Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Dronten

Verordening op de rekenkamercommissie

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDronten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de rekenkamercommissie
CiteertitelVerordening gemeentelijke rekenkamercommissie
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpcommissies

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 81o

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-10-200401-06-2017art. 6

26-08-2004

Gemeenteblad 2004, nr. 17

B04.001045
01-04-2004nieuwe regeling

26-02-2004

Gemeenteblad 2004, nr.4

zonder kenmerk d.d. 19 januari 2004

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de rekenkamercommissie

 

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Gemeentewet;

  • b.

    commissie: rekenkamercommissie;

  • c.

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie;

  • d.

    college: college van burgemeester en wethouders;

Artikel 2. Rekenkamercommissie

  • 1.

    Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamercommissie.

  • 2.

    De commissie bestaat uit drie leden, te weten één extern lid en twee leden uit de gemeenteraad.

Artikel 3. Benoeming leden

  • 1.

    De raad benoemt de leden van de commissie.

  • 2.

    De leden van de commissie die tevens raadsleden zijn, worden voor een periode gelijk aan de zittingsduur van de raad benoemd. Het externe lid wordt voor een periode van zes jaar benoemd.

  • 3.

    Bij de benoeming van de leden die tevens raadsleden zijn wordt er voor zorg gedragen dat één van de leden afkomstig is uit één van de collegepartijen en één lid uit de overige partijen.

  • 4.

    Het externe lid functioneert als voorzitter van de commissie. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt één van de door de commissie aangewezen overige leden als voorzitter op.

  • 5.

    Voorafgaand aan de benoeming van de voorzitter en de overige leden van de commissie pleegt de raad overleg met de commissie.

Artikel 4. Eed

Ten aanzien van het externe lid is artikel 81g van de Wet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5. Ontslag en non-activiteit

  • 1.

    De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-activiteit.

  • 2.

    Het lidmaatschap van een lid tevens raadslid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      indien het lid tussentijds aftreedt als lid van de raad;

    • c.

      indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van lid van de commissie te vervullen;

  • 3.

    Het lidmaatschap van het externe lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechtelijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

  • 4.

    Het externe lid van de commissie kan door de raad worden ontslagen wanneer het door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt is zijn functie te vervullen.

Artikel 6. Vergoeding voor werkzaamheden van het externe lid van de commissie

  • 1.

    Het externe lid ontvangt een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie waarvan de hoogte door het presidium is vastgesteld.

  • 2.

    De vergoeding genoemd in het eerste lid komt ten laste van het budget van de commissie.

Artikel 7. Ambtelijk secretaris

  • 1.

    De raad benoemt de ambtelijk secretaris in overleg met de commissie.

  • 2.

    De secretaris staat de commissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3.

    De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de commissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 4.

    De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

Artikel 8. Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1.

    De commissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2.

    De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de commissie ter kennisneming aan de raad en het college verstuurd.

  • 3.

    De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De commissie bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie niet aan het verzoek van de raad voldoet geeft zij dat gemotiveerd aan.

Artikel 9. Werkwijze

  • 1.

    De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2.

    De commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3.

    Aan de commissie komen de bevoegdheden genoemd in de artikelen 183 en 184 van de Gemeentewet toe.

  • 4.

    De commissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 5.

    De commissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 6.

    De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 7.

    Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • 8.

    De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt verder wie nog meer als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 9.

    Na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

Artikel 10. Budget

  • 1.

    De commissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2.

    Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoeding aan het externe lid;

    • b.

      externe deskundigen die eventueel door de commissie zijn ingeschakeld;

    • c.

      eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3.

    De commissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 april 2004.

Artikel 12. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie.