Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Doesburg

Nadere subsidieregels maatschappelijk en sociaal cultureel welzijn (2002)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDoesburg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere subsidieregels maatschappelijk en sociaal cultureel welzijn (2002)
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Artikel 147 Gemeentewet
  2. Artikel 1.5 Algemene Subsidieverordening Doesburg 2002

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200201-10-2011Nieuwe regeling

13-12-2001

Regiobode, 19 december 2001

Geen
01-10-2011Intrekking

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere subsidieregels maatschappelijk en sociaal cultureel welzijn (2002)

De raad van de gemeente Doesburg,

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 december 2001;

 

overwegende dat in zijn vergadering van 30 oktober 1997 zijn vastgesteld de deelverordeningen Wijkraden en - verenigingen, Vrijwilligers jeugd- en jongerenwerk, Sport, Specifieke werksoorten, Vrijwilligers gehandicaptenwerk, Muziekkorpsen, Podiumkunsten, Amateuristische zangkoren, Cultuurbehoud en, met een geldigheidsduur van vier jaar;

 

dat genoemde verordeningen op 1 januari 2002 van rechtswege vervallen;

 

dat het wenselijk wordt geacht de nadere subsidieregels in verordeningen voornoemd opnieuw vast te stellen en - gelet op de invoering van de euro per 1 januari 2002- hierbij de subsidiebedragen uit te drukken in euro's;

 

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en artikel 1.5 van de Algemene subsidiever- ordening "Maatschappelijk en sociaal cultureel welzijn" voor de gemeente Doesburg (2002),

 

besluit:

 

vast te stellen: Nadere Subsidieregels "Maatschappelijk en sociaal cultureel welzijn" voor de gemeente Doesburg (2002):

 

NADERE SUBSIDIEREGELS MAATSCHAPPELIJK EN SOCIAAL CULTUREEL WELZIJN (2002)

(Artikel 1.5 Algemene subsidieverordening Doesburg 2002)

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1.1 Grondslag

  • 1.

    Deze nadere subsidieregels zijn gebaseerd op artikel 1.5 van de Algemene subsidieverordening Doesburg 2002.

  • 2.

    Ten aanzien van eenzelfde activiteit of soort van activiteiten van een instelling is slechts een van de hoofdstukken in deze verordening van toepassing.

Artikel 1.2 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

instelling: een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid, daaronder begrepen een zelfstandig onderdeel van een rechtspersoon, die tot voornaamste doel heeft het zonder winstoogmerk uitvoeren van de activiteiten genoemd in de hoofdstukken in deze verordening.

HOOFDSTUK 2 WIJKRADEN EN WIJKVERENIGINGEN

Artikel 2.1 Begripsomschrijvingen

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    wijk: een op grond van stedenbouwkundige opzet en/of historische gegevens te onderkennen sociaal samenhangend gebiedsdeel van de gemeente, dat als zodanig is aangeduid in de gemeentelijke bestemmingsplannen;

  • b.

    wijkraad/wijkvereniging: een instelling die tot doel heeft de leefbaarheid van een wijk te bevorderen en in het kader daarvan de algemene belangen van de wijk behartigen.

Artikel 2.2 Te subsidiëren instellingen

Per wijk kan slechts één ais zodanig door burgemeester en wethouders aangewezen wijkraad of wijk- vereniging voor subsidie in aanmerking komen.

Artikel 2.3 Subsidievoorwaarden

  • 1.

    De instelling realiseert jaarlijks een activiteitenprogramma, gericht op het bevorderen van de leefbaarheid van de wijk.

  • 2.

    De instelling belegt tenminste éénmaal per jaar een algemene vergadering ten behoeve van alle wijkbewoners c.q. alle leden, waarin zij verantwoording aflegt omtrent het gevoerde en te voeren beleid.

Artikel 2.4 Hoogte subsidie

De jaarlijkse subsidie bedraagt € 680,67.

