Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deventer

Verordening duurzaamheidsleningen particuliere woningeigenaren

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDeventer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening duurzaamheidsleningen particuliere woningeigenaren
CiteertitelVerordening duurzaamheidsleningen particuliere woningeigenaren
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-07-2010Onbekend

16-06-2010

Gemeenteblad, 28-06-2010

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening duurzaamheidsleningen particuliere woningeigenaren

De raad van de gemeente Deventer,

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 25 mei 2010, nummer 369957, eenheid Ruimte en Samenleving;

Gelet op de Visie Duurzaam Deventer;

Gelet op het besluit van de raad van 2 december 2009 over de pilot energieaanpak woningen;

Gelet op de artikelen 108 lid 1 en 147 lid 1 van de Gemeentewet;

BESLUIT

Vast te stellen de

VERORDENING DUURZAAMHEIDSLENINGEN PARTICULIERE WONINGEIGENAREN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvrager: de meerderjarige natuurlijke persoon, die eigenaar en bewoner is van een particuliere woning in de gemeente Deventer;

  • b.

    duurzaamheidslening: een lening die na goedkeuring door het college van een daartoe strek-kende aanvraag wordt verstrekt door SVn aan de aanvrager ten behoeve van de financiering van de door het college aanvaarde werkelijke kosten van duurzaamheidmaatregelen, die worden getroffen in de eigen woning;

  • c.

    duurzaamheidmaatregelen: energiebesparende en duurzame maatregelen en voorzieningen als genoemd in artikel 5;

  • d.

    energieprestatiecertificaat: een certificaat dat na het uitvoeren, plaatsen of aanbrengen van één of meer van de in artikel 5 genoemde voorzieningen en maatregelen, wordt opgesteld door een gecertificeerd bedrijf en dat voldoet aan BRL 9500-01 voor bestaande woningen, dan wel de meest recente opvolgende landelijk geldende eisen op dit gebied;

  • e.

    EPA-maatwerkadvies: een energie prestatie maatwerkadvies dat voorafgaand aan het uitvoeren, plaatsen of aanbrengen van één of meer van de in artikel 5 genoemde maatregelen en voorzieningen wordt opgesteld door een gecertificeerd bedrijf en dat voldoet aan BRL 9500-02 voor bestaande woningen, dan wel de meest recente opvolgende landelijk geldende eis op dit gebied;

  • f.

    werkelijke kosten: de kosten van duurzaamheidmaatregelen als genoemd in artikel 5, vermeerderd met de kosten van een EPA-maatwerkadvies, de kosten van een energieprestatiecertificaat, bijkomende kosten voor het verkrijgen van een duurzaamheidslening en de kosten van door een deskundig vakbe-drijf ter zake van deze duurzaamheidmaatregelen in rekening gebrachte arbeidsuren en verminderd met de ontvangen of nog te ontvangen tegemoetkomingen in deze kosten uit andere regelingen.

  • g.

    SVn: de Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten

Artikel 2 Werkingssfeer

Deze verordening is van toepassing op bestaande particuliere woningen, bestemd en geschikt voor permanente bewoning en gelegen in de gemeente Deventer.

Artikel 3 Budget

Het college stelt jaarlijks het budget vast dat ten hoogste beschikbaar is voor het verstrekken van duurzaamheidsleningen.

Artikel 4 Bevoegdheid college

  • 1.

    Het college is bevoegd te beslissen op aanvragen om verstrekking van een duurzaamheidslening.

  • 2.

    De duurzaamheidslening wordt na goedkeuring door het college van een daartoe strekkende aanvraag verstrekt en beheerd door SVn.

  • 3.

    Ingeval van verstrekking van een duurzaamheidslening sluit SVn met de aanvrager een overeenkomst van lening. De gemeente Deventer is geen partij bij deze overeenkomst.

 

Artikel 5 Duurzaamheidsmaatregelen

  • 1.

    De maatregelen die in aanmerking komen voor een duurzaamheidslening zijn opgenomen op de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende Bijlage 1.

  • 2.

    Het college is bevoegd de in het eerste lid genoemde bijlage met duurzaamheidsmaatregelen uit te breiden of in te perken.

Artikel 6 De aanvraag

  • 1.

    De aanvrager dient de aanvraag in bij het college op een doorvoor bestemd formulier welke vergezeld gaat van een opgave van:

    • a.

      een kopie van het identiteitsbewijs van de aanvrager;

    • b.

      een kopie van de samenvatting van het EPA-maatwerkadvies;

    • c.

      de te treffen duurzaamheidsmaatregelen;

    • d.

      een kostenraming of de werkelijke kosten van het treffen van duurzaamheidsmaatregelen en de financiële onderbouwing van deze opgave op basis van offertes;

    • e.

      een planning van de uitvoering van de werkzaamheden.

  • 2.

    Het college kan om aanvullende gegevens en bescheiden vragen, indien dat voor een goede beoor-deling van de aanvraag noodzakelijk is.

Artikel 7 De behandeling van de aanvraag

  • 1.

    Het college bevestigt de ontvangst van de aanvraag binnen twee weken.

  • 2.

