Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Stadskanaal

Inspraakverordening Stadskanaal 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieStadskanaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingInspraakverordening Stadskanaal 2010
CiteertitelInspraakverordening Stadskanaal 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de op 1 januari 1994 in werking getreden Algemene Inspraakverordening Gemeente Stadskanaal.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 150 

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-10-2010nieuwe regeling

18-10-2010

De Kanaalstreek, 27-10-2010

R 6799

Tekst van de regeling

Intitulé

Inspraakverordening Stadskanaal 2010

De raad van de gemeente Stadskanaal;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van d.d. 1 oktober 2010, nr. R 6799;

gelet op artikel 150 van de Gemeentewet ;

besluit:

vast te stellen de navolgende "Inspraakverordening Stadskanaal 2010".

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan onder:

  • a.

    inspraak:

  • het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid;

  • b.

    inspraakprocedure:

  • de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven;

  • c.

    beleidsvoornemen:

  • het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid.

Artikel 2 Toepasbaarheid

  • 1.

    Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht.

  • 2.

    Inspraak is in beginsel mogelijk op alle terreinen van gemeentelijk bestuur.

  • 3.

    Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleidsvoornemen.

Artikel 3 Onderwerp van inspraak

Geen inspraak wordt verleend:

  • a.

    ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;

  • b.

    indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;

  • c.

    indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

  • d.

    inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen, bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

  • e.

    indien de besluitvorming over of de uitvoering van een beleidsvoornemen naar het oordeel van het bestuursorgaan dermate spoedeisend is, dat inspraak niet kan worden afgewacht;

  • f.

    indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving;

  • g.

    inzake de voorbereiding van besluiten op grond van artikel 3.6, lid 1, onder a en b van de Wet ruimtelijke ordening (Wro), tenzij het besluiten betreffen die een grote ruimtelijke impact hebben;

  • h.

    ten aanzien van bestemmingsplanherzieningen op grond van artikel 3.8 van de Wro, tenzij het herzieningen betreffen die een grote ruimtelijke impact hebben;

  • i.

    inzake de voorbereiding van besluiten op grond van artikel 2.12, eerste lid sub a, onder 3º van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), tenzij het besluiten betreffen die een grote ruimtelijke impact hebben;

  • j.

    inzake de voorbereiding van besluiten op grond van artikel 3.6, lid 1 van de Wro, tenzij het besluiten betreffen die een grote ruimtelijke impact hebben;

  • k.

    inzake de voorbereiding van beheersverordeningen op grond van artikel 3.38 van de Wro, tenzij het besluiten betreffen die een grote ruimtelijke impact hebben.

Artikel 4 Inspraakgerechtigden

Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.

Artikel 5 Inspraakprocedure

  • 1.

    Op inspraak is de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing, zulks met inachtneming van eventuele in de wet daarop geregelde uitzonderingen.

  • 2.

    Het bestuursorgaan kan voor een of meer beleidsvoornemens een andere inspraakprocedure vaststellen

Artikel 6 Eindverslag

  • 1.

    Ter afronding van de inspraak maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.

  • 2.

    Het eindverslag bevat in elk geval:

    • a.

      een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;

    • b.

      een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;

    • c.

      een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan.

  • 3.

    Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar.

  • 4.

    De burgemeester vermeldt het eindverslag in het burgerjaarverslag.

Artikel 7 Intrekking oude verordening

De Algemene Inspraakverordening Gemeente Stadskanaal, zoals vastgesteld op 14 december 1993, wordt ingetrokken.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt de dag na bekendmaking in werking.

Artikel 9 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Inspraakverordening Stadskanaal 2010.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 18 oktober 2010.

De raad

de raadsgriffier, de voorzitter,