Organisatie | Roermond |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke regeling openbaar lichaam Duits-Nederlands Grenspark Maas-Swalm-Nette |
Citeertitel | Gemeenschappelijke regeling openbaar lichaam Duits-Nederlands Grenspark Maas-Swalm-Nette |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen.
Wet gemeenschappelijke regelingen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2016 | nieuwe regeling | 16-02-2016 Staatscourant, 2016, 29602 | 160216/402 |
De colleges van burgemeester en wethouders van de Nederlandse gemeenten Beesel, Echt-Susteren, Leudal, Maasgouw, Roerdalen, Roermond en Venloen het ZweckverbandNaturparkSchwalm-Nette, gevestigd te Viersen, Bondsrepubliek Duitsland,
gelet op artikel 3 van het Verdrag van Anholt van 23 mei 1991 inzake grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale gemeenschappen of autoriteiten;
gelet op betreffende bepalingen van de Wet gemeenschappelijke regelingen;
gelet op betreffende bepalingen van de Gemeentewet in Nederland;
dat deze ontwikkelingen het resultaat zijn van talrijke door de afzonderlijke gemeenten en Kreisen geleverde inspanningen en met name mogelijk gemaakt werden door de subsidies van de deelstaat Nordrhein-Westfalen en de Nederlandse overheidsinstanties en in de laatste jaren in toenemende mate ook door het gemeenschappelijk benutten van de door de Europese Unie (EU) geboden subsidiemogelijkheden;
dat na 20 jaar veeleer nationaal georiënteerde samenwerking in het kader van het Duits-Nederlandse Grenspark Maas-Swalm-Nette, sinds 2002 aanzetten geboden zijn om in het kader van een gemeenschappelijke organisatie ook een grensoverschrijdende regionale identiteit te creëren, zonder de organisaties die hun waarde bij grensoverschrijdende samenwerking bewezen hebben in hun voortbestaan te bedreigen;
dat de deelnemende gemeenten en het Zweckverband te kennen hebben gegeven, dat zij de grensoverschrijdende samenwerking die reeds in gang was gezet bij de Overeenkomst van 30 maart 1976 tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Duitse Deelstaat Noordrijn-Westfalen (Traktaat 16 juni 1976, Trbl. 1976, nr. 76) waarbij een Adviescommissie voor het Duits-Nederlandse Grenspark Maas-Swalm-Nette in het leven werd geroepen, verder gestalte willen geven en verwezenlijken conform de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden, de Bondsrepubliek Duitsland, het Land Niedersachsen en het Land Noordrijn-Westfalen inzake grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale gemeenschappen of autoriteiten van 23 mei 1991 (Trbl. 1991, nr. 102 en Trbl. 1992, nr. 207) bekend als "Het Verdrag van Anholt";
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen
Artikel 2 Naam, rechtspersoonlijkheid, zetel
Het openbaar lichaam is een publiekrechtelijke instelling en bezit daardoor rechtspersoonlijkheid, handelingsbevoegdheid en is bevoegd privaatrechtelijke handelingen te verrichten. De rechtsbevoegdheid komt het openbaar lichaam slechts toe, voor zover zulks noodzakelijk is voor de vervulling van zijn taken en de verwezenlijking van zijn doelstellingen, zoals omschreven in artikel 4 van deze regeling.
Het ambtsgebied van het openbaar lichaam omvat in de Bondsrepubliek Duitsland het ambtsgebied van het Zweckverband Naturpark Schwalm-Nette en in Nederland het grondgebied van de deelnemende gemeenten. De exacte begrenzing van het ambtsgebied is in bijlage 1 op kaart aangegeven. Bijlage 1 maakt van de regeling een onlosmakelijk deel uit.
Het openbaar lichaam heeft tot doel de gezamenlijke belangen in grensoverschrijdende zin te behartigen, waarbij de meerwaarde van de grensoverschrijdende samenwerking gericht is op het behoud en de ontwikkeling van het natuurlijk landschap, de schoonheid, de wezenskenmerken en de verzorging en ordening daarvan, met inachtneming van belangen van economische, culturele en sociale aard.
Het openbaar lichaam heeft de taak de grensoverschrijdende samenwerking van de deelnemers aan het openbaar lichaam te bevorderen, te ondersteunen en te coördineren op de in artikel 4 vermelde gebieden. Het openbaar lichaam voert binnen deze taak projecten uit. Het vraagt aan, ontvangt en beheert financiële middelen van derden, waaronder Europese en nationale subsidies. Het verleent financiële middelen aan derden. Het verzorgt voor de in lid 2 vermelde gebieden doelmatige public relations. Het adviseert de deelnemers aan deze gemeenschappelijke regeling, overheden en instellingen bij grensoverschrijdende aangelegenheden.
Grensoverschrijdende samenwerking vindt in het kader van de toegekende bevoegdheden naar binnenlands recht, op de volgende gebieden plaats:
a. behoud en ontwikkeling van bos, natuur en landschap;
b. benutten en ontwikkeling van de mogelijkheden van recreatief medegebruik van bos, natuur en landschap;
c. educatie en voorlichting over bos, natuur en landschap inclusief de cultuurhistorie.
Door een eensluidend besluit van de daartoe bevoegde organen van de deelnemers kunnen de taken worden uitgebreid of beperkt. Naast de in lid 2 vermelde gebieden, kunnen de daartoe bevoegde organen van de deelnemers aan het openbaar lichaam, in het kader van de volgens het binnenlands recht aan de deelnemers aan het openbaar lichaam toekomende bevoegdheden, andere gebieden aanwijzen waar samenwerking eveneens zinvol wordt geacht.
Het college van elke deelnemende gemeente wijst uit zijn midden een lid en een plaatsvervanger aan voor het Algemeen Bestuur. Zij treden af met ingang van de dag waarop de zittingsperiode afloopt. De colleges wijzen na aanvang van de nieuwe zittingsperiode opnieuw de leden en plaatsvervangers voor het Algemeen Bestuur aan. Aftredende leden kunnen opnieuw worden aangewezen. De leden van het Algemeen Bestuur blijven als zodanig fungeren, totdat de nieuwe leden zijn gekozen. Indien tussentijds een plaats van een lid van het Algemeen Bestuur vacant wordt, wijst het college van de betrokken gemeente binnen twee maanden, een nieuw lid aan. Aan een lid van het Algemeen Bestuur wordt ontslag verleend indien deze het vertrouwen van de gemeenteraad niet meer bezit. De artikelen 49 en 50 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.
Het Zweckverband Naturpark Schwalm-Nette kiest uit zijn midden de leden en hun plaatsvervangers voor het Algemeen Bestuur. Het aantal te kiezen bestuursleden namens het Zweckverband is gelijk aan het aantal Nederlandse bestuursleden. Het lidmaatschap van het Algemeen Bestuur stopt automatisch op het moment dat het lid niet langer vertegenwoordiger is van het Zweckverband Naturpark Schwalm-Nette.
De leden van het Algemeen Bestuur kunnen zich in vergaderingen laten bijstaan door adviseurs die geen stemrecht hebben. Als adviseur kunnen onder andere optreden: de voor natuur en het milieu verantwoordelijke ministeries van de deelstaat Noordrijn-Westfalen en het Koninkrijk der Nederlanden, de Bezirksregierung Düsseldorf en de Provincie Limburg.
Artikel 9 Voorzitter van het Algemeen bestuur
Het Algemeen Bestuur kiest uit haar midden, met meerderheid van stemmen van de aanwezige leden, een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter. De voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter zijn tevens voorzitter, resp. plaatsvervangend voorzitter van het Dagelijks Bestuur. Bij de aanwijzing van de voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter neemt het Algemeen Bestuur als uitgangspunt dat als de voorzitter de Duitse nationaliteit heeft, de plaatsvervangende voorzitter de Nederlandse nationaliteit dient te hebben en andersom. De functie van voorzitter wordt maximaal vier jaar aaneengesloten door leden van gelijke nationaliteit vervuld.
Artikel 10 Bevoegdheden van het Algemeen Bestuur
Aan het Algemeen Bestuur behoren de volgende bevoegdheden:
a. het opstellen van het huishoudelijk reglement en het vaststellen van de begroting;
b. het vaststellen van de jaarrekening en het verlenen van decharge aan het Dagelijks Bestuur;
c. het kiezen en dechargeren van de voorzitter, de plaatsvervangende voorzitter en overige leden van het Dagelijks Bestuur;
d. de benoeming en het ontslag van de secretaris, op voorstel van de voorzitter.
e. over alle zaken voor zover de regeling hierin niet voorziet.
Artikel 11 Besluitvorming in het Algemeen Bestuur
Indien ingevolge lid 1 de vergadering niet kan worden geopend, belegt de voorzitter binnen veertien dagen, onder verwijzing naar deze regeling, opnieuw een vergadering. In de uitnodiging wordt uitdrukkelijk gewezen op de omstandigheid dat het Algemeen Bestuur in deze vergadering besluiten kan nemen zonder rekening te houden met lid 1 van dit artikel. Dit geldt alleen voor de in de oorspronkelijke vergadering voorziene aangelegenheden. Besluitvorming over andere aangelegenheden kunnen enkel plaatsvinden indien voldaan wordt aan het gestelde in lid 1.
