Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Katwijk

Burgerparticipatieverordening

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKatwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBurgerparticipatieverordening
CiteertitelBurgerparticipatieverordening
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149
  2. Gemeentewet, art. 150

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-06-2016Nieuwe regeling

19-05-2016

gmb-2016-116535

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Burgerparticipatieverordening

Verordening inzake de wijzen waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding en de uitvoering van gemeentelijk beleid worden betrokken

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    burger:

    ingezetene of belanghebbende;

  • b.

    burgerparticipatie:

    betrokkenheid van ingezetenen of belanghebbenden bij de voorbereiding en de uitvoering van gemeentelijk beleid;

  • c.

    bestuursorgaan:

    de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester;

  • d.

    informeren:

    burgers geven het gemeentebestuur informatie of een opvatting;

  • e.

    adviseren:

    burgers geven een gemotiveerd antwoord op een door het gemeentebestuur geformuleerde vraag;

  • f.

    meewerken:

    burgers verrichten zelf een deel van de voorbereiding of de uitvoering van beleid;

  • g.

    beslissen:

    in plaats van het gemeentebestuur bepalen burgers het beleid of de uitvoering van beleid.

Artikel 2. Grondbeginselen van burgerparticipatie

  • 1.

    Elke ingezetene en elke belanghebbende heeft recht op burgerparticipatie, behoudens de bij verordening geregelde uitzonderingen.

  • 2.

    Burgerparticipatie heeft de aanhoudende aandacht van het gemeentebestuur.

Artikel 3. Onderwerp van burgerparticipatie

  • 1.

    Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of burgerparticipatie van toepassing is.

  • 2.

    Elk bestuursorgaan besluit burgerparticipatie toe te passen indien de wet daartoe verplicht.

  • 3.

    Burgerparticipatie wordt niet toegepast:

    • a.

      ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen of uitvoeringsbesluit;

    • b.

      indien burgerparticipatie bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;

    • c.

      indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

    • d.

      inzake de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

    • e.

      indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat burgerparticipatie niet kan worden afgewacht.

Artikel 4. Burgerparticipatieprocedure

  • 1.

    Bij zijn besluit om beleid voor te bereiden of om beleid uit te voeren, besluit elk bestuursorgaan ook over de toepassing van burgerparticipatie.

  • 2.

    Het besluit over de toepassing van burgerparticipatie bevat in ieder geval:

    • a.

      een gemotiveerde keuze over de geschiktheid van het onderwerp voor burgerparticipatie;

    • b.

      een opsomming van de voorwaarden waaraan moet worden voldaan om burgerparticipatie te kunnen toepassen, met een gemotiveerde conclusie.

  • 3.

    Het besluit om burgerparticipatie toe te passen bevat in ieder geval:

    • a.

      het doel van de burgerparticipatie;

    • b.

      de rol van burgers (informeren, adviseren, meewerken of beslissen), zonodig onderscheiden per fase van beleidsvorming of beleidsuitvoering;

    • c.

      de rol van het bestuursorgaan, afgestemd op de rol van de burgers.

  • 4.

    De uitvoering van een besluit om burgerparticipatie toe te passen begint met het samen met de betrokken burgers opstellen van een participatieplan, dat aanvullend op het besluit in ieder geval bevat:

    • a.

      een zo volledig mogelijke omschrijving van de betrokken burgers;

    • b.

      de planning en zonodig de fasering van de burgerparticipatie;

    • c.

      de wijze waarop de burgerparticipatie plaats vindt;

    • d.

      de wijze van reageren door de gemeente op de inbreng van de burgers;

    • e.

      de maatregelen gericht op bevordering van representativiteit, respons en laagdrempeligheid;

    • f.

      de wijze van evaluatie van de burgerparticipatie.

  • 5.

    Op het betrekken van burgers bij de voorbereiding van beleid is de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, de uniforme openbare voorbereidingsprocedure, van toepassing in het geval dat het bestuursorgaan geen andere procedure heeft vastgesteld.

Artikel 5. Eindverslag

  • 1.

    Ter afronding van de burgerparticipatie maakt het bestuursorgaan een eindverslag op. Indien samen met betrokken burgers een participatieplan is opgesteld, zoals bedoeld in artikel 4 lid 4, kan het participatieplan bepalen dat op een andere wijze dan vermeld in lid 2 sub b en c wordt voldaan aan de weergave van en de reactie op de zienswijzen.

  • 2.

    Het eindverslag bevat in elk geval:

    • a.

      een overzicht van de gevolgde burgerparticipatieprocedure;

    • b.

      een weergave van de zienswijzen die tijdens de burgerparticipatie mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;

    • c.

      een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan.

  • 3.

    Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar en verzendt een exemplaar van het eindverslag naar de insprekers. Indien het aantal insprekers te omvangrijk is, kan worden volstaan met een algemene bekendmaking.

  • 4.

    De burgemeester vermeldt het eindverslag in zijn burgerjaarverslag.

Artikel 6. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na de dag van bekendmaking.

  • 2.

    De Inspraakverordening wordt ingetrokken op de dag dat deze verordening in werking treedt.

  • 3.

    Indien vóór de inwerkingtreding van deze verordening is besloten om inspraak te verlenen, gelden voor die inspraakprocedure de bepalingen van de Inspraakverordening.

Artikel 7. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Burgerparticipatieverordening.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Katwijk in zijn openbare vergadering van

19 mei 2016.

De griffier

De voorzitter