Organisatie | Wormerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Wormerland 2016 |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Wormerland 2016 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | wmo |
Externe bijlagen | Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 |
Geen
Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Wormerland 2016, artt. 12, 13 en 19
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-01-2017 | 02-01-2017 | 02-01-2017 | intrekking | 03-01-2017 Gemeenteblad 2017, 5839 | * |
15-08-2016 | 02-01-2017 | nieuwe regeling | 26-07-2016 Gemeenteblad 2016, 108455 | * |
Hoofdstuk 3 persoonsgebonden budget (pgb)
Artikel 3.3 Beoordeling van aanvraag pgb van een persoon uit het sociaal netwerk
Artikel 3.4 Weigeringsgronden van aanvraag voor pgb
In het besluit maatschappelijke ondersteuning worden de gronden genoemd om een aanvraag voor een pgb te weigeren. Een aanvraag voor een pgb kan geweigerd worden indien:
de cliënt naar het oordeel van het college:
1° de aanvraag niet kan motiveren en toelichten;
2° geen vaste woon- of verblijfplaats heeft;
3° problematische schulden heeft of een schuldsaneringstraject doorloopt;
4° verwijtbaar onder toezicht staat of een bewindvoerder heeft; onder verwijtbaar wordt verstaan dat de persoon handelingen heeft verricht of keuzes heeft gemaakt die ertoe hebben geleid dat toezicht of bewindvoering noodzakelijk is.
5° redelijkerwijs niet in staat kan worden geacht het pgb te beheren of een daartoe gemachtigde niet beschikt over het keurmerk van het Keurmerkinstituut;
6° een gemachtigde of beheerder van het pgb heeft aangewezen die tevens uitvoerder is van de met het PGB ingekochte ondersteuning;
7° belangenbehartigers, bemiddelingbureaus en tussenpersonen betaalt uit het pgb.
de ondersteuning die door één en dezelfde persoon geleverd wordt meer bedraagt dan 48 uur per week. Bij het vaststellen of er meer dan 48 uur per week ondersteuning wordt geleverd, kan ook de hoeveelheid ondersteuning worden meegenomen die deze persoon, via een pgb of andere wijze, levert aan andere personen of gezinsleden.
Artikel 3.6 Hoogte pgb voor dienstverlening
Artikel 3.7 Besteding en verantwoording van het pgb
Om de kwaliteit te waarborgen kan het college periodiek in gesprek gaan met de budgethouder over de behaalde resultaten met het persoonsgebonden budget of (steekproefsgewijs) toezicht houden op de daaraan verbonden voorwaarden, waaronder de vraag of de ingekochte ondersteuning aan de kwaliteitseisen voldoet.
Hoofdstuk 4 bijdragen maatwerkvoorzieningen
Artikel 4.1 Bijdrage in de kosten van algemene voorzieningen
Een cliënt is voor alle in de gemeente aanwezige algemene voorzieningen de betreffende reguliere bijdrage in de kosten verschuldigd.
Artikel 4.2 Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen in natura of pgb’s
1.Voor alle maatwerkvoorzieningen, met uitzondering van de voorzieningen genoemd in artikel 3.8 lid 4 van het Uitvoeringsbesluit, is de cliënt zowel voor een verstrekking in natura als in de vorm van een pgb een bijdrage verschuldigd.
Artikel 4.3 Omvang van de bijdrag
Indien een voorziening bestaat uit een individuele vervoersvoorziening of een losse woonvoorziening, bestaat voor de berekening van de bijdrage de kostprijs uit de gemiddelde aanschafprijs van een nieuwe voorziening en een depotverstrekking plus de kosten voor het onderhoud, keuring en reparatie van de voorziening voor 7 jaar (=afschrijftermijn voorziening). De aanschafprijs inclusief deze kosten voor het onderhoud, de keuring en reparatie van de voorziening wordt gedurende de gehele gebruiksduur van de voorziening in rekening gebracht conform de systematiek zoals in bijlage 5.
Artikel 4.5 Bijdrage woningaanpassing minderjarige
1.Voor een maatwerkvoorziening of pgb ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige is een bijdrage verschuldigd.
Artikel 4.7 Anti-speculatiebeding
1.De eigenaar-bewoner, die krachtens de Wmo een woonvoorziening heeft ontvangen die leidt tot waardestijging van de woning, dient bij verkoop van deze woning binnen een periode van 10 jaar na gereed melding van de voorziening, deze verkoop van de woning onverwijld aan het college te melden. De meerwaarde van de woning dient volgens het onderstaande afschrijvingsschema te worden terugbetaald:
in alle gevallen minus het percentage van de kosten van getroffen voorzieningen, dat voor rekening van de eigenaar van de woonruimte is gekomen.