Organisatie | Krimpen aan den IJssel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemeen verbindend voorschrift van de gemeenteraad van de gemeente Krimpen aan den IJssel houdende regels betreffende het voorzieningenfonds Verordening Voorzieningenfonds Krimpen aan den IJssel 2015 |
Citeertitel | Verordening Voorzieningenfonds Krimpen aan den IJssel 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door de Verordening Voorzieningenfonds Krimpen aan den IJssel 2017.
Deze regeling heeft de vroegst mogelijke datum inwerkingtreding.
Deze regeling vervangt de Verordening voorzieningenfonds 2008.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-08-2016 | 01-01-2017 | nieuwe regeling | 29-01-2016 | . |
HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1.7. Door burgemeester en wethouders aangewezen kosten
Voor de bepaling van de overige kosten, waarin een tegemoetkoming kan worden verstrekt, worden uit oogpunt van redelijkheid mede in aanmerking genomen kosten die uit het lidmaatschap van een instelling voortvloeien of andere hiermee verband houdende kosten zoals bijvoorbeeld kleding, boeken, gereedschappen en dergelijke.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd te bepalen, dat een instelling niet behoort tot de relevante sectoren in de sociaal-culturele, hobby of sportieve sfeer, indien de doelstelling van de instelling geen relatie heeft met deze sectoren of de activiteiten van de instelling in strijd moeten worden geacht met de wet of het algemeen belang, met inachtneming van de staatkundige vrijheid evenals van de vrijheid van godsdienst of levensovertuiging.
Artikel 1.8. Door burgemeester en wethouders vastgestelde middelentoets
De inkomensgrens wordt vastgesteld op een inkomen tot 110 % van de geldende bijstandsnorm. Voor de toepassing van de inkomensgrenzen volgens de geldende bijstandsnorm wordt uitgegaan van de normbedragen volgens de Participatiewet. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd jaarlijks de geldende inkomensgrenzen vast te stellen.
Burgemeester en wethouders gaan uit van het netto inkomen van de aanvrager en de partner, waarbij op het inkomen rustende beslagen, schulden enzovoort in het algemeen niet worden betrokken. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd hiervan af te wijken, indien bijzondere individuele omstandigheden daartoe aanleiding geven.
HOOFDSTUK 2: BEPALINGEN INZAKE DE VERSTREKKING
Door de aanvrager wordt een aanvraag ingediend voor een tegemoetkoming in de kosten, gemaakt tijdens een desbetreffend kalenderjaar, uiterlijk binnen de termijn van 2 maanden na het verstrijken van het desbetreffende kalenderjaar. Aanvragen die na deze periode worden ingediend worden niet in behandeling genomen.
Door het college wordt per kalenderjaar een tegemoetkoming verstrekt in de door het college aangewezen kosten, hetzij voor de aanvrager, hetzij voor een tot zijn gezins- of samenlevingsverband behorend kind, mits het gezamenlijk maandelijks inkomen van het gezin, gedurende de kalendermaand waarin de aanvraag is ingediend, niet hoger is dan de van toepassing zijnde door het college vastgestelde middelentoets.