Organisatie | Waddenfonds |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Besluit van het dagelijks bestuur van het Waddenfonds houdende subsidie Openstellingstelling Waddenfonds 2015 / nr. 01 |
Citeertitel | Openstellingstelling Waddenfonds 2015 / nr. 01 |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Het historisch overzicht is niet compleet.
art. 1.8 Subsidieverordening Waddenfonds 2014
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-08-2015 | artikel 1.3 | 06-07-2015 Provinciaal blad 2015, 5382 | . |
Openstellingsbesluit van het dagelijks bestuur van het Waddenfonds van 4 december 2014, kenmerk 2015 / nr. 01, houdende nadere regels met betrekking tot de openstelling van een aanvraagperiode en de vaststelling van subsidieplafonds
(Openstellingsbesluit Waddenfonds 2015 / nr. 01).
(laatstelijk gewijzigd bij besluit van het dagelijks bestuur van 6 juli 2015)
Het dagelijks bestuur van het Waddenfonds,
gelet op artikel 1.8 van de Subsidieverordening Waddenfonds 2014,
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Ten behoeve van de openstelling gelden de navolgende subsidieplafonds:
Titel 1: thema Natuur € 4.000.000,-
Titel 2: thema Water € 2.000.000,-
Titel 3: thema Duurzame havens € 2.000.000,-
Artikel 1.7 Hoogte van de subsidie
In afwijking van het eerste lid bedraagt de basissubsidie voor activiteiten gericht op cultuurhistorische elementen en infrastructurele voorzieningen, die naar het oordeel van het dagelijks bestuur geen staatssteun vormt in de zin van artikel 107, eerste lid, VWEU, niet meer dan 30% van de subsidiabele kosten.
Hoofdstuk 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
§ 2.1.1 Randen van het Wad: wadvogels
Artikel 2.1 Voor welke activiteiten kan subsidie worden aangevraagd?
Het aanleggen en verbeteren van hoogwatervluchtplaatsen en broedgelegenheid en milieuomstandigheden (geleidelijke zoet-zoutovergangen) voor wadvogels om te foerageren, te migreren, te rusten en zich voort te planten.
§ 2.1.2 Randen van het Wad: verbetering migratie waterfauna
Artikel 2.3 Voor welke activiteiten kan subsidie worden aangevraagd?
De aanleg van vispassages en het treffen van andere maatregelen ter verbetering van de migratiemogelijkheden voor vissen en andere waterfauna (die in hun levenscyclus hiervan afhankelijk zijn) en bijdragen aan de biodiversiteit van de Waddenzee.
§ 2.1.3 Randen van het Wad: oeverzones en kwelders
Artikel 2.5 Voor welke activiteiten kan subsidie worden aangevraagd?
Het vergroten van het areaal natuurlijke oeverzones en buitendijkse kwelders en het treffen van aanvullende maatregelen ter uitbreiding van successiestadia van zilte biotopen, die bijdragen aan de verbetering van de biodiversiteit, aan betere slibinvang, aan minder golfoploop tegen de zeedijken en anticipeert op zeespiegelstijging.
Afdeling 2.2 Themalijn: Herstel van natuurlijke processen in Waddenzee en estuaria: Slim omgaan met slib in het Eems-estuarium
Artikel 2.7 Voor welke activiteiten kan subsidie worden aangevraagd?
Het stimuleren van pilots op het gebied van vermindering van de slibbelasting in het estuarium ter verbetering van de ecologische kwaliteit van de Eems-Dollard.
Afdeling 2.3 Themalijn: Verbetering van de waterkwaliteit en helderheid van de Waddenzee
Artikel 2.9 Voor welke activiteiten kan subsidie worden aangevraagd?
Verwerkingsmethoden, -maatregelen en -locaties van baggerslib uit Waddenzeehavens die bijdragen aan verbetering van de waterkwaliteit en helderheid van de Waddenzee, en aan verhoging van de natuurwaarden in de randen van het wad en wadplaten, binnen het bestaande vergunningregime.
Afdeling 2.4 Themalijn: Herstel van biobouwers en voedselweb
Artikel 2.11 Voor welke activiteiten kan subsidie worden aangevraagd?
Maatregelen ter vergroting van het areaal aan ongestoorde natuurlijke mosselbanken en zeegrasvelden ten behoeve van een evenwichtigere opbouw van het voedselweb en toename van de biodiversiteit.
Afdeling 2.5 Themalijn: Extra vooroevers bij dijkversterking, zachte dijken, stuifduinen, washovers
Artikel 2.13 Voor welke activiteiten kan subsidie worden aangevraagd?
Maatregelen ter versterking van de ecologische, cultuurhistorische en landschappelijke waarden die tevens bijdragen aan de kustveiligheid en aan versterking van de kustverdediging.
Afdeling 2.6 Themalijn: Slim benutten van zoet water
Artikel 2.15 Voor welke activiteiten kan subsidie worden aangevraagd?
Maatregelen ter vergroting van de zelfvoorzieningsgraad in de drinkwaterbehoefte en ter betere benutting van (zuiniger omgaan met) zoet water op één of meer Waddeneilanden.
Afdeling 2.7 Themalijn Werelderfgoed-waardige havens
Artikel 2.17 Voor welke activiteiten kan subsidie worden aangevraagd?
Pilots gericht op innovatieve maatregelen die het slibbezwaar in havens verminderen en positieve effecten hebben op natuur of negatieve effecten beperken.