Artikel 12 De werkwijze van het Algemeen Bestuur
Met inachtneming van een termijn van twee weken en onder toezending van de agenda nodigt de voorzitter van het Dagelijks Bestuur de leden van het Algemeen Bestuur uit voor de vergadering. Van de vergaderingen wordt een verslag opgesteld zowel in de Duitse- als de Nederlandse taal. Het verslag bevat tenminste een zakelijke weergave van de door het Algemeen Bestuur genomen besluiten en wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris.
In een besloten vergadering wordt niet beraadslaagd, noch een besluit genomen over:
a. de vaststelling en wijziging van de begroting en de vaststelling van de jaarrekening;
b. de benoeming en het ontslag van leden van het Dagelijks Bestuur en van een commissie;
c. het wijzigen van deze regeling overeenkomstig artikel 30;
d. het toetreden tot het openbaar lichaam Maas-Swalm-Nette overeenkomstig artikel 31;
e. het uittreden uit het openbaar lichaam Maas-Swalm-Nette overeenkomstig artikel 32.
Artikel 14 Inlichtingen en verantwoording door de leden van het Algemeen Bestuur
De door de deelnemers aan het openbaar lichaam aangewezen leden van het Algemeen Bestuur:
a. verstrekken, de door één of meer leden van de deelnemer aan deze regeling die hen heeft aangewezen, gevraagde inlichtingen;
b. kunnen mondeling en zonodig schriftelijk door de deelnemer aan deze regeling die hen heeft aangewezen ter verantwoording worden geroepen voor het door hen gevoerde beleid in het Algemeen Bestuur.
De leden treden als lid van het Dagelijks Bestuur af op de dag waarop de zittingsperiode van de leden van het Algemeen Bestuur afloopt. De leden van het Dagelijks Bestuur blijven als zodanig fungeren totdat nieuwe verkiezingen hebben plaatsgehad. Ten aanzien van vergaderingen onder deze omstandigheden gehouden, geldt een uitzondering van het bepaalde in artikel 56, lid 1, van de Gemeentewet.
Artikel 18 Bevoegdheden van het Dagelijks Bestuur
Het Dagelijks Bestuur heeft de volgende taken:
a. het voorbereiden van al hetgeen aan het Algemeen Bestuur ter overweging en beslissing zal worden voorgelegd;
b. het uitvoeren van de besluiten van het Algemeen Bestuur;
c. het beheer van de activa en passiva van het openbaar lichaam;
d. de zorg, voor zover deze niet aan anderen toekomt, voor het geldelijk beheer en de boekhouding alsmede de controle daarop;
e. het nemen van alle conservatoire maatregelen, zowel in als buiten rechte en het doen van alles wat nodig is ter voorkoming van verjaring en verlies van recht of bezit;
f. het benoemen c.q. schorsen en ontslaan van personeel in dienst van het openbaar lichaam, een en ander behoudens het bepaalde in artikel 10, lid 4 en verder voor zover het Algemeen Bestuur zich de desbetreffende bevoegdheid niet heeft voorbehouden.
Er wordt een secretariaat opgericht, dat geleid wordt door een secretaris. Voor de keuze en benoeming van de secretaris door het algemeen bestuur draagt de voorzitter van het Dagelijks Bestuur een kandidaat voor. De secretaris kan niet gelijktijdig in dienstverband staan bij een der deelnemers aan het openbaar lichaam. De secretaris wordt bij verhindering of ontstentenis vervangen op een door het Dagelijks Bestuur te bepalen wijze. De secretaris vertegenwoordigt het openbaar lichaam in opdracht van het dagelijks bestuur in alle bestuurlijke aangelegenheden binnen de kaders van het door het Dagelijks Bestuur vastgestelde reglement van orde.
De secretaris bereidt de besluiten van het Dagelijks Bestuur voor en voert ze uit. In het bijzonder is de secretaris belast met het initiëren en coördineren van projecten en het verwerven van gelden uit nationale en Europese fondsen voor projecten ter realisering van de taken van het openbaar lichaam. Hij voert daarover het vaktechnische en financiële beheer.
Hoofdstuk 5 Financiële bepalingen
De deelnemers aan het openbaar lichaam kunnen binnen acht weken na ontvangst omtrent de ontwerpbegroting aan het Dagelijks Bestuur van hun zienswijze doen blijken. Het Dagelijks Bestuur voegt de commentaren waarin deze zienswijze is vervat bij de ontwerpbegroting en biedt het ontwerp aan het Algemeen Bestuur ter vaststelling aan.
