Aanwijzingsbesluit inzake het houden van hinderlijke of schadelijke dieren Goeree-Overflakkee

Artikel 1 Aanwijzing gebieden

Als gedeelten van de gemeente waarop dit besluit van toepassing is, worden aangewezen de gebieden die liggen in het gemarkeerde gedeelte van de verschillende woonkernen, zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte bijlage.

Artikel 2 Aanwijzing diersoorten

Als dieren waarop dit besluit van toepassing is worden aangewezen de volgende diersoorten:

• a.

  varkens, zwijnen;

• b.

  runderen;

• c.

  schapen;

• d.

  geiten;

• e.

  honden;

• f.

  herten, lama’s, kangoeroes;

• g.

  struisvogels, emoes;

• h.

  paarden, pony’s, ezels;

• i.

  pluimvee, uitgezonderd hanen;

• j.

  pelsdieren;

• k.

  hanen;

met dien verstande dat dit besluit uitsluitend van toepassing is indien het houden van genoemde diersoorten in de zin van de Wet milieubeheer geen bedrijfsmatige activiteit is.

Artikel 3 Toepassing van een specifiek aantal diersoorten

Dit besluit is voor de diersoorten genoemd in artikel 2, onder e, i en j, uitsluitend van toepassing indien meer dan:

• a.

  drie honden; of

• b.

  vijf stuks pluimvee of

• c.

  vijf pelsdieren;

worden gehouden.

Artikel 4 Uitzondering voor kinderboerderijen en onbebouwde grond

• 1.

  Het aanvragen om ontheffing als bedoeld in artikel 2:60, derde lid, van de Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee 2016 geldt niet, indien er sprake is van een perceel met meer dan 800 m²onbebouwde grond van de in artikel 1 aangewezen gebieden en er geen (overlast)meldingen bekend zijn die gerelateerd zijn aan het houden van dieren genoemd in artikel 2.

• 2.

  Het aanvragen om ontheffing als bedoeld in artikel 2:60, derde lid, van de Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee 2016 geldt niet voor het houden van de aangewezen diersoorten op kinderboerderijen welke zijn of worden gevestigd, als bedoeld in artikel 1.

Artikel 5 Beperking overlast door het verbinden van voorschriften in de ontheffing

• 1.

  Ontheffing als bedoeld in artikel 2:60, derde lid, van de Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee 2016 wordt slechts verleend indien de aanvrager aannemelijk maakt dat door het aanwezig hebben en houden van de betrokken dieren geen overlast aan derden wordt veroorzaakt, of schade aan de openbare gezondheid wordt voorkomen dan wel dat de aanvrager maatregelen neemt om de effecten van die overlast of schade in voldoende mate te beperken.

• 2.

  Aan de in het eerste lid bedoelde ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden indien dit voor het voorkomen van overlast aan derden of schade aan de openbare gezondheid noodzakelijk is.

Artikel 6 Intrekken oude regeling

Het ‘Uitvoeringsbesluit inzake het houden van hinderlijke of schadelijke dieren’ wordt ingetrokken.

Artikel 7 Overgangsbepalingen

• 1.

  De in de voormalige gemeenten Goedereede en Oostflakkee in het kader van het uitvoeringsbesluit betreffende hinderlijke of schadelijke dieren verleende ontheffingen, waarvoor dit uitvoeringsbesluit overeenkomstige besluiten kent, gelden als ontheffingen genomen krachtens dit besluit.

• 2.

  Besluiten genomen krachtens de in artikel 6 genoemde regeling, die gelden op het moment van de inwerkingtreding van deze regeling en waarvoor deze regeling overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens deze regeling.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na die van zijn bekendmaking.

Artikel 9 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Aanwijzingsbesluit inzake het houden van hinderlijke of schadelijke dieren Goeree-Overflakkee.