Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent subsidies voor elektrische voertuigen Subsidieregeling voor de aanschaf van elektrische voertuigen voor zakelijk gebruik in Amsterdam |
Citeertitel | Subsidieregeling elektrische voertuigen voor zakelijk gebruik in Amsterdam |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Financiën |
Geen
artikel 149 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-10-2018 | 31-12-2018 | artikel 6 | 02-10-2018 | ||
22-12-2017 | 22-12-2017 | art. 10, toelichting op art. 10 | 12-12-2017 | - | |
22-12-2017 | 16-10-2018 | artikel 6, toelichting, bijlage I | 19-12-2017 | ||
20-10-2017 | 22-12-2017 | art. 6, toelichting op art. 6 en bijlage | 18-07-2017 Gemeenteblad 2017, 177870 | - | |
18-01-2016 | 20-10-2017 | nieuwe regeling | 05-01-2016 Gemeenteblad 2016, afd. 3B, nr. 8 | Gemeenteblad 2016, afd. 3B, nr. 8 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
bestelauto: voor het vervoer van goederen ontworpen en gebouwd motorvoertuig met ten minste vier wielen met de voertuigclassificatie N1, zoals bedoeld in de richtlijn 2007/46/EG van het Europees parlement en de raad, met een technisch toegestane maximummassa tot 3.500 kg. Binnen de categorie N1 wordt onderscheid gemaakt in de volgende gewichtsklassen: I < 1350 kg, II: 1350-1760 kg; III > 1760 kg ;
taxi: voor het vervoer van personen ontworpen en gebouwd motorvoertuig met ten minste vier wielen met de voertuigclassificatie M1 of M2, zoals bedoeld in de richtlijn 2007/46/EG van het Europees parlement en de raad, die ingericht is voor het vervoer van personen tegen betaling in de gemeente, zoals bedoeld in de Wet personenvervoer 2000, die blijkens het afgegeven kentekenbewijs een taxi is en waarvoor een taxivergunning is afgegeven;
Artikel 2 Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013
De ASA 2013 is van toepassing, tenzij daarvan in deze subsidieregeling uitdrukkelijk wordt afgeweken.
Artikel 3 Doel subsidieregeling
Het doel van deze subsidieregeling is de aanschaf van elektrische voertuigen voor zakelijk gebruik te stimuleren en hiermee een bijdrage te leveren aan de in de Agenda Duurzaamheid gestelde doelen voor uitstootvrij verkeer in 2025.
Artikel 4 Subsidiabele activiteiten
Artikel 5 Hoogte van de subsidie
Het college stelt een lijst vast met de maximale subsidiebedragen per voertuigcategorie. Het maximale subsidiebedrag wordt bepaald aan de hand van de categorie waartoe het voertuig behoort en de aanschafprijs van het voertuig. De lijst met subsidiebedragen is opgenomen in bijlage I behorende bij deze regeling.
Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door een onderneming die met een nieuwe elektrische auto of nieuwe plug-in hybride vrachtauto of bus veel zakelijke kilometers in de gemeente rijdt en de elektrische auto of plug-in hybride vrachtauto of bus gaat gebruiken voor de uitvoering van de primaire bedrijfsactiviteiten in de gemeente.
Artikel 9 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens
een de-minimisverklaring. Als de subsidieaanvrager geen getekende de-minimisverklaring kan overleggen, overlegt hij in plaats daarvan de gegevens die benodigd zijn om de extra investeringskosten te berekenen. Het aan te schaffen voertuig wordt vergeleken met een vergelijkbaar conventioneel voertuig;
als de subsidieaanvraag wordt gedaan ten behoeve van de aanschaf van een elektrische personenauto en de aanvragende onderneming niet valt in een van bedrijfscategorieën uit bijlage II, worden eveneens objectieve bewijsstukken (zoals een rittenadministratie, klantenbestand, agenda-uitdraaien en/of klantverklaringen) overgelegd waaruit blijkt dat met de aan te schaffen personenauto voldaan wordt aan de in artikel 8, tweede lid gestelde eisen;
als de subsidieaanvraag wordt gedaan door een onderneming die buiten de gemeente is gevestigd, worden eveneens objectieve bewijsstukken (zoals een rittenadministratie, klantenbestand, agenda-uitdraaien en/of klantverklaringen)overgelegd waaruit blijkt dat met de aan te schaffen auto voldaan wordt aan de in artikel 8, tweede lid gestelde eisen;
als de subsidieaanvraag wordt gedaan ten behoeve van de aanschaf van een plug- in hybride vrachtauto of bus, worden eveneens objectieve bewijsstukken overgelegd waaruit blijkt dat de aan te schaffen plug- in hybride vrachtauto of bus voorzien is van een GPS-systeem waarmee de elektrische gereden kilometers kunnen worden uitgelezen en gecontroleerd.
de subsidieaanvrager niet de eerste eigenaar is van het voertuig. De datum van eerste toelating moet overeenkomen met de datum van eerste tenaamstelling zoals opgenomen op het kentekenbewijs van de aanvrager of van een onderneming die als tussenpersoon het voertuig levert. De subsidieaanvrager is niet aan te merken als de eerste eigenaar als het voertuig al eerder binnen het concern waar de subsidieaanvrager toe behoort is aangeschaft. Bij een voertuig zonder kenteken blijkt uit een factuur en verklaring van de importeur of distributeur dat de subsidieaanvrager de eerste eigenaar is;
Artikel 14 Terugvorderen subsidie
Het college vordert subsidie voor de aanschaf van voertuigen terug indien niet is voldaan aan de voorwaarden als opgenomen in deze regeling.
Het College kan in bijzondere gevallen van het bepaalde in deze subsidieregeling afwijken of bepalingen buiten toepassing laten, voor zover toepassing ervan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
De definities van de personen-, bestel- en vrachtauto's zijn ontleend aan Richtlijn 2007/46/EG van het Europees parlement en de raad. Deze regeling sluit aan bij de voertuigcategorieën die in de richtlijn van het Europees parlement en de raad zijn opgenomen. In de richtlijn 2007/46/EG zijn de eisen voor voertuigen van de voertuigclassificatie in een tabel opgenomen. Deze eisen worden van toepassing voor elektrische auto's gesteld. De regeling is bedoeld voor een aantal categorieën auto's:
Het onderscheid is van belang, omdat in deze subsidieregeling een maximale hoogte van de subsidiebedragen en een subsidieplafond per categorie auto is vastgesteld.
Voor een taxi is een aparte definitie opgenomen. Het gaat om een personenauto die is ingericht voor het vervoer tegen betaling van personen en ten behoeve waarvan een vergunning is afgegeven. Uit de definitie komt naar voren dat de taxi moet zijn ingericht voor het vervoer van personen tegen betaling. Daarnaast is opgenomen dat er ten behoeve van de taxi een vergunning is afgegeven en dat de taxi in de gemeente wordt ingezet.
Kern van de subsidieregeling is dat de subsidie alleen bedoeld is voor voertuigen zonder uitstoot aan de uitlaat die bedrijfsmatig worden ingezet Amsterdam. Dit betekent dat de voertuigen alleen mogen worden gebruikt ten behoeve van de primaire economische activiteiten die door de onderneming worden uitgevoerd. Het bedrijfsmatig gebruik is in een definitie opgenomen.
Het begrip concern is niet wettelijk bepaald. Vandaar dat er in deze subsidieregeling een definitie van is opgenomen. De centrale leiding is een kernbegrip bij een concern. In hoeverre hier sprake van is kan worden bepaald aan de hand van de volgende factoren:
In de definities is opgenomen dat de elektrische auto of plug in hybride vrachtauto of - bus een equivalent moet zijn van een ‘conventioneel' voertuig. De reden hiervoor is dat de gemeente wil aantonen dat de voertuigen ingezet worden als een volwaardig alternatief. Uit het kentekenbewijs moet blijken dat dezelfde eisen worden gesteld aan het voertuig waarvoor subsidie wordt aangevraagd als aan een ‘conventioneel' voertuig.
Voor de bepaling van de toegestane steunpercentage is van belang om een onderscheid te maken tussen kleine, middelgrote en grote ondernemingen. Dit onderscheid is gebaseerd op de gehanteerde definities uit Bijlage I van de Groepsvrijstellingsverordening.
De gemeente is in deze subsidieregeling ruimer geformuleerd dan de formele gemeentegrenzen. Als gemeente in de zin van deze subsidieregeling gelden de gemeentegrenzen en het geografische gebied binnen de A10.
Artikel 2 Algemene subsidieverordening Amsterdam
De Algemene subsidieverordening Amsterdam 2013 (ASA) is te vinden op: www.regelgeving.amsterdam.nl/ASA.
Artikel 3 Doel subsidieregeling Amsterdam
Eind 2014 is de Agenda Duurzaamheid door het college van B&W vastgesteld. De gemeenteraad heeft 11 maart 2015 unaniem ingestemd met de Agenda Duurzaamheid. In de Agenda Duurzaamheid is opgenomen dat Amsterdam inzet op uitstootvrij verkeer in 2025 voor zakelijke doelgroepen. Maatregelpakketten met stimulerende, faciliterende en regulerende maatregelen per doelgroep moeten dit bewerkstelligen. De nieuwe subsidieregeling is één onderdeel van het totale maatregelenpakket dat de gemeente inzet richting uitstootvrij verkeer. Naast deze regeling worden andere maatregelen (zoals privileges voor schone taxi's op taxistandplaatsen) geïntroduceerd die het uitstootvrij rijden aantrekkelijk maken. Bij elektrisch vervoer is de verwachting dat de komende jaren steeds meer voertuigen op de markt komen en dat de aanschafprijs zal dalen. Het nadeel nu is echter de beperkte actieradius van de auto's en de relatief hoge investeringslast. De inzet van de subsidieregeling is gericht om de aanschafprijs van elektrische auto's te verlagen waarbij de doelgroep bestaat uit ondernemers die dagelijks voor de uitvoering van hun primaire bedrijfsactiviteiten veel in Amsterdam rijden, zoals taxi's, zakelijke rijders en bestelvoertuigen.
Artikel 4 Subsidiabele activiteiten
Het college verleent alleen subsidie ten behoeve van ondernemingen bij de uitvoering van bedrijfsmatige activiteiten in de gemeente. Deze subsidieregeling is niet bedoeld voor subsidieverlening ten behoeve van particuliere doeleinden of voor onderdelen van de gemeentelijk organisatie.
De subsidie is bedoeld voor de aanschaf van nieuwe elektrische personenauto's, -bestelauto's, -taxi's, -vrachtauto's en -bussen en plugin hybride vrachtauto's en - bussen. De subsidie is beperkt tot personen-, bestel- en vrachtauto's en bussen.
Het criterium van het bedrijfsmatig gebruik is opgenomen, omdat op deze manier kan worden gewaarborgd dat kilometers met uitstoot worden vervangen door ‘uitstootvrije' kilometers. Het voertuig wordt alleen bedrijfsmatig ingezet als dat voor de onderneming uit kan en dus een ander voertuig vervangt.
Door het toevoegen van dit lid kan het college ook subsidie verlenen voor elektrische auto's die het college als bestelauto aanmerkt, maar geen voertuigclassificatie N1 hebben. Het college kan de subsidie verlenen als de voertuigen volledig vergelijkbaar zijn met bestelauto's en voldoen aan alle eisen voor het gebruik op de openbare weg. De reden hiervoor is dat de subsidie bedoeld is voor elektrische voertuigen die een volwaardig alternatief bieden voor een conventioneel bestelvoertuig. Er zijn voertuigen op de markt die, ondanks dat ze niet aan categorie N1 voldoen, in de stad wél een volwaardig alternatief zijn voor een conventioneel bestelvoertuig. Deze voertuigen dragen dus bij aan het behalen van de doelstelling van de regeling om vervuilende voertuigen van de weg te krijgen en zijn daarom als voertuig die aan de gestelde criteria voldoet opgenomen.
In deze subsidieregeling gaat het om de extra investeringskosten voor het aanschaffen van elektrische auto's ten opzichte van conventioneel auto's. De auto waarmee wordt vergeleken moet in technisch opzicht vergelijkbaar zijn.
De bepalingen zijn ontleend aan de staatssteunregels. Het gaat om kosten die uitstijgen boven de kosten van de aanschaf van een conventioneel voertuig. Voor zover de subsidie wordt verleend op grond van de groepsvrijstellingsverordening mogen exploitatiebaten en -lasten niet tot de subsidiabele kosten worden gerekend. Daarnaast zijn er voorwaarden opgenomen als de gebruiker niet zelf in de elektrische auto gaat investeren, bijvoorbeeld in geval van lease. De kosten die de leasemaatschappij dan maakt komen voor subsidie in aanmerking.
