Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling sportstimulering lage inkomenswijken |
Citeertitel | Subsidieregeling sportstimulering lage inkomenswijken |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Cultuur, sport en recreatie |
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Gemeenteblad 2016, afd. 3B, nr. 27
Onbekend.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | nieuwe regeling | 19-01-2016 Gemeenteblad 2016, afd. 3B, nr. 27 | Gemeenteblad 2016, afd. 3B, nr. 27 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 2. Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013
De Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 is van toepassing, tenzij daarvan in deze regeling uitdrukkelijk wordt afgeweken.
Artikel 3. Doel subsidieregeling
Het doel van deze subsidieregeling is de sportdeelname van kinderen in de leeftijd van 4 tot 17 jaar, die leven op of onder 120% van het wettelijk sociaal minimum, te verhogen door :
De activiteiten voor subsidie voor de activiteiten onder artikel 4 lid 1 en lid 2 worden in behandeling genomen in de volgorde van ontvangst, conform artikel 7 lid 2 van de ASA.
Voor aanvragen voor subsidie als bedoeld onder punt 4.1 is een maximum bedrag beschikbaar van €250.000 voor het jaar 2016
Voor aanvragen bedoeld als onder punt 4.2 is een maximum bedrag beschikbaar van €150.000 voor het jaar 2016.
Subsidie kan worden aangevraagd door sportverenigingen en organisaties die blijkens een passage in de statuten of het ondernemingsplan als doel hebben structurele sportbeoefening te stimuleren en de activiteit willen opzetten in een gebied, of in de directe omgeving van een gebied, waar weinig vergelijkbaar sportaanbod is en een hoog percentage lage inkomensgezinnen woont. Als er wel vergelijkbaar aanbod in de buurt aanwezig is met onvoldoende capaciteit (wachtlijsten) kan de subsidie worden ingezet om de capaciteit van dit bestaande aanbod uit te breiden.
Artikel 7. Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens
Voor activiteiten zoals beschreven onder 4.1 moet uit het activiteitenplan blijken op welke manier de aanvrager denkt te bereiken dat de sportclub een redelijke kans van slagen heeft, hetzij door uit te groeien tot een zelfstandige club die zonder subsidie kan voortbestaan, dan wel als dependance van een bestaande sportvereniging.
Voor activiteiten zoals beschreven onder 4.1 moet uit het activiteitenplan blijken op welke manier de aanvrager denkt te realiseren dat de jeugdleden van de sportclub een afspiegeling vormen van de sociaal economische status van de inwoners van het postcode gebied en/ of de omliggende postcode gebieden van vestiging van de sportclub.
Hoofdstuk 6 Verantwoording en vaststelling van de subsidie
In aanvulling op artikel 9, eerste lid, van de ASA 2013 weigert het college een subsidie te verlenen die wordt aangevraagd voor activiteiten bedoeld als in artikel 4.1 als de bestuurscommissie van het stadsdeel waar de activiteit gaat plaatsvinden geen positief advies op de aanvraag heeft uitgebracht.
Het doel van de subsidieregeling is de sportdeelname van kinderen en jongeren tot 18 jaar die leven op of onder 120% van het wettelijk bestaansminimum te verhogen. Twee doelen uit het Sportplan 2013-2016 staan daarbij centraal: "100% van de kinderen beweegt volgens de Nederlandse Norm Gezond Bewegen en 75% van de Amsterdammers doet wekelijks aan sport.
Kinderen uit lage inkomensgezinnen sporten minder dan kinderen uit meer welvarende huishoudens . In het Sportplan ligt de nadruk op groepen met een lage sportparticipatie. In het Amsterdamse Aanvalsplan op Armoede: "Amsterdam zijn we samen" is door het college nadrukkelijk de ambitie geformuleerd om sport- en cultuur-participatie voor kinderen die leven op of onder het bestaansminimum in dezelfde mate mogelijk te maken als voor kinderen en jongeren uit andere inkomens groepen..
De bepalingen van de ASA 2013 en de Algemene wet bestuursrecht zijn van toepassing op alle overige zaken die niet in deze subsidieregeling zijn geregeld
Artikelgewijze toelichting bij de Subsidieregeling sportstimulering lage inkomenswijken.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
De begripsomschrijvingen zijn voor de termen over subsidie en bestuur, de termen die in de ASA of in de gemeente Amsterdam worden gehanteerd. De sporttermen zijn zoveel mogelijk conform de landelijke definities, NOC*NSF, NISB of zoals de termen binnen de gemeente Amsterdam worden gehanteerd.
Artikel 2 Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013
In dit artikel is de toepasselijkheid van de ASA 2013 geregeld. Voor zover deze nadere regel geen afwijkende bepalingen bevat, gelden de bepalingen van de ASA 2013 onverkort.