Afdeling 2.8 Themalijn Verduurzaming logistieke en industriële processen (nieuwe technologie / toepassing groene grondstoffen / reststromen, biobased economy) die leidt tot vermindering van de belasting van de ecologie van de Waddenzee
Artikel 2.19 Voor welke activiteiten kan subsidie worden aangevraagd?
Pilots gericht op verduurzaming van logistieke en industriële processen in aansluiting op de regionaal afgesproken specialisatie van Waddenhavens die tevens perspectief bieden op afname van de belasting van de ecologie van de Waddenzee (hergebruik grondstoffen, afname emissies).
Afdeling 2.9 Themalijn Omgaan met verzilting en ontwikkeling van zilte teelten en aquaculturen
Artikel 2.21 Voor welke activiteiten kan subsidie worden aangevraagd?
Pilots gericht op innovatieve projecten, gericht op het telen en het in de markt zetten van zouttolerante soorten en rassen of zilte teelten en aquaculturen in/vanuit het Waddengebied.
Afdeling 2.10 Themalijn Slim omgaan met zoetwater
Artikel 2.23 Voor welke activiteiten kan subsidie worden aangevraagd?
Pilots gericht op het treffen van innovatieve maatregelen gericht op het efficiënter omgaan met zoet water gericht op het anticiperen op veranderingen in seizoenomstandigheden en zeespiegelstijging.
Afdeling 2.11 Themalijn Pilots circulaire economie (biobased): omgaan met reststromen in de agrarische en visserijsector
Artikel 2.25 Voor welke activiteiten kan subsidie worden aangevraagd?
Pilots gericht op maatregelen die bijdragen aan het beter benutten van stromen van (rest)stoffen en energie in de primaire agrarische sector, in samenhang met nieuwe verwerkingstechnieken in de visserij, de voedseltechnologie en met het inzetten van biologische grondstoffen in de chemische industrie.
Afdeling 2.12 Themalijn Pilots onderscheidende (Waddenspecifieke) landbouw in het Waddengebied
Artikel 2.27 Voor welke activiteiten kan subsidie worden aangevraagd?
Pilots waarbij groepen van agrarische bedrijven hun bedrijfsmodel optimaliseren door in te spelen op waddenspecifieke omstandigheden in ecologische en recreatief-toeristische zin.
Op grond van de door het algemeen bestuur vastgestelde subsidieverordening Waddenfonds is het dagelijks bestuur bevoegd om subsidies te verstrekken die passen binnen het (eveneens) door het algemeen bestuur vastgestelde Jaarprogramma. In de subsidieverordening is opgenomen dat het Jaarprogramma ten minste bevat:
en daarnaast dat subsidieverstrekking door het dagelijks bestuur moet passen binnen het Jaarprogramma. Het Jaarprogramma geeft daarmee de beleidsmatige buitengrenzen aan van de subsidieverstrekking.
In de subsidieverordening is voor het dagelijks bestuur de bevoegdheid opgenomen om een zgn. Openstellingsbesluit vast te stellen waarmee het dagelijks bestuur de subsidieverstrekking operationaliseert. Zo mag het dagelijks bestuur in het Openstellingsbesluit nadere regels stellen met betrekking tot:
Voor de activiteiten waarvoor subsidie kan worden aangevraagd, alsmede voor het beoordelingskader, aan de hand waarvan subsidieaanvragen tegen het licht worden gehouden, is het Openstellingsbesluit leidend. Zo kan het dagelijks bestuur in het Openstellingsbesluit bepalen dat bepaalde thema's of themalijnen uit het Jaarprogramma (nog) niet worden opengesteld of beperkingen aanbrengen met betrekking tot de omvang van subsidiabele activiteiten, typen van activiteiten (bijvoorbeeld alleen pilotprojecten) en/of de kring van subsidieaanvragers.
Ten aanzien van pilotprojecten of demonstratieprojecten wordt expliciet verwezen naar § 1.4 Uitgangspunten Waddenfonds (pagina’s 10 en 11) van het Jaarprogramma 2014-2015. In deze uitgangspunten is aangegeven dat pilots zijn bedoeld als gericht innovatiestimulans. De implicatie van de daar weergegeven uitgangspunten is dat 1) subsidiëring van fundamenteel onderzoek door het Waddenfonds te allen tijd is uitgesloten en dat 2) indien een project is gericht op innovatie, het Waddenfonds enkel subsidiebijdragen kan verlenen aan de fasen 4 t/m 8 van de innovatiethermometer (‘Technology Readiness Levels’ van NASA, 1995). Deze fasen strekken zich van implementatie en test van prototypes tot het compleet en operationeel krijgen van een product of dienst. Hierbij wordt kredietsubsidie voorzien voor de fases dichtbij marktintroductie.
Aanvragen voor pilots moeten het perspectief bieden op een vervolgfase gericht op uitrol (marktintroductie) met een effect in het waddengebied (structureel effect).
Ter toelichting bij het budget lokale innovaties:
Activiteiten moeten aantoonbaar in zowel sociaal als economisch opzicht bijdragen aan verbetering van de vitaliteit. Subsidieaanvragen moeten zijn gericht op versterking of vernieuwing van netwerken, producten, functies of diensten. In de aanvraag moet worden onderbouwd hoe de activiteiten leiden tot innovatie.
Aan de opschaalbaarheid van het project wordt bijgedragen door de resultaten, de werkwijze en leerervaringen bij de eindoplevering te beschrijven.