Uit de bepalingen van het artikel volgt dat de volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking komen:
De hoogte van het bedrag hangt af van het type auto en het moment van aanschaf. De subsidiebedragen zijn opgenomen in een bijlage en worden door het College vastgesteld. Wanneer de subsidieaanvrager geen de-minimisverklaring kan overleggen dan is de hoogte van de subsidie mede afhankelijk van staatsteunregels.
Per subsidieaanvrager geldt een maximum van € 500.000,- subsidie. Als de subsidieaanvrager tot een concern behoort dan geldt dit maximum voor het hele concern. Het is dus niet mogelijk subsidie door meerdere project B.V.'s aan te vragen om op die manier een hoger subsidiebedrag te krijgen. In artikel 10 is opgenomen dat de subsidie zal worden geweigerd als blijkt dat de aanvrager of het concern waar de aanvrager toe behoort al eerder op grond van deze subsidieregeling subsidie heeft gekregen en het maximum voor dit concern is bereikt.
Als de subsidieaanvrager geen de-minimisverklaring kan overleggen dan wordt de subsidie beperkt tot een percentage van de subsidiabele kosten. De percentages zijn als bijlage bij de subsidieregeling opgenomen. De reden van deze beperking is opgenomen in de Europese regels over staatssteun.
In dit artikel is opgenomen dat er een subsidieplafond geldt van € 5 miljoen. Dit betekent dat er geen subsidie meer kan worden verstrekt als er meer dan € 5 miljoen aan subsidies is verstrekt of als de datum van 31 december 2018 is verstreken.
Artikel 7 Verdeelsleutel subsidieplafond
Naast een subsidieplafond voor de regelging stelt het College een apart subsidieplafond voor elke voertuigcategorie vast. Op deze wijze kan het College sturen in de subsidie voor bepaalde categorieën en wordt voorkomen dat er alleen subsidie gaat naar bijvoorbeeld personenauto's.
Het subsidieplafond wordt verdeeld volgens het principe ‘wie het eerst komt; wie het eerst maalt'. Dat betekent dat een subsidieaanvrager die als eerste een aanvraag indient waar alle gegevens en bescheiden zijn aangeleverd als eerste voor subsidie in aanmerking komt.
In het bijzonder is deze subsidieregeling bedoeld voor ondernemers die binnen de gemeente veel zakelijke kilometers rijden, voor de uitvoering van hun primaire bedrijfsactiviteiten, zoals bijvoorbeeld taxiritten en goederendistributie. De gemeente geeft in dit lid aan deze zakelijk elektrisch gereden kilometers binnen de gestelde kaders van deze subsidieregeling te kunnen subsidiëren. De subsidie is in de eerste plaats bedoeld voor ondernemingen die in de stad zijn gevestigd en in de gemeente de primaire bedrijfsactiviteiten uitvoeren. Hiermee wordt gewaarborgd dat de elektrische auto's ook in de stad gaan rijden. Dit brengt een belangrijk uitstralingseffect met zich mee. Het laat zien dat een elektrische auto een volwaardig alternatief is voor een conventionele auto. Ondernemers zijn immers bereid om zelf in elektrische auto's te investeren. Voor anderen kan dit een reden zijn om ook op een elektrisch auto over te gaan.
