Organisatie | Meerssen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening peuterprogramma gemeente Meerssen 2017 |
Citeertitel | Verordening peuterprogramma gemeente Meerssen 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Wet ontwikkelingskansen door educatie
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | 01-08-2020 | Nieuwe regeling | 07-07-2016 | Onbekend. |
De raad van de gemeente Meerssen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 mei 2016;
gelet op de wet ontwikkelingskansen door educatie (Oke) op 1 augustus 2010 in werking getreden die erop neer komt dat er wijzigingen zijn in:
Ledenbrief ‘Inwerkingtreding Wet ontwikkelingskansen door educatie (Oke)’ (VNG ledenbrief, 13 augustus 2010) overwegende, dat het gewenst is regels te stellen rondom de harmonisatie van voorschoolse voorzieningen met de volgende uitgangspunten:
peuterspeelzalen blijven toegankelijk voor alle kinderen.
de opvang van kinderen in de zin van de wet;
educatie voor doelgroeppeuters zoals bedoeld in de wet;
peuteropvang voor doelgroeppeuters conform het besluit;
een tegemoetkoming van het Rijk als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder h, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen in de kosten van kinderopvang;
ouder in de zin van de wet;
Hoofdstuk 2 De subsidieaanvraag en de subsidieverlening
Subsidie op grond van deze regeling kan uitsluitend worden aangevraagd door stichting Spelenderwijs en MIK Kinderopvang BV. Vanwege de continuïteit en de kwaliteit van de uitvoering van de activiteiten is alleen voor deze twee organisaties gekozen.
Hoofdstuk 4 De subsidievaststelling
Artikel 9 Vaststelling van subsidie
Het college neemt een besluit voor 31 december van het jaar volgend op het jaar waarvoor de subsidie is verleend.
In aanvulling op het bepaalde in artikel 4:25, tweede lid en artikel 4:35 van de algemene wet bestuursrecht kan het college subsidie weigeren wanneer:
Artikelsgewijze toelichting subsidieregeling peuteropvang 2017
Gelet op de dimensies kinderopvangtoeslag ja/nee en doelgroeppeuter ja/nee zijn er vier groepen ouders te onderscheiden:
Ouders met kinderopvangtoeslag en een peuter.
Ouders met kinderopvangtoeslag en een doelgroeppeuter.
Ouders zonder kinderopvangtoeslag en een peuter.
Ouders zonder kinderopvangtoeslag en een doelgroeppeuter.
Als gevolg van deze omvorming komt de eerste groep ouders in aanmerking voor de kinderopvangtoeslag en is gemeentelijke subsidie voor deze groep niet aan de orde. Dat is de reden dat deze groep ouders in deze verordening buiten beschouwing wordt gelaten. Voor de tweede groep ouders wordt het VVE-gedeelte van de peuteropvang wel gesubsidieerd door de gemeente. Daarom is deze groep ouders wel opgenomen in deze verordening.
Er is bewust voor gekozen om enkel de huidige partijen met de huidige locaties te financieren. Ook ter voorkoming van versnippering.
Deze artikelen behoeven geen verdere toelichting.
De Subsidieverordening Welzijn gemeente Meerssen is van toepassing op deze subsidieregeling. Hierin staan weigeringsgronden en intrekkingsgronden vermeld. In deze verordening worden slechts een beperkt aantal aanvullende gronden opgenomen.
De uurtarieven genoemd in lid 1 zijn gebaseerd op de kengetallen van de MOgroep 1 .
Normaliter is peuteropvang zes uur per week. Voor doelgroeppeuters geldt dat zij ten minste tien uur per week moeten deelnemen aan VVE-peuteropvang.
Voor de eerste zes uur kunnen deze ouders kinderopvangtoeslag bij de Belastingdienst aanvragen. Deze toeslag bedraagt in 2016 maximaal € 6,89 per uur. De gemeente subsidieert voor de eerste zes uur het verschil tussen het uurtarief van € 10,72 en de kinderopvangtoeslag. De tweede zes uur worden volledig door de gemeente gesubsidieerd.
De gemeente Meerssen vindt het belangrijk om de toegang voor peuteropvang voor minima te waarborgen. Ouders/verzorgers (met een doelgroeppeuter) met jaarinkomen van € 0 tot € 25.000,– en zonder kinderopvangtoeslag kunnen hun peuter kosteloos brengen aan een peuteropvang en voor niet doelgroeppeuter maximaal 6 uur per week.
Artikel 12 lid 1 sub c, inkomsten € 0,– tot € 25.000:
Artikel 12 lid 1 sub e, inkomsten € 0,– tot € 25.000:
In de uurtarieven die genoemd worden in lid 1 is een ouderbijdrage verdisconteerd. Dit betekent dat de gemeente geen aparte subsidie voor de ouderbijdrage verstrekt. Het is instellingen wel toegestaan (met uitzondering artikel 13, lid 2, sub b en c) een ouderbijdrage te vragen aan de ouders. In dit artikel worden de maximum bedragen hiervoor vastgelegd. Dit gebeurt om de toegankelijkheid van de peuteropvang te waarborgen.
Ouders/verzorgers met en zonder een doelgroeppeuter met jaarinkomen van € 0,– tot € 25.000,– betalen geen ouderbijdrage. Voor de doelgroeppeuter maximaal 12 uur per week en voor niet doelgroeppeuter maximaal 6 uur per week.
Een kleinschaligheidssubsidie van maximaal van € 5.000,– per locatie per jaar is bedoeld voor kleine kernen Rothem en Geulle met relatief weinig peuters. De besteding van deze bijdrage moet door de peuteropvangorganisatie jaarlijks verantwoord worden door middel van een financieel verslag (per kern) en een overzicht van activiteiten met de bereikte resultaten (welke activiteiten zijn ondernomen om het bereik van peuters te vergroten: reclame, organiseren van open dagen etc.).
De subsidiebedragen genoemd in artikel 12, lid a, b, c, d en e, worden vanaf het jaar 2017 jaarlijks geïndexeerd op basis van de indexcijfers van het Centraal Bureau voor Statistiek (Cao-lonen per maand incl.bijz.beloningen, Cao-sector gesubsidieerde instellingen). Om te voorkomen dat elk jaar 2 verschillende subsidiebedragen (belastingtoeslag € 6,89 en de subsidietoeslag gemeente) berekend/onderzocht moet worden is er voor de indexering conform het CBS gekozen.