Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoorn

Wegsleepverordening Hoorn

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHoorn
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingWegsleepverordening Hoorn
CiteertitelWegsleepverordening Hoorn
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp210 Wegen, straten en pleinen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149
  2. Wegenverkeerswet 1994, art. 173

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-09-2016nieuwe regeling

19-04-2016

Gemeenteblad 2016, 117409

1257665

Tekst van de regeling

Intitulé

Wegsleepverordening Hoorn

Zaaknummer: 1257665

 

  • -

    gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders d.d.

 

betreft: Wegsleepverordening Hoorn

 

De Raad van de gemeente Hoorn besluit:

  • -

    de Wegsleepverordening Hoorn vast te stellen

  • -

    Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 173 tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994 en het Besluit wegslepen van voertuigen;

 

De raad van de gemeente Hoorn besluit:

tot het vaststellen van de verordening met titel:

Wegsleepverordening Hoorn

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • b.

    wet: de Wegenverkeerswet 1994;

  • c.

    besluit: het Besluit wegslepen van voertuigen;

  • d.

    voertuig: wat hieronder verstaan wordt in artikel 1 van het RVV 1990

  • e.

    motorrijtuig: wat hieronder verstaan wordt in artikel 1 eerste lid onder c van de wet;

  • f.

    het college: het college van burgemeester en wethouders

Artikel 2

Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten

Als wegen en weggedeelten, bedoeld in artikel 170 eerste lid onder c van de wet worden alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente aangewezen voorzover ze behoren tot een van de in het artikel 2 van het besluit bedoelde soorten van wegen en weggedeelten.

Artikel 3 Plaats bewaring voertuigen en openingstijden

  • 1.

    Als plaats van bewaring van voertuigen wordt aangewezen: het opslagterrein Bergingsbedrijf Firma Boots te Hem (adres: De Hout 25 te Hem)

  • 2.

    De openingstijden van de bewaarplaats zijn:

    • a.

      Op werkdagen van 08:00 tot 18:00 uur;

    • b.

      Op zaterdag van 10:00 tot 16:00 uur;

    • c.

      Op zon- en feestdagen op afspraak na telefonisch contact met Bergingsbedrijf Firma Boots.

Artikel 4 Kosten overbrengen en bewaren voertuigen

  • 1.

    De kosten van het overbrengen van een voertuig naar de bewaarplaats bedragen:

    • a.

      voorrijkosten: €69,-- exclusief BTW

    • b.

      overbrengingskosten: €114,69 exclusief BTW

  • 2.

    De kosten voor het bewaren van een voertuig bedragen:

    • a.

      €15,-- per dag exclusief BTW

  • 3.

    Bergingsbedrijf Firma Boots is gerechtigd eenmaal per jaar, per 1 januari, de prijzen aan te passen op basis van de CBS consumentenprijsindex, reeks 2016 = 100. Van de aanpassing geeft Firma Boots voor 1 januari een kennisgeving. Overige aanpassingen in de prijzen kunnen slechts met goedkeuring van de rechtsgeldig vertegenwoordiger, al dan niet in volmacht, van de gemeente Hoorn worden gedaan.

Artikel 5

Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat

Wanneer gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 130, vierde lid, artikel 164 zevende lid en artikel 174 eerste lid van de wet, zijn artikel 1, 3 en 4 van deze verordening van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6 Inwerkingtreding en citeertitel

Het besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.

De officiële titel van de verordening is: Wegsleepverordening Hoorn.

 

 

Hoorn, 19 april 2016

 

de griffier,                          de voorzitter,

 

Bekendmaking:

Opname in het Gemeenteblad

 

Bijlage 1. Toelichting op de Wegsleepverordening gemeente Hoorn

A. Veiligheid op de weg en vrijheid van het verkeer

 

Als gevallen waarin verwijdering, overbrenging en inbewaringstelling van voertuigen in het belang van de veiligheid op de weg en de vrijheid van het verkeer (zie artikel 170, 1e lid, aanhef en onder a. en b. Wegenverkeerswet 1994) noodzakelijk kunnen zijn, kunnen worden genoemd:

Plaats op de weg

  • a.

    een voertuig is tot stilstand gebracht op een trottoir, voetpad of fietspad, tenzij het een fiets, bromfiets of invalidenvoertuig betreft (zie artikel 10 en artikel 5 tot en met 7 RVV 1990).

Laten stilstaan

  • b.

    een voertuig is tot stilstand gebracht:

    • 1.

      op een kruispunt, rotonde of een overweg;

    • 2.

      op een fietsstrook of de rijbaan langs een fietsstrook;

    • 3.

      op een oversteekplaats of binnen een afstand van 5 meter daarvan;

    • 4.

      in een tunnel;

    • 5.

      bij een bord bushalte (eventueel: ook tramhalte) ter hoogte van de geblokte markering of, indien die markering niet is aangebracht, op een afstand van minder dan 12 meter van het bord, tenzij het stilstaan dient voor het onmiddellijk laten in- en uitstappen van passagiers;

    • 6.

      op de rijbaan langs een busstrook;

    • 7.

      op een busbaan of een busstrook met uitzondering van een lijnbus;

    • 8.

      langs een gele doorgetrokken streep of in strijd met bord E2 van bijlage 1 RVV 1990;- op de rijbaan, inclusief de invoeg- en uitrijstrook, van een autosnelweg of autoweg, of behoudens in noodgevallen – op de vluchtstrook, de vluchthaven of de berm van zo’n weg. (Zie artikel 23, 43, tweede lid, en 81 RVV 1990 en bord E2 van bijlage 1 bij het RVV 1990.)