Op de vestigingseis voor Amsterdam kunnen uitzonderingen gelden. Het kan bijvoorbeeld zijn dat sommige gebruikers tot een concern behoren waarbij het wagenpark in een concernonderdeel buiten Amsterdam is ondergebracht. Deze gebruikers kunnen van de subsidieregeling gebruik maken als concernonderdelen in Amsterdam actief zijn en het voertuig veel in Amsterdam wordt ingezet. Er kan dan worden getoetst aan de volgende criteria:
Een andere argumentatie kan gelden voor leasemaatschappijen of verhuur ondernemingen die niet in Amsterdam zitten, maar wel voor klanten in Amsterdam elektrische auto's leasen of verhuren. De leasemaatschappij of de verhuurder moet dan wel kunnen aantonen dat het voertuig wordt ingezet voor zakelijke klanten in Amsterdam. Verder is als eis opgenomen dat het voertuig voor minimaal twee jaar worden geleased of verhuurd en gebruikt voor primaire bedrijfsactiviteiten in Amsterdam. Alleen dan is aannemelijk dat de auto's ook daadwerkelijk in de stad gaan rijden. De subsidieaanvrager kan aantonen dat de geleasede of gehuurde auto's in Amsterdam worden ingezet door bijvoorbeeld overlegging van de contracten met de klanten. De volgende criteria kunnen dan leidend zijn:
Een laatste uitzondering op de vestigingseis is dat de subsidieaanvrager kan aantonen dat de elektrische auto zonder twijfel in de gemeente ingezet kan worden. Hiervoor zijn voorwaarden opgenomen zoals een vast standplaats in de gemeente en wordt gekeken naar het volgende:
De subsidieaanvrager moet veel kilometers rijden in Amsterdam met het voertuig waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Het gaat dan om een onderneming die voor de uitvoering van de primaire bedrijfsactiviteiten veel zakelijke kilometers (niet zijnde woon werkverkeer) in de gemeente gaat rijden met de elektrische auto. Er sprake van een veelrijder als de subsidie is bedoeld voor een taxi, bestel- of vrachtauto. Daarnaast wordt aangenomen dat er sprake is van een veelrijder als de primaire bedrijfsactiviteiten zijn opgenomen op een lijst die door het College is vastgesteld. Het gaat dan bijvoorbeeld om een beveiligingsbedrijf of een koeriersdienst. De lijst is tot stand gekomen aan de hand van de statistische indeling van het Centraal Bureau van de Statistiek volgens de SBI. Het belangrijkste criterium voor het samenstellen van de lijst is dat op voorhand zeer aannemelijk is dat er in deze categorieën veel met auto's gereden wordt. De voorwaarde is uiteraard wel dat het voertuig waarvoor subsidie wordt aangevraagd wel voor primaire bedrijfsactiviteiten wordt gebruikt. Als de bedrijfsactiviteit niet op de lijst voorkomt wil dat nog niet zeggen dat er geen subsidie mogelijk is. De subsidieaanvrager moet dan zelf aantonen dat de subsidieaanvrager het voertuig veel gaat gebruiken in de stad. Dit kan bijvoorbeeld door het overleggen van een rittenadministratie of een klantenbestand inclusief afspraken.
De gemeente kan hiernaast ook subsidie verlenen voor elektrische vrachtauto's en elektrische bussen die gebruik maken van een range extender op fossiele brandstof om de actieradius te vergroten. Voor dergelijke voertuigen moet door de aanvrager kunnen worden aangetoond dat het voertuig uitstootvrij wordt ingezet in Amsterdam. Dit kan door een koppeling van de rittenregistratie van elektrische kilometers met het GPS systeem. Het voertuig moet in een dergelijk geval minimaal 30 ook kilometer volledig uitstootvrij kunnen rijden zonder gebruik te maken van de range extender op fossiele brandstof. In artikel 13 lid 5 is bepaald dat bij de subsidievaststelling aangetoond moet worden dat 90% van alle ritten in Amsterdam elektrisch zijn gereden.
Bij de aanvraag van de subsidieverlening moeten in ieder geval de gegevens en bescheiden worden overgelegd die in dit artikel worden genoemd. In het digitale aanvraagformulier kan de gemeente nog nadere gegevens en bescheiden opnemen. Verder kan het zijn dat de gemeente meer informatie nodig heeft om de aanvraag goed te kunnen beoordelen en meer gegevens en bescheiden vraagt. Deze dient de subsidieaanvrager op verzoek te overleggen.
Mogelijk moet de subsidieaanvrager een ‘de-minimisverklaring' overleggen. Een concept hiervan zal bij de aanvraag beschikbaar zijn.
Naast de weigeringsgronden die genoemd zijn in de ASA, zijn in dit artikel aanvullende gronden opgenomen die als basis dienen voor een weigering van de subsidie. Dit betekent dat de subsidieaanvrager niet aan de gestelde voorwaarden en verplichtingen heeft voldaan en de subsidie wordt geweigerd. Als blijkt bijvoorbeeld dat de voertuigen voor particulier gebruik ingezet gaan worden, worden ingezet buiten Amsterdam of niet worden ingezet voor primaire bedrijfsactiviteiten.
