Organisatie | Bergen (L) |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Bergen (L) 2016 |
Citeertitel | Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Bergen (L) 2016 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het Besluit maatschappelijke ondersteuning Bergen (L) 2015
Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Bergen (L) 2015
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | 01-06-2019 | wijziging artikel 3.1 en vervanging bijlage 1 | 20-12-2016 Gemeenteblad, nr. 718, 21-12-2016 | 20-12-2016 | |
01-08-2016 | 01-01-2017 | nieuwe regeling | 26-07-2016 Gemeenteblad, nr. 606, 18-08-2016 | 26-07-2016 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen (L);
gelet op de artikelen 12, derde lid en 14, vijfde lid, 18 en 22, vierde lid van de verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Bergen (L) 2015, "1e wijziging".
vast te stellen de Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Bergen (L) 2016
Hoofdstuk 1 Regels voor een persoonsgebonden budget (PGB) bij een maatwerkvoorziening
Paragraaf 1.1 Hoogte PGB voor de inkoop van diensten
De maximale hoogte van een PGB is begrensd op de kostprijs van de in de betreffende situatie door het college ingekochte maatwerkvoorziening in natura.
Bij de vaststelling van de tarieven voor dienstverlening wordt een onderscheid gemaakt tussen zorgverlening door professionals in dienst van een instelling, professionals niet in dienst van een instelling en niet-professionals (zoals werkstudenten, sociaal netwerk). Het PGB voor dienstverlening door professionals in dienst van een instelling is gelijk aan het door het college vast te stellen tarief. De tarieven voor professionals niet in dienst van een instelling (zoals ZZP-ers) en niet professionals zijn hiervan afgeleid. Voor de inzet van een niet professional geldt een maximum van € 25,- per eenheid. Voor begeleiding specialistisch kennen wij geen PGB toe voor de inzet van niet professionals, omdat voor het leveren van deze begeleiding vakkennis vereist is. In de bijlage zijn de PGB tarieven voor de diverse producten opgenomen. Tussenpersonen of belangbehartigers mogen niet uit het PGB betaald worden. De gemeente keert een “bruto” PGB uit aan het SVB, hierop is geen eigen bijdrage in mindering gebracht.
Paragraaf 1.2 Hoogte PGB voor de aankoop van voorzieningen
Het PGB-bedrag voor voorzieningen is toereikend en vergelijkbaar met de natura voorziening. De bedragen zijn afgeleid van de bedragen voor de door de gemeenten aangeschafte natura voorzieningen. Om de kosten van individuele afgestemde aanpassingen te bepalen moeten minimaal twee offertes worden overlegd. Als de naturaverstrekking een tweedehands voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte termijn waarop de zaak technisch is afgeschreven. In de beschikking wordt een bedrag opgenomen voor verzekering en onderhoud en reparaties. Deze kosten worden vergoed tot het in de beschikking vastgestelde maximum bedrag per jaar. De hoogte van het PGB-bedrag en de voorwaarden voor de verantwoording zijn opgenomen in de beschikking. Een aanvraag voor een PGB kan geweigerd worden voor zover de kosten van het PGB hoger zijn dan de kosten van de maatwerkvoorziening in natura. Cliënten kunnen zelf bijbetalen wanneer de door hen gewenste voorziening duurder is dan het door het college voorgestelde aanbod. Het college weigert het PGB dan voor het gedeelte dat duurder is dan het door het college voorgestelde aanbod. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen doordat de gemeente voorzieningen goedkoper kan inkopen dan iemand die zelf een voorziening koopt.
Artikel 1.2.1 PGB voor rolstoelen, vervoersvoorzieningen en niet bouwkundige voorzieningen
Niet bouwkundige woonvoorzieningen: Op basis van de bedragen die de gemeente heeft afgesproken met de gecontracteerde leveranciers, eventueel verhoogd met een bedrag voor onderhoud en reparatie. Woonvoorzieningen die niet kunnen worden geleverd door de gecontracteerde leveranciers: de kostprijs op basis van de door het college geaccepteerde offerte;
Auto-aanpassing: Een PGB voor een auto-aanpassing is gelijk aan de door het college geaccepteerde offerte. Er moeten minimaal twee offertes ter beoordeling worden overgelegd. Wij houden rekening met de persoonskenmerken van de aanvrager en gaan uit van een levensduur van minimaal 5 jaar van de aanpassingen.
Paragraaf 1.3 PGB voor Bouwkundige en woontechnische voorzieningen
Bouwkundige of woontechnische voorzieningen aan de eigen woning tot en met een bedrag van € 7.500,00 op basis van standaardbedragen. Bouwkundige of woontechnische voorzieningen aan de eigen woning vanaf een bedrag van € 7.500,00 op basis van twee of meer offertes. De hoogte van het persoonsgebonden budget is het bedrag van de goedkoopste door het college geaccepteerde offerte.
