Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling Aanpak Jeugdwerkloosheid 2016-2017 |
Citeertitel | Subsidieregeling Aanpak Jeugdwerkloosheid 2016-2017 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Financiën |
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Gemeenteblad 2016, afd. 3B, nr. 160
Onbekend.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-07-2016 | nieuwe regeling | 12-07-2016 Gemeenteblad 2016, afd. 3B, nr. 160 | Gemeenteblad 2016, afd. 3B, nr. 160 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 2 Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013
De Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 is van toepassing, tenzij daarvan in deze regeling uitdrukkelijk wordt afgeweken.
Artikel 3 Doel subsidieregeling
Deze subsidieregeling is van toepassing op de Aanpak Jeugdwerkloosheid. Het doel van deze subsidieregeling is het voorkomen en bestrijden van werkloosheid onder jongeren.
Artikel 8 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens
In aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de ASA 2013 wordt bij de subsidieaanvraag het volgende overgelegd:
Een plan van aanpak waarbij de volgende criteria worden uitgewerkt: de effectiviteit van de activiteit, de maatschappelijke en toegevoegde waarde, de kosten-baten verhouding en de bewezen aanpak. In het plan van aanpak wordt voorts inzichtelijk gemaakt hoe de activiteit bijdraagt aan genoemde inhoudelijke doelen en concrete behaalde resultaten. Daarbij wordt inzicht gegeven in de manier waarop wordt samengewerkt met andere partijen.
Hoofdstuk 6 Verantwoording en vaststelling van de subsidie
Artikel 13 Verantwoording subsidies vanaf € 5.000
In aanvulling op artikel 14, tweede lid, van de ASA 2013 dienen ter onderbouwing van het behaalde resultaat op verzoek van het college arbeidsovereenkomsten en/of onderwijsinschrijvingen van de jongeren die betrekking hebben op de subsidiabele activiteiten, te worden overgelegd.
Deze subsidieregeling is onderdeel van het Aanvalsplan Jeugdwerkloosheid 2015 - 2018, waaronder vallen alle Amsterdamse jongeren en Amsterdamse statushouders tot 27 jaar oud. Voor jongeren is het van groot belang dat zij waar nodig hun opleidingsniveau en werknemersvaardigheden versterken en zo snel mogelijk een betaalde baan vinden al dan niet in combinatie met een vakgerichte opleiding op tenminste startkwalificatieniveau. Het bestrijden van jeugdwerkloosheid is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de gemeente, het onderwijs, jongeren(organisaties), werkgevers en het maatschappelijk middenveld. De gemeente Amsterdam stelt deze subsidie beschikbaar voor plannen van derden. Met de inzet van deze subsidie wil het College bestaande en nieuwe initiatieven die ten goede komen aan de doelstelling stimuleren.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Ad sub e. Onder de doelgroep jongeren worden tevens jonge statushouders verstaan. Daarnaast kunnen de in sub e bedoelde jongeren zowel jongeren met als zonder uitkering zijn. Jongeren die in de loop van het traject 27 jaar oud worden, worden tevens tot de doelgroep gerekend. Jongeren die een MBO-3, HBO of WO-opleiding volgen worden niet tot de doelgroep gerekend.
Artikel 4 Subsidiabele activiteiten
Ad sub a. Met uitkeringsonafhankelijk wordt bedoeld dat de jongere vóór de subsidiabele activiteit een uitkering geniet op grond van de Participatiewet en na de activiteit door middel van uitstroom richting school of werk hier geen beroep meer op hoeft te doen.
Artikel 6 Verdeelsleutel subsidieplafond
- In de aanvraag moet in het plan van aanpak uitgelegd worden waarom voor die methodiek wordt gekozen, bijvoorbeeld door de bewezen effectiviteit. Ook nieuwe methodieken dienen onderbouwd te worden.
- Bij concrete resultaten valt bijvoorbeeld te denken aan het aantal jongeren dat wordt bereikt, het aantal stageplekken of werkplekken dat wordt gecreëerd of vervuld, mits de resultaten in het verlengde zijn van het programma Aanpak Jeugdwerkloosheid.
- Bedoeling is dat de activiteit aanvullend is op het bestaande aanbod van de gemeente Amsterdam. Dit kan tot uiting komen in de doelgroep (jongeren die de gemeente nu nog niet of onvoldoende bereikt) maar ook in de methode (vernieuwende, creatieve methodieken en/of aanvullende expertise). De te subsidiëren activiteiten mogen niet verstorend werken op de bestaande aanpak.