In lid 2 t/m 6 worden eisen gesteld aan de auto. Het voertuig waarvoor subsidie wordt aangevraagd moet aan alle vereisten voldoen, die ook aan een conventionele auto worden gesteld. Er is daarom opgenomen dat de voertuigen aan vergelijkbare criteria moet voldoen dan andere auto's die met een benzine- of een dieselmotor rijden. Het moet bijvoorbeeld gaan om auto's die op grond van het kentekenbewijs ook op de openbare weg mogen rijden. Op deze manier dienen de voertuigen als een volwaardig voor een conventionele auto.
Leden 5 en 6 geven specifiek eisen voor plug-in hybride verachtwagen of -bus. In lid 5 is opgenomen dat deze moeten beschikken over een GPS-systeem zodat controle kan plaatsvinden of en waar de vrachtwagen of bus volledig elektrisch heeft gereden. In lid 6 wordt vereist dat de vrachtwagen of bus minimaal 30 kilometer aan één stuk elektrisch kan rijden zonder gebruik te maken van een hulpmotor.
Er is subsidie mogelijk voor de aanschaf van nieuwe voertuigen. Subsidie voor tweedehands auto's is dus niet mogelijk In lid 7 wordt een aantal criteria geformuleerd op grond waarvan kan worden aangetoond dat het daadwerkelijk om een nieuw voertuig gaat. Als een voertuig in concernverband wordt doorverkocht dan is dat niet aan te merken als een nieuw. Bepalend is of voor de auto niet eerder een kentekenbewijs is afgegeven en niet eerder op de openbare weg is gebruikt. Daarnaast moet conform lid 8 de subsidieaanvrager de eerste eigenaar van het voertuig zijn.
In lid 10 en 11 is vastgelegd dat de gemeente kan subsidie weigeren als de aanvrager het voertuig niet inzet voor de primaire bedrijfsactiviteiten of geen vergunning heeft voor het uitvoeren van de primaire bedrijfsactiviteiten in de gemeente Amsterdam waarvoor het elektrische voertuig moet worden ingezet. De subsidieaanvrager gebruikt de subsidie dan niet waarvoor deze uitdrukkelijk is bedoeld.
In lid 9 staat dat subsidie moet zijn aangevraagd voordat het voertuig is aangeschaft. Achteraf aangevraagde subsidie wordt geweigerd.
Lid 12 ziet erop toe dat de aanvrager van subsidie dient zorg te dragen voor een oplaadfaciliteit voor de elektrische auto. Dit kan zijn op eigen terrein, via een publiek laadpunt of op terrein van derden. Een publiek laadpunt kan alleen worden aangevraagd indien de berijder van het voertuig niet beschikt over een eigen (parkeer)terrein. Deze eis garandeert optimale inzet van de elektrisch auto. Indien een voertuig niet kan rijden omdat er geen laadmogelijkheden zijn kan Amsterdam subsidie weigeren/ terugvorderen.
De weigeringsgrond in lid 13 vloeit voort uit de staatssteunregels.
Lid 14 houdt in dat bij de aanschaf van een elektrisch voertuig ‘stapeling’ van verschillende subsidies in beginsel niet mogelijk is. Een samenloop met subsidie op grond van de Amsterdamse ‘Subsidieregeling aanschaf elektrische bestelauto voor gebruik in Amsterdam’ is echter expliciet wél mogelijk gemaakt. Dit omdat beide subsidieregelingen bijdragen aan een verdere verwezenlijking van de in de Agenda Duurzaamheid gestelde doelen voor uitstootvrij verkeer in 2025, en hierin elkaar als zodanig kunnen versterken.
Artikel 11 Aanvullende verplichtingen van de subsidieaanvrager
In dit artikel is een aantal verplichtingen opgenomen. Als niet aan deze verplichtingen wordt voldaan kan dat een reden zijn de subsidie te verlagen of in te trekken. De subsidieaanvrager moet binnen een half jaar de elektrische auto aanschaffen. Wanneer de subsidieontvanger verwacht dat hij het voertuig niet binnen de termijn die in de subsidiebeschikking is opgenomen gaat aanschaffen, is de subsidieontvanger verplicht dit aan de gemeente te melden. De subsidieontvanger zet de elektrische auto in voor de uitvoering van de primaire bedrijfsmatige activiteiten en niet voor particulier gebruik. Met de subsidieregeling wil de gemeente zich met name op ondernemers/zakelijk gebruik richten.