HOOFDSTUK 3 VRIJWILLIGERS JEUGD- EN JONGERENWERK

Artikel 3.1 Begripsomschrijvingen

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    jeugdigen/jongeren: ingezetenen van de gemeente Doesburg, die de leeftijd van 25 jaar nog niet hebben bereikt;

  • b.

    jeugd- en jongerenwerk: vrijwilligerswerk, dat gericht is op het bieden van mogelijkheden tot educatieve, sociale, creatieve en recreatieve ontplooiing van jeugdigen in onderling samenzijn in de vrije tijd, teneinde hen mede daardoor in staat te stellen een eigen bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de samenleving;

  • c.

    open jeugd- en jongerenwerk: werk als onder b. omschreven met dien verstande dat de deelname aan de activiteiten voor iedere jeugdige open staat;

  • d.

    tienerwerk: werk als onder b. omschreven met dien verstande dat de activiteiten zich richten op jeugdigen in de leeftijd van 12 tot 18 jaar;

  • e.

    leden: jeugdigen/jongeren die zijn aangesloten bij een instelling die zich het jeugdwerk tot taak stelt en aan deze instelling contributie betalen, alsmede jeugdigen/jongeren die vrijgesteld zijn van het betalen van contributie, doch die voor wat betreft deelname aan de activiteiten van de instelling zijn gelijkgesteld aan contributie betalende leden;

  • f.

    dagdeel: een aaneengesloten aantal uren tijdens de ochtend, middag of avond;

  • g.

    huisvestingskosten: de huren van gebouwen en/of terreinen alsmede de kosten van erfpacht of enig ander zakelijk recht; de kosten van verlichting, verwarming, watervoorziening en schoonmaak.

Artikel 3.2 Te subsidiëren instellingen

  • 1.

    Voor een jaarlijkse subsidie komen in aanmerking instellingen, die hun activiteiten richten op één van de volgende sectoren:

    • a.

      scouting;

    • b.

      speeltuinwerk;

    • c.

      open jeugd- en jongerenwerk;

    • d.

      tienerwerk;

    • e.

      wijkgericht jeugd- en jongerenwerk;

  • 2.

    Voor een subsidie voor wijk gericht jeugdwerk komt per wijk slechts één instelling in aanmerking.

Artikel 3.3 Subsidievoorwaarden

  • 1.

    Minimaal 75% van het aantal leden dient in de gemeente Doesburg woonachtig te zijn.

  • 2.

    De instelling die zich richt op de sector:

    • a.

      scouting, dient aan tenminste 20 leden een gevarieerd aanbod van scoutingactiviteiten te bieden, waarbij het aangeboden programma minimaal 25 dagdelen activiteiten, gespreid over het hele jaar, dient te omvatten;

    • b.

      speeltuinwerk, dient voor de onder haar beheer vallende speeltuin in haar programma uit te gaan van een openstelling onder toezicht van tenminste 350 uren per jaar;

    • c.

      open jeugd- en jongerenwerk dient in haar programma tenminste uit te gaan van 25 dagdelen activiteiten, gespreid over het hele jaar;

    • d.

      tienerwerk, dient aan tenminste 10 tieners zinvolle vrije tijdsbesteding te bieden, waarbij het aangeboden vrijwilligerswerk van additionele aard moet zijn;

    • e.

      wijkgericht jeugd- en jongerenwerk; het aangeboden programma dient tenminste 4 activiteiten per jaar te omvatten.

Artikel 3.4 Hoogte subsidie

De jaarlijkse subsidie bedraagt voor de instelling die zich richt op de sector:

  • 1.

    scouting: € 15,88 per jeugdlid, uitgaande van het aantal leden op 1 januari voorafgaande aan het jaar waarop de subsidie betrekking heeft; 80% subsidie in de huisvestingskosten van het clubgebouw aan de Burg. Nahuyssingel en 80% subsidie in de huurkosten van het clubgebouw aan de Panovenweg en/of terreinen;

  • 2.

    speeltuinwerk: € 6,81 per gezinslidmaatschap, uitgaande van het aantal leden op 1 januari voorafgaande aan het jaar waarop de subsidie betrekking heeft; 25% subsidie in de kosten van elektriciteit, gas en water van het clubgebouw aan de Marijkelaan 1 tot een maximum van € 453,78;

  • 3.

    open jeugd- en jongerenwerk: 80% van de huisvestingskosten;

  • 4.

    tienerwerk: € 45,38 per tiener, uitgaande van het aantal leden op 1 januari voorafgaande aan het subsidiejaar;

  • 5.

    wijkgericht jeugd- en jongerenwerk: € 0,45 per jeugdige in de wijk, uitgaande van de situatie op 1 januari voorafgaande aan het subsidiejaar.