Parkeren

  • c.

    een voertuig is geparkeerd:

    • 1.

      bij een kruispunt op een afstand van minder dan 5 meter daarvan;

    • 2.

      voor een inrit of een uitrit;

    • 3.

      buiten de bebouwde kom op de rijbaan van een voorrangsweg;

    • 4.

      langs een gele onderbroken streep of in strijd met bord E1 van bijlage 1 RVV 1990;

    • 5.

      op een wijze waardoor er sprake is van dubbel parkeren;

    • 6.

      binnen een erf, waarbij – voorzover het een motorvoertuig betreft – geen gebruik is gemaakt van de parkeerplaatsen die als zodanig zijn aangeduid of aangewezen;

    • 7.

      op een weg waarvoor een geslotenverklaring geldt;

    • 8.

      zonder dat de voorgeschreven voertuigverlichting in werking is gesteld; (Zie artikel 24, 25, 38 e.v. en 46 RVV 1990 en bord E1 van bijlage 1 bij het RVV 1990.)

Bevel of aanwijzing

  • d.

    een voertuig is tot stilstand gebracht in strijd met een bevel of een aanwijzing, gegeven door een daartoe bevoegd en als zodanig kenbare ambtenaar of ander persoon; (Zie artikel 82 RVV 1990.)

     

Gevaarlijk of hinderlijk gedrag

  • e.

    een voertuig is overigens zodanig tot stilstand gebracht of geparkeerd dat gevaar op de weg wordt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt of kan worden gehinderd. (Zie artikel 5 Wegenverkeerswet 1994, het zogenaamde kapstokartikel.)

 

B. Vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen

 

Verwijdering, overbrenging en inbewaringstelling van voertuigen in het belang van het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen (zie artikel 170, 1e lid, aanhef en onder c. Wegenverkeerswet 1994 en artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen) kunnen noodzakelijk zijn in het geval dat een voertuig geparkeerd is op:

  • a.

    wegen en weggedeelten waar door middel van bord E 1 van bijlage 1 bij het RVV 1990 of door middel van een gele onderbroken streep als bedoeld in artikel 24, eerste lid, onderdeel e, van het RVV 1990 wordt aangegeven dat ter plaatse een parkeerverbod geldt;

  • b.

    wegen en weggedeelten waar door middel van bord E 2 van bijlage 1 bij het RVV 1990 of door middel van een gele doorgetrokken streep als bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel g, van het RVV 1990 wordt aangegeven dat ter plaatse een verbod stil te staan geldt;

  • c.

    parkeergelegenheden, aangeduid door bord E4 van bijlage 1 bij het RVV 1990, voorzover:

    • 1.

      het voertuig niet behoort tot de toegelaten categorie of groep voertuigen of

    • 2.

      het voertuig op een andere dan de aangegeven wijze is geparkeerd of

    • 3.

      het voertuig op andere dagen of uren dan aangegeven is geparkeerd;

  • d.

    taxistandplaatsen, aangeduid door bord E5 van bijlage 1 bij het RVV 1990 tenzij het parkeren gebeurt met een taxi;

  • e.

    parkeerplaatsen voor gehandicapten, aangeduid door bord E6 van bijlage 1 bij het RVV 1990 ;

    • 1.

      tenzij het parkeren gebeurt met een gehandicaptenvoertuig

    • 2.

      tenzij gebruik gemaakt wordt van een geldige en duidelijk zichtbaar aangebrachte gehandicaptenparkeerkaart

    • 3.

      die gereserveerd is voor een bepaald voertuig, tenzij het parkeren gebeurt met dat voertuig.

  • f.

    gelegenheden voor het onmiddellijk laden en lossen of in- en uitstappen, aangeduid door bord E7 van bijlage 1 bij het RVV 1990 tenzij men bezig is met het laden en lossen of in- en uitstappen;

  • g.

    parkeergelegenheden voor een categorie of groep voertuigen, aangeduid door bord E8 van bijlage 1 bij het RVV 1990 voorzover het voertuig niet behoort tot de toegelaten categorie of groep voertuigen;

  • h.

    parkeergelegenheden voor vergunninghouders, aangeduid door bord E9 van bijlage 1 bij het RVV 1990 tenzij het parkeren gebeurt met het voertuig waarvoor een parkeervergunning is afgegeven;

  • i.

    voetgangersgebieden, aangeduid door bord G7 of door bord C1 van bijlage 1 bij het RVV 1990.