De auto moet minimaal twee jaar in eigendom blijven en door de subsidieaanvrager worden gebruikt in Amsterdam. Als blijkt dat een voertuig niet in Amsterdam wordt ingezet binnen twee jaar na tenaamstelling dan kan Amsterdam overgaan tot terugvordering van de subsidie. Om de effectiviteit van de regeling te kunnen meten is als verplichting opgenomen dat de subsidieaanvrager twee keer per jaar de actuele kilometerstand aan de gemeente moet doorgeven.
De aanvrager van de subsidie is verplicht de gemeente te informeren over het gebruik van het voertuig. Deze informatie wordt onder andere gebruikt om de effectiviteit van de maatregel te monitoren. Het niet leveren van deze informatie kan leiden tot terugvordering van de subsidie.
Artikel 12 Verlenen van voorschotten
Het College kan op aanvraag van de subsidieontvanger een voorschot verlenen tot maximaal 80 % procent van de verleende subsidie. Er wordt alleen een voorschot betaald als er daadwerkelijk is aanbetaald aan de leverancier of producent van het elektrische voertuig. Een uitgekeerd voorschot zal niet hoger zijn dan het aanbetaalde bedrag. In lid 2 zijn de stukken opgenomen die bij de aanvraag van een voorschot moeten worden overlegd.
Artikel 13 Verantwoording subsidie
Bij de aanvraag tot subsidievaststelling moeten documenten worden overgelegd waaruit blijkt dat de kosten voor het aanschaffen van de elektrische auto's zijn gemaakt. De gemeente wil hiermee voorkomen dat subsidie wordt verstrekt aan activiteiten waarvoor geen toestemming van het bevoegde gezag is gegeven. Bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie overlegt de subsidieontvanger in ieder geval de facturen van de gemaakte kosten, bewijs van betaling en een kentekenbewijs.
Plug in vrachtauto's en bussen hebben de mogelijkheid range extender te gebruiken. Op dit moment rijdt het voertuig niet uitstootvrij. Doormiddel van een GPS uitdraai van de elektrische kilometers maakt de gebruiker van het voertuig inzichtelijk of de gereden kilometers in Amsterdam elektrisch zijn. Uit deze uitdraai over twee maanden moet blijken dat minimaal 90% van de kilometers in Amsterdam elektrisch zijn gereden.
Na het verlenen van de subsidiebeschikking heeft de aanvrager zes maanden de tijd om de auto aan te schaffen en op diens naam te stellen. Na de uiterlijke tenaamstelling heeft de aanvrager nog twee maanden om de aanvraag tot subsidievaststelling in orde te maken. Het opnemen van een maximale termijn van 8 maanden voor de subsidieverantwoording geeft de gemeente de mogelijkheid aanvragers een herinnering voor de verantwoording te sturen. Er wordt zo voorkomen dat subsidie niet kan worden vastgesteld omdat de aanvraag tot vaststelling te laat is ingediend, terwijl het elektrische voertuig wel binnen zes maanden is aangeschaft door de aanvrager.
Artikel 14 Terugvorderen subsidie
De gemeente Amsterdam kan overgaan over tot terugvordering van de subsidie als niet wordt voldaan aan de voorwaarden voor subsidie.
In enkele gevallen leiden de hier opgenomen bepalingen voor de subsidieontvanger onbedoeld en onvoorzien tot buitengewoon onbillijke situaties. Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van het in deze subsidieregeling bepaalde.
