Organisatie | Doesburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Organisatieverordening gemeente Doesburg |
Citeertitel | Organisatieverordening gemeente Doesburg |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-1996 | Nieuwe regeling | 21-12-1995 Geen | Geen |
Artikel 4 Taakafbakening tussen afdelingen
Burgemeester en wethouders kunnen besluiten tot het instellen van tijdelijke organisatorische verbanden tussen afdelingen, ter voorbereiding en/of uitvoering van beleid dat meerdere afdelingen aangaat. Het beheer van zo' n verband wordt opgedragen aan een projectleider. Tot het instellen van zo 'n verband en het aanstellen van een projectleider wordt niet besloten dan nadat het managementteam is gehoord.
HOOFDSTUK 3 DE GEMEENTESECRETARIS
Artikel 7 Verhouding tot burgemeester en wethouders en de burgemeester
Hij draagt er op verzoek of uit eigen beweging zorg voor dat de leden van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester over alle informatie beschikken waarover zij de beschikking moeten hebben om hun functie goed uit te kunnen oefenen. Hij neemt eventuele richtlijnen van het college in acht.
Artikel 8 Verhouding tot de ambtelijke organisatie
Onder bestuurlijke verantwoordelijkheid van burgemeester en wethouders is de gemeentesecretaris het hoofd van de ambtelijke organisatie. Zijn speciale zorg betreft de coördinatie, de beleidsplanning en het personeelsbeleid; voor de inhoudelijke verantwoordelijkheid voor de beleidsadvisering mag en moet hij er vanuit gaan dat deze primair berust bij de afdelingshoofden.
Artikel 9 Verticale en horizontale coördinatie
De secretaris bevordert een goede afstemming van de te behandelen zaken tussen het college van burgemeester en wethouders en de portefeuillehouders enerzijds en de afdelingshoofden anderzijds, alsmede tussen de afdelingen onderling. Hij onderhoudt daartoe de nodige en/of wenselijke contacten.
HOOFDSTUK 4 HET AFDELINGSHOOFD
Artikel 10 Verhouding tot de afdeling
Het afdelingshoofd heeft de zorg voor het personeel van de afdeling en is de eerstaangewezene voor de juiste en tijdige advisering over de personeelsbezetting, de bewaking van de voortgang en de kwaliteit van de aangeboden diensten. Verder is hij de eerstaangewezene om de medewerkers te stimuleren, te instrueren en zo nodig te corrigeren alsmede om met de medewerkers van de afdeling gesprekken te voeren over klachten, problemen, beoordelingen en andere aangelegenheden. Hij is verantwoordelijk voor de beoordeling van zijn personeel. Tevens draagt hij zorg voor het jaarlijks houden van functioneringsgesprekken.
Indien een zaak tevens het taakgebied van één of meer afdelingen raakt of er coördinatiebehoeften of -mogelijkheden bestaan, overlegt hij met die andere afdeling. Dit overleg moet bij voorkeur resulteren in een eensluidend advies. Zo dit absoluut niet mogelijk is, legt het hoofd van de primair verantwoordelijke afdeling de zaak aan de gemeentesecretaris voor ter bespreking in het managementteam.
HOOFDSTUK 6 BESTUURSOPDRACHTEN
Voor aangelegenheden waarvoor burgemeester en wethouders een kader wenselijk achten voor de inbreng van de ambtelijke organisatie bij het ontwikkelen van beleid geven zij een zogenoemde bestuursopdracht. Burgemeester en wethouders stellen zo nodig, op voorstel van het managementteam, nadere regels vast voor de inhoud.
HOOFDSTUK 7 MANDATERING EN DELEGATIE EN UITOEFENING VAN BESTUURSBEVOEGDHEID
Burgemeester en wethouders, alsmede de burgemeester kunnen voor bepaalde categorieën zaken de portefeuillehouder, de gemeentesecretaris, een afdelingshoofd of een andere door hen of hem aan te wij zen ambtenaar de bevoegdheid geven namens hem of in hun plaats beslissingen te nemen of stukken te ondertekenen.