Artikel 3.5 Jeugd- en jongerenfonds

  • 1.

    Er is een Jeugd- en jongerenfonds.

  • 2.

    Jaarlijks wordt in dit fonds een bedrag van € 1361,34 gestort.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen uit het Jeugd- en jongerenfonds een incidentele subsidie toekennen voor:

    • a.

      nieuwe activiteiten, die het karakter dragen van een experiment en die niet gerekend kunnen worden tot de normale activiteiten van instellingen gericht op de in artikel 2, eerste lid, genoemde sectoren;

    • b.

      incidentele activiteiten, die van belang zijn voor het plaatselijk jeugd- en jongerenwerk in het algemeen en/of voor een bepaalde groep jeugdigen c.q. jongeren in het bijzonder;

    • c.

      vormen van jeugd- en jongerenwerk buiten de sectoren genoemd in artikel 2, eerste lid;

    • d.

      onderzoek op het terrein van het plaatselijke jeugd- en jongerenwerk.

HOOFDSTUK 4 SPORT

Artikel 4.1 Begripsomschrijvingen

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    leden: natuurlijke personen, die contributie betalen en daardoor het recht hebben om aan de activiteiten van een instelling deel te nemen alsmede natuurlijke personen die vrijgesteld zijn van het betalen van contributie doch die voor wat betreft deelname aan de activiteiten van de instelling zijn gelijkgesteld aan contributie betalende leden;

  • b.

    jeugdleden: leden die op 1 januari voorafgaande aan het subsidiejaar de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt;

  • c.

    seniorleden: leden die op 1 januari voorafgaande aan het subsidiejaar 18 jaar of ouder zijn.

Artikel 4.2 Te subsidiëren instellingen

Voor subsidie komen in aanmerking plaatselijk werkzame instellingen die

  • ·

    minimaal 14 leden hebben;

  • ·

    activiteiten uitvoeren dan wel voornemens zijn uit te voeren op het gebied van sportieve recreatie;

  • ·

    vallen onder functie 6.530.0.0.1.404204 (sport) van de gemeentebegroting.

Artikel 4.3 Subsidievoorwaarden

  • 1.

    Minimaal 75% van het aantal leden dient in de gemeente Doesburg woonachtig te zijn.

  • 2.

    De instelling dient te beschikken over een door burgemeester en wethouders aanvaard basisprogramma, waaruit tenminste de mogelijkheid moet blijken dat alle leden in voldoende mate aan de voor die tak van sport normaal gebruikelijk aanvaarde activiteitenprogramma kunnen deelnemen.

Artikel 4.4 Hoogte subsidie

  • 1.

    Basissubsidie: € 8,17 per jeugd lid van een instelling.

  • 2.

    Opleiding en vorming van vrijwillig kader:

    • a.

      de subsidie bedraagt 80% tot een maximum van € 226,89 per persoon van de subsidiabele kosten ter bevordering van de deskundigheid van het sporttechnisch, bestuurlijk en techn isch kader;

    • b.

      subsidiabele kosten zijn: de werkelijke cursuskosten en boeken;

    • c.

      niet subsidiabele kosten zijn: reis- en verblijfkosten en alle kosten verbonden aan opleiding en vorming van jeugdsportleiders, die beroepshalve leiding en training geven.

  • 3.

    Bevoegde leiding:

    • a.

      de subsidie bedraagt 25% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 2722,68;

    • b.

      subsidiabele kosten zijn: de kosten van de salarissen van een trainer, inclusief de voor rekening van de instelling zijnde sociale lasten.

  • 4.

    Accommodatie:

    • a.