- Met haalbaar wordt bedoeld dat de aanvraag realistisch is, bijvoorbeeld qua planning maar ook qua ambities en beoogde resultaten.
- Met duurzaamheid wordt zowel de duur van de resultaten (bijv. duur van de plaatsingen) en de financiële levensvatbaarheid na beëindiging van de subsidie bedoeld. Duurzaam is een termijn van tenminste 6 maanden.
- Met uiteenzetting van de kosten wordt bedoeld: vaste en variabele kosten per activiteit, per deelnemer.
- Per criterium kan voor de aanvraag nul tot en met vier punten worden gehaald: 0 punten voor onvoldoende of niet behandeld; 1 punt voor voldoende behandeld en onderbouwd; 2 punten voor ruimvoldoende behandeld en onderbouwd; 3 punten voor goed behandeld en onderbouwd; 4 punten voor uitstekend behandeld en onderbouwd. Aanvrager dient ieder criterium kort en bondig te verwoorden. Hierbij is het belangrijk dat vóór het opstellen van het plan een goede analyse wordt gemaakt met betrekking tot de haalbaarheid van de plannen en de aanpak van de aanvrager;
Artikel 8 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens
- Ten aanzien van onderbouwing van de cofinanciering voldoet schriftelijk bewijs zoals een brief van een fonds vanwaar de cofinanciering vandaan komt.
Ad sub a. De activiteiten dragen bijvoorbeeld niet bij aan het doel van deze Regeling of het programma Aanpak Jeugdwerkloosheid en de daarin beoogde resultaten wanneer deze betrekking hebben op het verrichten van onderzoek.
Ad sub b. De aanvrager kan deelnemers voor de activiteiten zelf werven. Namens de gemeente kunnen deelnemers aangedragen worden voor een activiteit, maar de aanvrager is zelf verantwoordelijk voor het behalen van de beoogde resultaten. De aanvrager is zelf verantwoordelijk voor de werving van de deelnemers.
Ad sub c. De gemeente wil de subsidie, vanwege het eenmalige karakter en de wens om als ‘aanjager' te werken, inzetten als een extra stimuleringsbijdrage. Het is niet wenselijk dat een aanvrager voor realisatie van de activiteit volledig afhankelijk is van de gemeentelijke subsidie, bijvoorbeeld omdat de activiteit na het wegvallen van de bijdrage dan niet goed kan worden gecontinueerd. Echter wil de gemeente dit niet als beperkende factor op de aanvraag willen hanteren. Om die reden zal in beginsel niet meer dan 50% van de totale kosten van een activiteit worden gesubsidieerd. Gelet op het belang van continuering en duurzaamheid van de activiteiten dient de aanvrager om die reden ten minste 50% van de totale kosten met een maximum van € 50.000,- van de activiteit te financieren anders dan uit gemeentelijke geldstromen van de gemeente Amsterdam.
Artikel 12 Aanvullende bepalingen
Ad lid 2. Onder meetbare resultaten worden zowel de benoeming van resultaten in definitieve aantallen als de benoeming van de gevolgde methodiek (de route ernaar toe) verstaan.
Ad lid 5. De melding geschiedt per e-mail bij de desbetreffende klantmanager/jongerenadviseur van de jongere bij de gemeente Amsterdam.
Ad lid 6. Onder RAAK nummer wordt verstaan het nummer waarmee de jongere staat geregistreerd in RAAK. Daarnaast dient de subsidieontvanger voor het rapporteren het door de gemeente verstrekte format te gebruiken. Ter waarborging van de Wet Bescherming Persoonsgegevens zal een Bewerkersovereenkomst worden gesloten tussen de gemeente en de subsidieontvanger
Ad lid 7. Indien lopende de uitvoering toch blijkt dat de realisatie achter loopt, is de subsidieontvanger verplicht dit onverwijld te melden bij de gemeente Amsterdam. De gemeente Amsterdam zal dan beoordelen of de redenen voor orderrealisatie aanleiding geven om op grond hiervan hoogte van de beschikking te herzien. Op die manier kan voorkomen worden dat de beschikbare middelen onvoldoende worden benut en kunnen andere goede initiatieven (alsnog) worden gehonoreerd. Dat kan leiden tot een gewijzigde beschikking tot subsidieverlening. Tenslotte, wanneer binnen 3 maanden geen aanvang is gemaakt met de uitvoering van de subsidievraag, wordt de subsidieverlening volledig ingetrokken.