Artikel 3 Doel subsidieregeling en Artikel 4 Subsidiabele activiteiten
Het doel van deze subsidieregeling is om sportdeelname te verhogen, omdat de sportparticipatie van kinderen uit lage inkomensgezinnen lager is dan van kinderen uit meer welvarende huishoudens. Het doel van de gemeente Amsterdam is om de sportdeelname te verhogen.
Het doel genoemd onder 4.1 moet worden bereikt door sportaanbieders te ondersteunen en te stimuleren sport aan te bieden in lage inkomenswijken. Uit scans van de gemeente Amsterdam blijkt dat in gebieden met een hoog percentage lage inkomensgezinnen er minder toegankelijk sportaanbod is dan in andere gebieden in Amsterdam. Armoedevoorzieningen als de stadspas, de scholierenregeling en het jeugdsportfonds hebben minder effect in deze gebieden; persoonlijke financiële ondersteuning voor sportbeoefening leidt tot resultaat als er in de omgeving ook voldoende laagdrempelig sportaanbod is.
Het doel genoemd onder 4.2 moet worden bereikt door sportverenigingen en sportaanbieders te ondersteunen bij het oplossen van belemmeringen die worden veroorzaakt door een hoog percentage jeugdleden met inkomen op of onder het bestaansminimum. Voorbeeld hiervan is bezoek aan uitwedstrijden en een tekort aan ouders met een auto. De regeling onder 4.2 moet in dit voorbeeld een abonnement op Greenwheels of andere autohuur mogelijk maken. Ook problemen met elftalbegeleiding door een lage ouderparticipatie kan worden opgelost door bv studenten van HVA -ALO, ROC, CIOS een vergoeding te bieden voor begeleiding van jeugdteams.
Subsidie onder punt 4 lid 2 is uitdrukkelijk bedoeld om de inzet van de kennis van verenigingen, hun inventiviteit en zelfredzaamheid aan te moedigen. Het effect van subsidie onder punt 4 lid 2 moet zijn dat niet de gemeente plannen maakt , maar verenigingen zelf voorstellen doen die de participatie van kinderen uit lage inkomensgezinnen verbetert.
In artikel 5 is de limiet opgenomen van de subsidiepot waaruit de subsidies onder artikel 4 lid 1 en artikel 4 lid 2 worden gefinancierd. Omdat het beschikken van de subsidie in volgorde van binnenkomst van de aanvragen plaatsvindt, betekent dit dat na het bereiken van deze limiet er geen subsidie meer wordt uitgekeerd.
Voor activiteiten onder artikel 4 lid 1 en artikel 4 lid 2 kan subsidie worden aangevraagd door sportverenigingen, de definitie daarvan is dat de sportaanbieder lid moet zijn van het NOC*NSF. Aanvragers die geen sportvereniging zijn moeten in ieder geval een rechtspersoon zijn en blijkens een passage in de statuten of het ondernemingsplan aantonen dat het doel van de organisatie structurele sportbeoefening is. Omdat er in toenemende mate in Amsterdam vraag is, en sport wordt aangeboden buiten de reguliere, bij NOC NSF aangesloten verenigingsporten, biedt artikel 6 de ruimte aan anders georganiseerde vormen van sport om aanvragen te doen.
Het college heeft een aanvraagformulier vastgesteld. Deze moet volledig worden ingevuld en is onderdeel van de subsidieaanvraag, samen met de begroting en het activiteitenplan.
Uit de begroting en het bijbehorende activiteitenplan moet de kansrijkheid blijken voor realiseren van duurzaam sportaanbod in lage inkomenswijken en het bereik van de juiste doelgroep, afhankelijk van de sociaal economische status van de directe omgeving.
Artikel 8 Aanvraag termijn eenmalige subsidies
De ASA 2013 regelt géén aanvraagtermijn voor eenmalige subsidies, hetgeen betekent dat deze subsidies het gehele jaar door kunnen worden aangevraagd.
Voor de activiteiten onder artikel 4 lid 1 en 2 kan vanaf 1 januari 2016 subsidie worden aangevraagd. De termijnen van aanvraag van vaststelling voor subsidie onder artikel 4 lid 2 zijn conform artikel 13 tot en met 15 van de ASA.
Voor subsidies tot en met € 5.000 hoeft geen aanvraag tot vaststelling van de subsidie worden ingediend. Voor subsidies hoger dan € 5.000 maar lager dan € 50.000 dient de aanvrager uiterlijk 8 weken na afloop van de activiteit een aanvraag tot vaststelling van de subsidie bij het college in. De termijn is afhankelijk van de hoogte van het bedrag van de subsidie.
Aanvragen gedaan onder artikel 4 lid 1 worden door mede door de bestuurscommissie van het stadsdeel waar de activiteit wordt gerealiseerd, getoetst op haalbaarheid en op de mate waarin een bijdrage wordt verwacht aan het lokaal structureel sportaanbod. Als de bestuurscommissie van het stadsdeel geen positief advies uitbrengt dan wordt de subsidie door het college geweigerd.