Nadat de begroting is vastgesteld zendt de voorzitter van het Dagelijks Bestuur deze met alle daarbij behorende stukken vóór 1 augustus dan wel uiterlijke twee weken na vaststelling, aan de toezichthouders en voorts aan de deelnemers aan het openbaar lichaam. De deelnemers kunnen na vaststelling hun zienswijze aan Gedeputeerde Staten doen toekomen indien er door het Algemeen Bestuur geen rekening mee is gehouden.
Het Dagelijks Bestuur zendt jaarlijks vóór 15 april de voorlopige jaarrekening met betrekking tot het afgelopen boekjaar aan de raden van de deelnemers aan het openbaar lichaam, vergezeld van een verslag van het onderzoek naar de deugdelijkheid, opgemaakt door een door het Algemeen Bestuur aangewezen deskundige, die niet in dienst van het openbaar lichaam mag zijn.
De geldmiddelen van het openbaar lichaam bestaan uit:
a. bijdragen van de Deelstaat Noordrijn-Westfalen,
b. bijdragen van het Koninkrijk der Nederlanden en de Provincie Limburg, waarbij deze samen gelijk zijn aan de bijdragen van de Deelstaat Noordrijn-Westfalen;
c. bijdragen van de deelnemers aan het openbaar lichaam, waarvoor de Duitse en Nederlandse leden ieder de helft voor hun rekening nemen. De verdeling van de bijdrage van de Nederlandse deelnemers is daarbij voor de helft gebaseerd op de oppervlakte en voor de helft op het aantal inwoners van de deelnemende gemeenten.
Artikel 30 Wijziging gemeenschappelijke regeling
Het Dagelijks Bestuur en deelnemers aan het openbaar lichaam kunnen aan het Algemeen Bestuur voorstellen doen toekomen tot wijziging van deze regeling. Een voorstel tot wijziging van de regeling is slechts rechtsgeldig tot stand gekomen indien het Algemeen Bestuur daartoe besluit met een tweederde meerderheid van het op de regeling gebaseerde maximale aantal stemmen.
Toetreding tot het openbaar lichaam door andere gemeenten of instellingen kan plaatsvinden bij schriftelijk verzoek van de daartoe bevoegde organen. Toetreding kan alleen geschieden indien de daarmee gepaard gaande uitbreiding van het ambtsgebied in Nederland gebieden betreffen die voor een belangrijk deel bestaan uit natuur- en bosgebieden en/of kleinschalige agrarische cultuurlandschappen.
Uittredende deelnemers zijn na uitreding tegenover het openbaar lichaam naar rato van de bijdrage van de deelnemers aansprakelijk voor de tot dan toe ontstane verplichtingen. De aansprakelijkheid van uitgetreden leden voor lange termijnschulden uit ontstane verplichtingen van het openbaar lichaam, is beperkt tot de concrete bedragen, die tot het tijdstip van de feitelijke uittreding naar rato zijn ontstaan. De uittredende leden zien af van een vermogensrechtelijke vereffening.
Bij uittreding van een deelnemer eindigen alle functies die zijn vertegenwoordiger in een of meerdere organen van het openbare lichaam hebben aanvaard. Met inachtneming van Art. 8 lid 2 regelt het Algemeen Bestuur zo nodig de gevolgen van de beëindiging van de functies van de vertegenwoordiger van de uitgetreden deelnemer voor de organen van het openbaar lichaam.
Artikel 33 Ontbinding en vereffening
De deelnemers aan het openbaar lichaam zijn verplicht om naar rato van hun bijdrage aan het openbaar lichaam bij te dragen aan openstaande verplichtingen van het openbaar lichaam die bij vereffening blijken. Als verplichting gelden ook aanspraken van derden die personeel aan het openbaar lichaam ter beschikking gesteld hebben waarvan tengevolge van de opheffing van het openbaar lichaam het dienstverband beëindigd moet worden.
De gemeente Roermond en het Dagelijks Bestuur van het Grenspark Maas-Swalm-Nette zenden deze regeling, besluiten tot wijziging van de regeling, besluiten tot toetreding en uittreding als ook besluiten tot opheffing, toe aan de Nederlandse respectievelijke Duitse toezichthouders.
Totdat ter zake een nieuw besluit wordt genomen, blijven besluiten, genomen krachtens de bestaande Gemeenschappelijke Regeling openbaar lichaam Duits-Nederlands Grenspark Maas-Swalm-Nette, in werking getreden d.d. 1 juni 2002, die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze regeling en waarvoor deze regeling overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten krachtens deze regeling.