Bijlage I bij de subsidieregeling voor de aanschaf van elektrische voertuigen voor zakelijk gebruik in Amsterdam
Subsidieplafonds per voertuigcategorie
In artikel 7 lid 1 is opgenomen dat het College voor een aantal voertuigcategorieën subsidieplafonds vaststelt. Hieronder zijn de subsidieplafonds weergegeven voor aanvragen die op grond van artikel 4 door de gemeente voor 31 december 2018 in behandeling zijn genomen:
Maximale subsidiebedragen per voertuig
In artikel 5 lid 1 is opgenomen dat het maximale subsidiebedrag afhankelijk is van het type voertuig. De subsidiebedragen voor elektrische voertuigen die voor 31 december 2018 zijn aangeschaft bedragen:
- € 5.000 voor een elektrische personenauto niet zijnde een taxi met de voertuigclassificatie M1 zoals bedoeld in de richtlijn 2007/46/EG.
- € 5.000 voor een elektrische taxi met de voertuigclassificatie M1, zoals bedoeld in de richtlijn 2007/46/EG, en ten hoogste 6 zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend;
- 20% van de aanschafprijs met een maximum van € 40.000 voor een elektrische taxi, met de voertuigclassificatie M1, zoals bedoeld in de richtlijn 2007/46/EG, en meer dan 6 zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend.
- € 5.000 voor een elektrisch bestelvoertuig met de voertuigclassificatie N1, zoals bedoeld in de richtlijn 2007/46/EG; en een ledig gewicht van ten hoogste 1760 kg;
- 20% van de aanschafprijs met een maximum van € 40.000 voor een elektrisch bestelvoertuig of met een gewicht boven 1760 kg en voertuigclassificatie N1, zoals bedoeld in de richtlijn 2007/46/EG.
- 20% van de aanschafprijs met een maximum van € 40.000 voor een elektrische of plug in hybride vrachtwagen of bus met voertuigclassificatie M2, M3, N2 of N3, zoals bedoeld in de richtlijn 2007/46/EG.
Bijlage II bij de subsidieregeling voor de aanschaf van elektrische voertuigen voor zakelijk gebruik in Amsterdam: Lijst Bedrijfscategorieën met veelrijdende personenauto's d.d. 01 januari 2015
Een van de voorwaarden om de subsidie te kunnen ontvangen is dat u met de elektrische auto veel zakelijke kilometers in Amsterdam rijdt. Voor taxi's, bestel- en vrachtauto's van in Amsterdam gevestigde bedrijven is het zeer aannemelijk dat het voertuig veelvuldig gaat worden gebruikt in Amsterdam; aanvragen voor deze voertuigen hebben geen verdere bewijslast nodig voor het aantal gereden kilometers in de stad. Voor personenauto's is het minder aannemelijk dat ze veel zakelijke kilometers rijden in Amsterdam. Voor bedrijven die subsidie aanvragen voor een personenauto geldt een aanvullende eis om aan te tonen dat ze veel zakelijk kilometers rijden in Amsterdam.
Aanvullende eis veelrijder personenauto:
De gemeente heeft een lijst met bedrijfscategorieën opgesteld waarvoor aannemelijk is dat personenvoertuigen, die voor primaire bedrijfsactiviteiten worden ingezet, veel zakelijke kilometers in de stad rijden. Als uw bedrijf gevestigd is in Amsterdam en in één van deze bedrijfscategorieën valt en u de personenauto voor de genoemde primaire bedrijfsactiviteiten gaat inzetten, dan wordt aangenomen dat u voldoet aan de eisen van de regeling wat betreft zakelijke kilometers in Amsterdam. Uiteraard moet u ook voldoen aan alle overige voorwaarden van de subsidieregeling om in aanmerking te komen voor subsidie.
Als uw bedrijf niet op de lijst bedrijfscategorieën voorkomt moet u aantonen dat er met de elektrische personenauto veel zakelijke kilometers in Amsterdam worden gereden. Onder veel zakelijke kilometers verstaat de gemeente minimaal 8.000 zakelijke kilometers per jaar binnen de gemeentegrenzen van Amsterdam.
Lijst bedrijfscategorieën veelrijdende personenauto's gebaseerd op de SBI codering 2014:
35 Productie en distributie van en handel in elektriciteit, aardgas, stoom en gekoelde lucht
36 Winning en distributie van water
38 Afvalinzameling en -behandeling
43 Gespecialiseerde werkzaamheden in de bouw
81 Facility management, reiniging en opsporing
De lijst is tot stand gekomen aan de hand van de statische indeling van het Centraal bureau van de Statistiek volgens de SBI en vastgesteld door het Amsterdamse college van B&W.