      25% subsidie in de huurkosten van binnen de gemeente gelegen accommodaties, met dien verstande dat de subsidie in de huurkosten van innen de gemeente gelegen niet- gemeentelijke accommodaties wordt verstrekt over een huurbedrag dat niet hoger is dan eventueel vergelijkbare gemeentelijke accommodaties;

    • b.

      25% subsidie in de huurkosten voor het gebruik moeten maken van buiten- gemeentelijke accommodatie.

Artikel 4.5 Sportfonds

  • 1.

    Er is een Sportfonds.

  • 2.

    Jaarlijks wordt in dit fonds 3% van het bedrag dat in de begroting is opgenomen voor sportsubsidies gestort.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan instellingen uit het Sportfonds een incidentele subsidie toekennen als bijdrage in het exploitatietekort voor activiteiten die voldoen aan de volgende minimum eisen:

    • a.

      de activiteit behoort niet tot de gebruikelijke activiteiten van de instelling;

    • b.

      de activiteit dient gericht te zijn op de bevordering van de beoefening van sport onder jongeren, die de leeftijd van 21 jaar nog niet hebben bereikt.

  • 4.

    Alvorens burgemeester en wethouders besluiten op een verzoek om toekenning van een incidentele subsidie winnen zij eerst het advies in van de betrokken raadscommissie.

HOOFDSTUK 5 VRIJWILLIGERS GEHANDICAPTENWERK

Artikel 5.1 Begripsomschrijvingen

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    gehandicapten: ingezetenen van de gemeente Doesburg, die langdurig of blijvend beperkt zijn in hun mogelijkheden deel te nemen aan alle facetten van het dagelijks leven ten gevolge van lichamelijke of geestelijke stoornissen c.q. beperkingen;

  • b.

    gehandicaptenwerk: vrijwilligerswerk gericht op belangenbehartiging en het bieden van mogelijkheden tot vorming, ontplooiing, bewustwording en ontspanning van gehandicapten in onderling samenzijn in de vrije tijd;

Artikel 5.2 Te subsidiëren instellingen

Voor subsidie komen in aanmerking instellingen die activiteiten uitvoeren dan wel voornemens zijn uit te voeren op het gebied van het gehandicaptenwerk en die vallen onder functie 6.651.0.0.1.4.0.42.04 van de gemeentebegroting zijnde:

  • ·

    Stichting Kruisrakkerssoos Wehl;

  • ·

    Stichting Sportinstuif Verstandelijk Gehandicapten (Spindo):

  • ·

    Stichting Spel- en Sportinstuif Gehandicapten "De Liemers";

  • ·

    Stichting Sportinstuif Gehandicapten gemeente Rheden.

Artikel 5.3 Subsidievoorwaarden

Het aangeboden programma dient minimaal 25 dagdelen activiteiten per jaar te omvatten.

Artikel 5.4 Hoogte subsidie

  • 1.

    De jaarlijkse subsidie voor de Stichting Kruisrakkerssoos Wehl bedraagt € 1,13 per in Doesburg woonachtige deelnemer, daarbij uitgaande van het aantal op 1 januari voorafgaande aan het jaar waarop de subsidie betrekking heeft, vermenigvuldigd met het aantal bezochte dansavonden in een jaar.

  • 2.

    De jaarlijkse subsidie voor de Stichting Sportinstuif Verstandelijk Gehandicapten (Spinde) bedraagt € 60,35 per in Doesburg woonachtige deelnemer in een jaar, daarbij uitgaande van het aantal op 1 januari voorafgaande aan het subsidiejaar.

  • 3.

    De jaarlijkse subsidie voor de Stichting Spel- en Sportinstuif 'De Lierners" wordt berekend op basis van de volgende factoren: gemiddeld aantal in Doesburg woonachtige deelnemers per jaar x het aantal instuiven per jaar x € 4,04;

  • 4.

    De jaarlijkse subsidie voor de Stichting Sportinstuif Gehandicapten gemeente Rheden bedraagt € 44,47 per in Doesburg woonachtige deelnemer in een jaar, daarbij uitgaande van het aantal op 1 januari voorafgaande aan het subsidiejaar.