Bij het vaststellen van de hoogte van het persoonsgebonden budget voor een bouwkundige woningaanpassing wordt rekening gehouden met de volgende kostensoorten:
Hoofdstuk 2 Maatwerkvoorziening in de vorm van een financiële tegemoetkoming
Bij sommige voorzieningen leent de aard van de voorziening zich niet voor een verstrekking in natura. Als dit het geval is dan wordt gekeken naar een maatwerkvoorziening in de vorm van een financiële tegemoetkoming.
Artikel 2.1 Financiële tegemoetkoming
Om voor een financiële tegemoetkoming voor huurderving in aanmerking te komen, dient de huurbeëindiging een woning te betreffen die voor meer dan € 7.500,00 is aangepast. De hoogte van de financiële tegemoetkoming in de kosten in verband met huurderving is afhankelijk van de kale huur van de woonruimte met een maximum van het bedrag genoemd in artikel 13 lid onder a van de Wet op de Huurtoeslag. De duur van de vergoeding bedraagt maximaal 6 maanden, waarbij de eerste maand huurderving wordt niet vergoed.
Tijdelijke huisvesting vergoeden wij op basis van werkelijke kosten met een maximum van niet-zelfstandige woonruimte: het bedrag genoemd in artikel 13, lid 1, onder b van de Wet op de huurtoeslag. Maximaal € 320,00 per maand bij het tijdelijk betrekken of langer moeten aanhouden van niet-zelfstandige woonruimte.
Hoofdstuk 3 Eigen bijdragen voor maatwerkvoorzieningen en algemene voorzieningen
De wet onderscheidt bijdragen in de kosten van algemene voorzieningen en maatwerkvoorzieningen. De bijdragen in de kosten van algemene voorzieningen mag de gemeente bepalen. De bijdragen in de kosten van maatwerkvoorzieningen zijn maximaal gelijk aan de kostprijs van de voorziening.
Artikel 3.1 Eigen bijdrage algemene voorzieningen en maatwerkvoorzieningen
Voor de algemene voorziening ondersteuning bij huishoudelijk werk kunnen inwoners die huishoudelijke hulp ontvangen en mantelzorgers woonachtig in de gemeente Bergen (L) die zelf behoefte hebben aan ondersteuning, dienstenvouchers aanschaffen, inwisselbaar voor één uur ondersteuning bij huishoudelijk werk bij de door ons gecontracteerde aanbieders. De eigen betaling bedraagt € 10,-- per voucher. Op de eerste 12 vouchers ontvangt de inwoner een korting van € 5,-- per voucher. Deze korting wordt aan het einde van het jaar verrekend.
Voor alle maatwerkvoorzieningen verstrekt vanuit de Wmo, behoudens rolstoelen, vervoer bij dagbesteding en logeren, wordt een eigen bijdrage opgelegd tot maximaal de kostprijs van de voorziening. Voor hulp bij het huishouden, persoonlijke verzorging en begeleiding individueel wordt de eigen bijdrage berekend aan de hand van een fictief tarief. Dit tarief bedraagt € 20,- per uur voor de hiervoor genoemde voorzieningen en € 5,-- per uur voor dagbesteding.
De prijs waarop de eigen bijdrage voor een PGB bij producten is gebaseerd, is gelijk aan het toegekende bedrag.
De prijs waarop de eigen bijdrage voor een PGB bij diensten is gebaseerd, is 60% van het toegekende bedrag.
De bijdrage voor maatwerkvoorzieningen als bedoeld in artikel 3.8, tweede lid, sub a, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 wordt vastgesteld op 10%.,
Uitzondering hierop is het gebruik van de Regiotaxi, de eigen bijdrage hiervan bestaat uit een tarief per gebruikte zone. De eigen bijdrage voor beschermd wonen wordt berekend tot het maximum dat op grond van wet- en regelgeving is toegestaan.
Hoofdstuk 4 Jaarlijkse waardering mantelzorgers
Mantelzorgers in de gemeente Bergen ontvangen jaarlijks een financiële waardering voor hun inzet. De hoogte van en vorm waarin deze waardering wordt uitgevoerd, wordt hier in overleg met de doelgroep verder uitgewerkt. Daarnaast zal een waarderingsactiviteit worden georganiseerd die aansluit bij de behoefte van de mantelzorgers.
Hoofdstuk 6 Overgangsbepalingen
Dit besluit is van toepassing op alle aanvragen die vanaf de datum inwerkingtreding worden ingediend. Hiervan is uitgezonderd het bepaalde in artikel 3.1. van het Besluit voor wat betreft de hoogte van de eigen bijdrage bij maatwerkvoorzieningen met uitzondering van de Regiotaxi en Beschermd Wonen, dat onmiddellijke werking heeft.
Inwerkingtreding
De Nadere Regels maatschappelijke ondersteuning Bergen (L) 2016 treden per 1 augustus 2016 in werking. Het Besluit maatschappelijke ondersteuning Bergen (L) 2015 wordt ingetrokken.