Organisatie | Den Helder |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder, |
Citeertitel | Regeling reis-, verblijf- en maaltijdvergoeding gemeente Den Helder |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Artikel 160 van de Gemeentewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2016 | 01-07-2016 | 01-01-2020 | Regeling reis-, verblijf- en maaltijdvergoeding gemeente Den Helder | 01-03-2016 Lokaal dagblad | Onbekend |
Naar de regels bij of krachtens deze regeling wordt vergoeding verleend van reis- en verblijfkosten in verband met dienstreizen binnen Nederland.
Dienstreizen, die in Nederland zijn begonnen en waarbij het reisgedeelte buiten Nederland beperkt is of waarbij de grensoverschrijding niet noodzakelijkerwijs leidt tot uitgaven voor maaltijden of overnachting in het buitenland, worden voor de toepassing van dit besluit aangemerkt als dienstreizen binnen Nederland.
Indien van derden een vergoeding wordt ontvangen voor de kosten als bedoeld in lid 1 van dit artikel, wordt deze in mindering gebracht op de vergoeding waarop als gevolg van deze regeling aanspraak bestaat.
Onder noodzakelijke reiskosten in het belang van de werkgever wordt verstaan, kosten gemaakt:
de regeling tegemoetkoming woon-werkverkeer.
De kosten en gevolgen van boetes, naheffingen en invordering van het rijbewijs zijn voor rekening en verantwoording van de medewerker.
De medewerker heeft voor het maken van een dienstreis voorafgaande toestemming nodig van
De dienstreizen dienen in de regel met openbare vervoermiddelen te worden gemaakt, tenzij anders is bepaald door de werkgever.
Indien de dienstreis naar het oordeel van de werkgever niet of niet op doelmatige wijze per openbaar vervoer kan worden gemaakt, kan de werkgever aan de medewerker toestemming verlenen voor de dienstreis gebruik te maken van een eigen motorvoertuig als bedoeld in artikel 15:1:24 van de AVR Den Helder.
Bij dienstreizen volgt de medewerker de instructies van de werkgever die in het kader van het vastgestelde vervoersbeleid van kracht zijn. Deze instructies hebben zowel betrekking op de wijze van vervoer, het aanschaffen van plaatsbewijzen als het declareren van gemaakte reiskosten.
Artikel 5 Begin en einde van de dienstreizen
Voor de vergoeding van reis- en verblijfkosten geldt dat de plaats van tewerkstelling het beginpunt en het eindpunt is van de dienstreis.
In afwijking van het bepaalde in lid 1 van dit artikel kan de woning van de medewerker of een andere plaats als beginpunt respectievelijk eindpunt van de dienstreis worden aangemerkt, tenzij op de heenreis onderscheidenlijk de terugreis de plaats van tewerkstelling wordt bezocht.
Tenzij een andere opdracht is gegeven, behoort een dienstreis via de meest optimale route te worden gemaakt.
Artikel 6 Reizen naar het buitenland
Voor reizen naar het buitenland zijn het Reisbesluit buitenland en de Reisregeling buitenland op overeenkomstige wijze van toepassing.
§ 2 Vergoedingen wegens reiskosten
De vergoeding van reiskosten per openbaar vervoer vindt plaats op grond van de daadwerkelijk gemaakte kosten van het openbaar vervoer, zoals blijkt uit overgelegde bewijsstukken.
De vergoeding van reiskosten bij gebruik van het openbaar vervoer, wordt vergoed op basis van het tarief tweede klasse.
Als de medewerker voor de dienstreis gebruik maakt van een niet door de werkgever verstrekt abonnement wordt voor vergoeding wegens reiskosten uitgegaan van de kosten zonder gebruikmaking van het abonnement. Dit is in afwijking van het bepaalde als bedoeld in lid 1 van dit artikel. De vergoeding wordt aan de medewerker toegekend voor zover daarmee de voor hem ten laste blijvende kosten niet worden overschreden. Voor het bepalen van de kosten die ten laste blijven van de medewerker wordt rekening gehouden met:
eventuele al aan de medewerker verstrekte reiskostenvergoedingen voor andere dienstreizen, waarbij gebruik is gemaakt van het abonnement.
Bij reizen per openbaar vervoer kan gebruik worden gemaakt van een elektronisch vervoerbewijs, de zogenoemde “OV-chipkaart”. Voor declaratie van gemaakte reiskosten met deze OV-chipkaart dienen door of vanwege het vervoerbedrijf gemaakte overzichten van transacties (reisbewegingen) met de OV-chipkaart te worden overgelegd. Met de OV-chipkaart zelf kan niet worden volstaan.
Artikel 9 Eigen motorvoertuig indien openbaar vervoer niet mogelijk of niet doelmatig is
Als de dienstreis naar het oordeel van de werkgever niet of niet op doelmatige wijze per openbaar vervoer kan worden ondernomen, kan de werkgever aan de medewerker toestemming verlenen voor de dienstreis gebruik te maken van een eigen motorvoertuig.