HOOFDSTUK 6 PODIUMKUNSTEN

Artikel 6.1 Begripsomschrijving

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

podiumkunsten: alles wat met het toneelspelen in verband staat en zich in de volgende verschijningsvormen kan aandienen: theater, musical, cabaret, en dans.

Artikel 6.2 Te subsidiëren instellingen

Voor subsidie komen in aanmerking de in de gemeente Doesburg gevestigde instellingen, die tenminste één jaar bestaan en actief deelnemen aan de beoefening van podiumkunsten.

Artikel 6.3 Hoogte subsidie

  • 1.

    De jaarlijkse subsidie bedraagt:

    • a.

      € 158,82 per nieuwe productie indien de voorstelling ervan een tijdsduur kent van tenminste 90 minuten, de pauze niet meegerekend;

    • b.

      € 113,45 per nieuwe productie indien de voorstelling ervan een kortere tijdsduur kent dan 90 minuten, de pauze niet meegerekend;

    • c.

      € 90,76 voor iedere openbare voorstelling binnen de gemeente Doesburg en € 68,07 voor ieder andere openbare voorstelling met een tijdsduur van tenminste 90 minuten, de pauze niet meegerekend;

    • d.

      € 45,38 voor iedere openbare voorstelling binnen de gemeente Doesburg en € 22,69 voor ieder andere openbare voorstelling met een kortere tijdsduur dan 90 minuten, de pauze niet meegerekend;

  • 2.

    De jaarlijkse subsidie voor een musicalgezelschap bedraagt:

    • a.

      € 907,56 per nieuwe productie indien de voorstelling ervan een tijdsduur kent van tenminste 90 minuten, de pauze niet meegerekend;

    • b.

      € 453,78 per nieuwe productie indien de voorstelling ervan een kortere tijdsduur kent dan 90 minuten, de pauze niet meegerekend;

    • c.

      € 181,51 voor iedere openbare voorstelling binnen de gemeente Doesburg en € 113,45 voor ieder andere openbare voorstelling met een tijdsduur van tenminste 90 minuten, de pauze niet meegerekend;

    • d.

      € 90,76 voor iedere openbare voorstelling binnen de gemeente Doesburg en € 45,38 voor ieder andere openbare voorstelling met een kortere tijdsduur dan 90 minuten, de pauze niet meegerekend;

  • 3.

    De subsidie als bedoeld in het eerste lid en tweede lid, onder a en b, wordt niet eerder toegekend dan in het jaar dat de nieuwe productie voor het eerst binnen de gemeente Doesburg door de instelling in het openbaar is opgevoerd.

  • 4.

    De subsidie als bedoeld in het eerste lid, onder a, bedraagt ten hoogste € 476,47. De subsidie als bedoeld in het eerste lid onder b, ten hoogste € 453,78 per jaar per instelling. De subsidie als bedoeld in het tweede lid, onder a, ten hoogste € 1815,12. De subsidie als bedoeld in het tweede lid onder b, ten hoogste € 907,56 per jaar per instelling.

  • 5.

    De subsidie als bedoeld in het eerste lid, onder c en d, bedraagt ten hoogste € 363,02 per jaar per instelling. De subsidie als bedoeld in het tweede lid, onder c en d, ten hoogste € 726,05 per jaar per instelling.

HOOFDSTUK 7 AMATEURISTISCHE ZANGKOREN

Artikel 7.1 Begripsomschrijving

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder

  • a.

    werkend lid: een lid van een koor dat actief deelneemt aan de zangbeoefening;

  • b.

    kosten van leiding: de jaarlijkse vergoeding voor een dirigent, inclusief de voor rekening van de instelling komende sociale lasten;

  • c.

    materiaalkosten: kosten van aanschaf of huur van partituur en de kosten van reparatie/onderhoud van begeleidingsinstrumenten.

Artikel 7.2 Te subsidiëren instellingen

Voor subsidie komen in aanmerking de instellingen die aan de volgende eisen voldoen:

  • a.

    gevestigd zijn in de gemeente Doesburg;

  • b.

    tenminste 1 jaar bestaan en actief deelnemen aan de zangbeoefening;

  • c.

    het zangkoor minimaal 8 leden telt.

Artikel 7.3 Subsidievoorwaarden

De instelling is verplicht tenminste twee maal per jaar een openbaar concert in de gemeente Doesburg te geven.

Artikel 7.4 Hoogte subsidie

De jaarlijkse subsidie voor een zangkoor bestaat uit:

  • a.

    een basisbedrag van € 6,81 per werkend lid van een koor;

  • b.

    25% van de kosten van leiding tot een maximum van € 453,78:

  • c.

    25% van de materiaalkosten tot een maximum van € 453,78:

  • d.

    25% van de huren van repetitieruimten;

  • e.

    € 45,38 voor iedere openbare uitvoering of openbaar concert binnen de gemeente Doesburg tot een maximum van € 181,51.

HOOFDSTUK 8 SPECIFIEKE WERKSOORTEN

Artikel 8.1 Begripsomschrijving

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    specifieke werksoort: de vereniging of stichting, die gezien haar werksoort, niet ondergebracht kan worden in de deelverordeningen (hoofdstukken noemen) waartoe meerdere instellingen behoren.

  • b.

    huisvestingskosten: huren van gebouwen; kosten van verlichting, verwarming, watervoorziening; de kosten van groot onderhoud van gebouwen.

Artikel 8.2 Te subsidiëren instellingen

Voor subsidie komen de volgende instellingen in aanmerking:

  • ·

    Vereniging 'Doesburg en Oranje', die zich ten doel stelt het organiseren van Oranje feesten voor de Doesburgse bevolking;

  • ·

    Vereniging Het Badhuis, die zich ten doel stelt het organiseren en activeren van culturele activiteiten op het gebied van de film, het theater, de letteren, de muziek en dans voor de Doesburgse bevolking;

  • ·

    Stichting Doesburgse Muziekcultuur, die zich ten doel stelt het organiseren en activeren van concerten in daarvoor in aanmerking komende gebouwen in Doesburg en omgeving;

  • ·

    Stichting Manifestaties Martinikerk, die zich ten doel stelt het organiseren van culturele manifestaties en andere daarmee samenhangende activiteiten in het bijzonder in de Martinikerk voor de Doesburgse bevolking;

  • ·

    Kommissie Kunstzinnige Vorming Doesburg, die zich ten doelt stelt de bevordering van de expressiemogelijkheden en kunstzin van leerlingen van de basisscholen in Doesburg;

  • ·

    Stichting Wereldwinkel Doesburg, die zich ten doel stelt het stimuleren en in stand houden van een wereldwinkel waaruit producten uit de zogenaamde ontwikkelingslanden, waarvan bekend is dat de opbrengst zo veel mogelijk ten goede komt aan de arbeidende bevolkingsgroepen van het land van herkomst, het geven van informatie over deze producten en de organisatie van bijeenkomsten, waarin informatie wordt gegeven over de problematiek van de ontwikkelingslanden;

  • ·

    Imkersvereniging Doesburg en omstreken, die een bijdrage levert aan de natuur in het algemeen en bestuiving van land- en tuinbouwgewassen en de fruitteelt in het bijzonder;

  • ·

    Stichting Buro Slachtofferhulp Gelderland- Midden, die zich ten doel stelt het verlenen van hulp aan mensen die het slachtoffer zijn van delicten of verkeersongevallen, zodanig dat de ontstane schade (materieel of immaterieel) zoveel mogelijk wordt weggenomen;

  • ·

    Stichting Gunung Binaiya, die zich ten doel stelt de ontwikkeling van sociaal en culturele activiteiten voor de doelgroep Molukkers in Doesburg.

Artikel 8.3 Subsidievoorwaarden

  • 1.

    De Vereniging 'Doesburq en Oranje" dient jaarlijks in ieder geval de organisatie van het Oranjefeest Koninginnedag op zich te nemen.

  • 2.

