Organisatie | IJsselstein |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Monumentenverordening |
Citeertitel | Eerste wijziging Monumentenverordening 2007 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp | monumenten |
Inclusief wijzigingen (cesuurdatum 01-01-2011)
Monumentenwet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-04-2008 | 17-03-2011 | Nieuwe regeling | 20-03-2008 Zenderstreeknieuws, 16-04-2008 | 2008/3400 |
Artikel 2 Het gebruik van het monument
Bij de toepassing van deze verordening wordt rekening gehouden met het gebruik van het monument. Artikel 3 De aanwijzing tot gemeentelijk monument
Met ingang van de datum waarop de eigenaar van een monument de kennisgeving van het voornemen tot aanwijzing als beschermd gemeentelijk monument ontvangt tot het moment dat de registratie als bedoeld in artikel 6 plaatsvindt, dan wel vaststaat dat het monument niet wordt geregistreerd, zijn de artikelen 9 tot en met 13 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 4 Mededeling aanwijzingsbesluit
De aanwijzing als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt medegedeeld aan degenen die als zakelijk gerechtigden in de kadastrale legger bekend staan en aan de ingeschreven hypothecaire schuldeisers. Artikel 6 Registratie op de gemeentelijke monumentenlijst
Het is verboden zonder vergunning van het college of in strijd met bij zodanige vergunning gestelde voorschriften:
Artikel 9 Termijnen advies en vergunningverlening
Een vergunning ingevolge deze verordening blijft buiten werking gedurende zes weken na de datum waarop zij is verleend of van rechtswege is verleend. Indien gedurende deze termijn bezwaar wordt gemaakt op grond van de Algemene wet bestuursrecht, blijft de vergunning buiten werking totdat op het bezwaar is beslist.
Het college verleent met betrekking tot een kerkelijk monument geen vergunning ingevolge de bepalingen van artikel 10 dan in overeenstemming met de eigenaar, indien en voor zover het een vergunning betreft, waarbij wezenlijke belangen van de godsdienstuitoefening in het monument in het geding zijn.
Deze verordening verstaat onder:
a.Archeologisch monument: monument, als bedoeld in artikel 1 onderdeel a, onder 2;
b . Archeologische waardenkaart:
topografische kaart van het gemeentelijke grondgebied, waarop archeologische monumenten en archeologische verwachtingsgebieden zijn aangegeven;
c.Archeologisch verwachtingsgebied:
gebied, aangegeven op de archeologische waardenkaart, waarvan is aangegeven dat in bepaalde mate (>0) archeologie te verwachten is;
de aanwezigheid van archeologische resten is aangetoond en de kans op het aantreffen van archeologische resten is daarom groot;
e.Middelhoge verwachtingswaarde:
vanwege de landschappelijke ligging en/of de bodemgesteldheid is er een beperkte kans op het aantreffen van waardevolle archeologische resten;
op basis van de bodemgesteldheid en/of de ligging ten opzichte van bekende of veronderstelde mogelijke bewoningszones worden geen archeologische resten verwacht, of waar deze (als ze er hebben bestaan) door vergravingen zijn vernietigd;
een door de opdrachtnemer op te stellen plan voor de uit te voeren werken waarmee beoogd wordt aan de vereisten zoals geformuleerd in het Programma van Eisen te voldoen. Ook wordt hierin een voorstel gedaan voor de werkwijze waarmee de in het Programma van Eisen geformuleerde resultaatsverwachtingen bereikt kunnen worden;
een door de bevoegde overheid opgesteld of bekrachtigd document dat de probleem- en doelstelling van de te verrichten werkzaamheden van de vindplaats geeft en de daaruit af te leiden eisen formuleert met betrekking tot het uit te voeren werk;
Artikel 20 verbodsbepaling en vergunning
In deze situatie dient de aanvrager alleen melding te doen van de activiteit.
3.Lid 1 en 2 zijn niet van toepassing indien in het vigerende bestemmingsplan is bepaald dat in een archeologisch verwachtingsgebied een vergunning is vereist voor het verstoren van de bodem.
Artikel 21 voorwaarden bij een vergunning
In het belang van de archeologische monumentenzorg kan worden bepaald dat de aanvrager van een vergunning als bedoeld in artikel 20 lid 1 een rapport dient over te leggen waarin de archeologische waarde van het terrein dat volgens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Artikel 22 opgravingen en begeleiding
Onverminderd het bepaalde in de Monumentenwet 1988 dient indien binnen het grondgebied van de gemeente IJsselstein onderzoek wordt uitgevoerd in het kader van het doen van opgravingen in de zin van artikel 1 sub h Monumentenwet 1988: