 Blad Gemeenschappelijke Regeling | BGR-336, 6 juli 2016 |
Overgangsrecht
Regeling overgangsrecht behorende bij Hoofdstuk 3
Inhoudsopgave
Artikel 1 Overgangsrecht ambtsjubileumgratificatie
Artikel 2 Referteperiode TOR
Artikel 3 Persoonsgebonden Budget (PGB) en TOR
Artikel 4 Inwerkingtreding
Lid 1
Deze regeling is van toepassing op de ambtenaar die voor 1 juli 2016 in dienst is van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant en uiterlijk op 30 juni 2021 25 jaar in overheidsdienst is.
Lid 2
In afwijking van het bepaalde in artikel 3:19, lid 2 RAVMWB bedraagt de jubileumtoelage voor de ambtenaar die 25 jaar in overheidsdienst is, het volle maandsalaris over de maand van jubileren, plus de vakantietoelage berekend over deze maand en de in deze maand toegekende salaristoelagen.
Lid 3
De regeling Overgangsrecht ambtsjubileumgratificatie heeft werking tot en met 30 juni 2021 waarna deze regeling van rechtswege komt te vervallen.
Lid 1
Voor de berekening van de TOR hanteert de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant het jaar 2014 als referteperiode.
Lid 2
Voor de medewerker die in dienst is vóór 1 januari 2014 wordt, indien de referteperiode geen reëel beeld geeft van de daadwerkelijke omvang van de toelagen, in overleg een andere referteperiode gekozen.
Lid 3
Indien de medewerker eerst in de loop van 2014 in dienst is gekomen wordt de referteperiode vanaf dat moment, over een periode van 12 maanden berekend.
Lid 4
Indien de medewerker eerst in de loop van 2015 in dienst is gekomen wordt de referteperiode vanaf dat moment naar rato berekend over het aantal maanden dat het dienstverband in 2015 heeft geduurd.
Lid 5
De medewerker die vanaf 1 januari 2016, voorafgaand aan de invoering van het nieuwe hoofdstuk 3 in dienst treedt van de Veiligheidsregio, heeft geen recht op een TOR. De medewerker heeft daarvoor in de plaats, tot 1 juli 2016 recht op de op dat moment vigerende regelingen.
Lid 6
De vast te stellen referteperiode loopt uiterlijk tot en met 31 december 2015.
Lid 1
Het PGB zoals dit tot 1 juli 2016 bestond komt te vervallen en wordt voor 50% (€ 338,50) in de TOR opgenomen.
Lid 2
De andere helft van het PGB wordt gereserveerd en bestemd voor een nader te formuleren collectieve ‘woon-werkverkeer’ regeling, zoals bedoeld in artikel 3:22 van het RAVMWB.
Deze regeling kan worden aangehaald als “Regeling overgangsrecht Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant, behorende bij Hoofdstuk 3’” en treedt in werking op 1 juli 2016.