De vergoeding voor het gebruik van een eigen motorvoertuig als bedoeld in dit artikel bedraagt € 0,37 per afgelegde kilometer.
Artikel 10 Eigen motorvoertuig indien openbaar vervoer wel doelmatig is
Als de dienstreis op doelmatige wijze per openbaar vervoer kan worden ondernomen, maar de medewerker maakt toch gebruik van het eigen motorvoertuig, bedraagt de vergoeding € 0,09 per afgelegde kilometer.
De vergoeding als genoemd in lid 1 van dit artikel wordt verhoogd met € 0,09 per afgelegde kilometer voor één in het kader van de dienstreis meereizende medewerker.
Bij twee of meer meereizende medewerkers wordt het reizen met het eigen motorvoertuig als doelmatig aangemerkt en geldt het maximum van € 0,37 per afgelegde kilometer.
Indien voor de dienstreis gebruik wordt gemaakt van een eigen fiets bedraagt de vergoeding € 0,05 per afgelegde kilometer.
Indien naar het oordeel van de werkgever het dienstbelang er mee is gebaat dat tijdens een dienstreis naast openbaar vervoer ook gebruik wordt gemaakt van een (trein-)taxi, worden de daadwerkelijk gemaakte kosten van dat taxigebruik vergoed, zoals blijkt uit overgelegde bewijsstukken.
Indien de dienstreis per openbaar vervoer plaatsvindt en de medewerker voor het vervoer naar het station gebruik maakt van een eigen fiets, worden de daadwerkelijk gemaakte kosten van bewaakte stalling van die fiets vergoed, zoals blijkt uit overgelegde bewijsstukken.
Artikel 14 Parkeer-, veer- en tolgelden
Parkeer-, veer- en tolkosten maken onderdeel uit van de vergoeding per afgelegde kilometer en worden daarom niet afzonderlijk vergoed.
§3 Vergoedingen wegens verblijfkosten
Onder noodzakelijke verblijfkosten in het belang van de werkgever worden verstaan, kosten gemaakt:
in het kader van training, vorming of opleiding geheel of gedeeltelijk voor rekening van de werkgever, met uitzondering van die kosten die gewoonlijk ook worden gemaakt.
Verblijfkosten worden vergoed tot de naar het oordeel van de werkgever in redelijkheid gemaakte werkelijke kosten.
Indien de dagelijkse werktijd van de medewerker op de dag waarop overwerk moet worden verricht met ten minste twee overwerkuren wordt verlengd en het dienstbelang naar het oordeel van zijn leidinggevende dientengevolge niet toelaat dat hij zijn maaltijd op de hiervoor bestemde tijd op de voor hem gebruikelijke plaats nuttigt, gelden de volgende regels:
a. Aan de medewerker wordt zo mogelijk een maaltijd van gemeentewege verstrekt;
b. Indien een voorziening als bedoeld onder a niet mogelijk is, ontvangt de medewerker, indien vaststaat dat hij een maaltijd in een daarvoor bestemde gelegenheid heeft genuttigd, een vergoeding van maximaal € 15.
c. Indien de medewerker geen maaltijd als hiervoor bedoeld heeft gebruikt maar in verband met het overwerk niettemin kosten heeft moeten maken doordat hij zijn maaltijd niet op de door hem gebruikelijke plaats heeft kunnen nuttigen, worden hem deze kosten vergoed tot ten hoogste het bedrag van de vergoeding berekend op de voet als onder b gestelde.
Het declareren van de reis- en verblijfkosten geschiedt op een wijze die door de werkgever wordt voorgeschreven, onder overlegging van de vereiste originele, deugdelijke bewijsstukken.
De aanspraak op een vergoeding vervalt, indien de medewerker de declaratie niet indient binnen drie maanden na de maand waarop de declaratie betrekking heeft.
Alle vergoedingen volgens deze regeling zijn bruto. Vergoeding vindt slechts dan onbelast plaats, voor zover dat volgens fiscale regelgeving mogelijk is. Indien een vergoeding boven een fiscaal vrijgesteld bedrag uitkomt, wordt het meerdere bruto en na inhouding van loonheffingen uitbetaald.
Bij schade aan het eigen motorvoertuig tijdens uitoefening van de dienst, als gevolg van eigen verwijtbaar gedrag van de medewerker, is de werkgever niet aansprakelijk te stellen voor die schade.
Deze regeling is niet van toepassing op een andere regeling die in een vergoeding van de in deze regeling bedoelde kosten voorziet.
Artikel 25 Inwerkingtreding en citeertitel
Deze regeling treedt in werking met ingang van ..2016.
Deze regeling kan worden aangehaald als ”Regeling reis- verblijf- en maaltijdkosten gemeente Den Helder”.
Vanaf de inwerkingtredingdatum van deze regeling vervalt de Regeling reis- en verblijfkosten Den Helder.