    De Vereniging Het Badhuis dient een zo gevarieerd mogelijk programma van activiteiten te realiseren.

  • 3.

    De Stichting Doesburgse Muziekcultuur dient per jaar tenminste 10 concerten in Doesburg te realiseren.

  • 4.

    De Stichting Manifestaties Martinikerk dient per jaar tenminste 4 culturele activiteiten in de Martinikerk te realiseren.

  • 5.

    De Kommissie Kunstzinnige Vorming dient tenminste twee culturele voorstellingen per jaar te organiseren voor de leerling.

  • 6.

    De Stichting Wereldwinkel Doesburg dient per jaar tenminste vier activiteiten te realiseren.

  • 7.

    De Imkersvereniging Doesburg en omstreken dient het bijencentrum in stand te houden.

  • 8.

    De subsidie aan de Stichting Buro Slachtofferhulp Gelderland-Midden is bestemd voor dekking van de huisvestingskosten, kosten van de vrijwilligers, kosten van training en deskundigheidsbevordering en voor overige organisatiekosten.

Artikel 8.4 Hoogte subsidie

  • 1.

    De jaarlijkse subsidie aan de Vereniging 'Doesburg en Oranje" bedraagt € 0,25 per inwoner van de gemeente Doesburg, daarbij uitgaande van het aantal op 1 januari voorafgaande aan het jaar waarop de subsidie betrekking heeft.

  • 2.

    De jaarlijkse subsidie aan de Vereniging Het Badhuis bedraagt € 3176,46.

  • 3.

    De jaarlijkse subsidie aan de Stichting Doesburgse Muziekcultuur bedraagt € 5672,25.

  • 4.

    De jaarlijkse subsidie aan de Stichting Manifestaties Martinikerk bedraagt € 1134,45.

  • 5.

    De jaarlijkse subsidie aan de Kommissie Kunstzinnige Vorming bedraagt € 4310,91.

  • 6.

    De jaarlijkse subsidie aan de Stichting Wereldwinkel Doesburg bedraagt € 907,56.

  • 7.

    De jaarlijkse subsidie aan de Imkersvereniging Doesburg en omstreken bedraagt jaarlijks maximaal € 335,80 voor de exploitatie van het bijencentrum.

  • 8.

    De jaarlijkse subsidie aan de Stichting Buro Slachtofferhulp Gelderland-Midden bedraagt € 0,11 per inwoner van de gemeente Doesburg, daarbij uitgaande van het aantal op 1 januari voorafgaande aan het subsidiejaar.

  • 9.

    De jaarlijkse subsidie aan Stichting Gunung Binaiya wordt op basis van de volgende factoren berekend:

    • a.

      100% subsidie in de huisvestingskosten;

    • b.

      een subsidie van € 2949,57, waarvan € 2268,90 voor activiteitenkosten en € 680,67 voor organisatiekosten.

HOOFDSTUK 9 CULTUURBEHOUD

Artikel 9.1 Begripsomschrijving

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder

instelling: de vereniging of stichting die haar activiteiten richt op liet bewaren en in- standhouden van in cultuurhistorisch opzicht kenmerkende gebouwen, voorwerpen en gebruiken.

Artikel 9.2 Te subsidiëren instellingen

Voor subsidie komen in aanmerking

  • ·

    de Oudheidkundige Vereniging Stad en Ambt Doesborgh;

  • ·

    de Stichting Staring Instituut.

Artikel 9.3 Subsidievoorwaarden

De Oudheidkundige Vereniging Stad en Ambt Doesborgh dient:

  • a.

    jaarlijks een programma van museumactiviteiten te realiseren waaronder het con- serveren en presenteren van de vaste collecties, het houden van tenminste 4 wisseltentoonstellingen per jaar, educatieve activiteiten;

  • b.

    ervoor zorg te dragen dat haar activiteitenprogramma mede gericht is op de Doesburgse bevolking;

Artikel 9.4 Hoogte subsidie

  • 1.

    De jaarlijkse subsidie voor de Oudheidkundige Vereniging Stad en Ambt bedraagt € 8757,96 bedoeld voor de exploitatie van het museum.

  • 2.

    De jaarlijkse subsidie voor de Stichting Staring Instituut bedraagt € 0,29 per inwoner van de gemeente Doesburg uitgaande van het aantal op 1 januari voorafgaande aan het subsidiejaar.

HOOFDSTUK 10 MUZIEKKORPSEN

Artikel 10.1 Begripsomschrijvingen

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder

  • a.

    instelling: een harmonie- of een fanfarekorps, brassband, showkorps, drumfanfare, drumband dan wel een tamboer- , pijper- , lyra- en jachthoornkorps;

  • b.

    werkend lid: een lid van een muziekvereniging, dat actief deelneemt aan de mu- ziekbeoefening;

  • c.

    S.O.N.M.O.: de Stichting Overkoepeling Nederlandse Muziek Organisaties.

Artikel 10.2: Te subsidiëren instellingen

Voor subsidie komen in aanmerking de instellingen die aan de volgende eisen voldoen:

  • a.

    gevestigd zijn in de gemeente Doesburg;

  • b.

    tenminste 1 jaar bestaan en actief deelnemen aan de muziekbeoefening;

  • c.

    aangesloten zijn bij één van de landelijke amateur organisaties voor blaas- , tam- boerverenigingen, als bedoeld in de subsidieaanbeveling 1991 van S.O. N. M.O.;

  • d.

    een drumband telt minimaal 8 leden.

Artikel 10.3 Subsidievoorwaarden

  • 1.

    Een instelling is verplicht tenminste éénmaal in de vijf jaar deel te nemen aan een concours, als bedoeld in artikel 4, eerste lid onder d, ter toetsing van de kwaliteit.

  • 2.

    Een instelling is verplicht te concerteren op door burgemeester en wethouders aan te geven nationale feestdagen c.q. gedenkdagen.

Artikel 10.4 Hoogte subsidie

  • 1.

    De jaarlijkse subsidie voor een harmonie, fanfare, brassband, showkorps of drumfanfare bestaat uit:

    • a.

      een basisbedrag van € 453,78;

    • b.

      een bedrag van € 0,24 per bespeeld instrument;

    • c.

      30% van het honorarium van de dirigent of instructeur;

    • d.

      een bijdrage in de kosten van maximaal € 226,89 voor deelneming aan nationale concoursen onder auspiciën en reglementering van S.O.N.M.O. of van de aan- gesloten landelijke organisaties.

  • 2.

    De jaarlijkse subsidie voor een drumband bestaat uit

    • a.

      een basisbedrag van € 158,82 indien de instelling 8 tot 18 werkende leden telt;

    • b.

      een basisbedrag van € 226,89 indien de instelling 18 tot 35 werkende leden telt;

    • c.

      een basisbedrag van € 294.96 indien de instelling 35 of meer werkende leden telt;

    • d.

      een bedrag van € 20,22 per bespeeld instrument;

    • e.

      30% van het honorarium van de dirigent of instructeur;

    • f.

      een bijdrage in de kosten van maximaal € 226,89 van deelneming aan nationale concoursen onder auspiciën en reglementering van S.O.N.M.O. of van de aangesloten landelijke organisaties.

HOOFDSTUK 11 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 11.1 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 11.2 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Nadere Subsidieregels "Maatschappelijk en sociaal cultureel welzijn" voor de gemeente Doesburg (2002).

Artikel 11.3 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2002. Op dit tijdstip worden de deelverordeningen Wijkraden en - verenigingen, Vrijwilligers jeugd- en jongerenwerk, Sport, Specifieke werksoorten, Vrijwilligers gehandicaptenwerk, Muziekkorpsen, Podiumkunsten, Amateuristische zangkoren en Cultuurbehoud, vastgesteld op 30 oktober 1997, ingetrokken.

  • 2.

    Op subsidies die voor de inwerkingtreding van deze verordening zijn verleend, blijven de bepalingen van toepassing van de deelverordeningen als bedoeld in het eerste lid, tweede zin.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Doesburg in zijn openbare vergadering van 13 december 2001.

De secretaris, De voorzitter,