    Indien de aanvraag niet volledig is stelt het college de aanvrager in de gelegenheid de aanvraag binnen een termijn van vier weken aan te vullen. In bijzondere gevallen kan het college een andere termijn vaststellen.

  • 3.

    Indien de aanvraag niet binnen de gegeven termijn is aangevuld kan het college besluiten de aanvraag niet in behandeling te nemen.

Artikel 8 De beslissing op de aanvraag

  • 1.

    Het college beslist op de aanvragen in volgorde van binnenkomst.

  • 2.

    Het college neemt binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag daarop een beslissing. Het college kan deze termijn eenmalig met een termijn van ten hoogste vier weken verdagen.

Artikel 9 Weigeringsgronden

Het college wijst de aanvraag af indien:

  • a.

    het budget genoemd in artikel 3 niet toereikend is om de aanvraag te honoreren;

  • b.

    de werkelijke kosten naar het oordeel van het college niet in redelijke verhouding staan tot het beoogde resultaat;

  • c.

    de werkelijke kosten minder bedragen dan € 2.500,-;

  • d.

    de aanvraag wordt ingediend na het treffen van de duurzaamheidsmaatregelen;

  • e.

    er naar het oordeel van het college gegronde redenen bestaan om aan te nemen dan wel vastgesteld wordt dat niet aan de voorwaarden en bepalingen van deze verordening wordt of zal worden voldaan.

 

Artikel 10 Goedkeuring van de aanvraag

 

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 9 keurt het college de aanvraag goed en draagt het de aanvrager voor verstrekking van een duurzaamheidslening voor bij SVn, indien uit de bij de aanvraag ingediende gegevens en bescheiden blijkt dat met het treffen van de duurzaamheidsmaatregelen aantoonbaar wordt bijgedragen aan een of meer van de hiernavolgende doelen:

    • a.

      een beperking van de energievraag;

    • b.

      een vermindering van CO2 uitstoot;

    • c.

      het structureel verhogen van het aandeel duurzame energiebronnen in de energievoorziening van de woning;

    • d.

      het structureel verminderen van het gebruik van fossiele brandstoffen.

  • 2.

    De goedkeuring van de aanvraag geschiedt onder voorbehoud van een positieve krediettoets door SVn van de aanvrager, die gebaseerd is op de krediettoetsnormen zoals vermeld in de SVn Informatiemap.

Artikel 11 Voorwaarden SVn

Op Duurzaamheidsleningen van SVn en bouwkredieten van SVn zijn van toepassing de SVn documenten ‘Algemene bepalingen voor geldleningen’ , de ‘Productspecificaties Duurzaamheidslening’ en de ‘Productspecificaties Bouwkrediet’ zoals deze documenten aanwezig zijn in de SVn informatiemap, die deel uitmaakt van de deelnemingsovereenkomst tussen de gemeente Deventer en SVn.

Artikel 12 Kenmerken van de duurzaamheidslening

  • 1.

    De hoofdsom van de duurzaamheidslening is in beginsel gelijk aan het bedrag van de door het college aanvaarde werkelijke kosten.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid bedraagt de hoofdsom van de stimuleringslening minimaal € 2.500,- en maximaal € 15.000,- incl. BTW per woning;

  • 3.

    De looptijd van de duurzaamheidslening bedraagt maximaal 15 jaar. Indien de lening lager is dan € 7.500,- bedraagt de looptijd maximaal 10 jaar.

  • 4.

    De duurzaamheidslening wordt terugbetaald in overeenstemming met de ‘Productspecificaties Duurzaamheidslening’.

  • 5.

    Bij verkoop van de woning door de aanvrager gedurende de looptijd van de lening moet de restantschuld in zijn geheel worden afgelost.

  • 6.

    Vervroegde aflossing van de stimuleringslening is te allen tijde boetevrij toegestaan.

  • 7.

    Van de Duurzaamheidslening wordt een onderhandse akte opgemaakt en hoeft geen hypothecaire zekerheid te worden verleend.

Artikel 13 Bouwkrediet

De duurzaamheidslening wordt in de vorm van een bouwkrediet van SVn betaald op basis van facturen van door derden uitgevoerde werkzaamheden, dan wel facturen van de aanschaf van zelf uitgevoerde maatregelen.

Artikel 15 Nadere regels

Het college is bevoegd voor de uitvoering van deze verordening nadere regels vast te stellen.

Artikel 16 Hardheidsclausule

Het college kan deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover strikte toepassing ervan zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 17 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt na bekendmaking in werking op 15 juli 2010.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening duurzaamheidsleningen particuliere woningeigenaren.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 16 juni 2010

 

 

De raad voornoemd,

de griffier,        de voorzitter,

 

 

 

 

Drs. A.G.M. Dashorst     Ir. A.P. Heidema​

Bijlage 1. Lijst van duurzaamheidsmaatregelen als bedoeld in artikel 5 van de Verordening duurzaamheidsleningen particuliere woningeigenaren

 

1. Isolatie

  • a.

    Leidingisolatie

  • b.

    Kierdichting

  • c.

    Vloerisolatie (met R-waarde, die groter of gelijk is aan 2,50 m2K/W)

  • d.

    Gevelisolatie (met een R-waarde, ie groter is dan of gelijk aan 2,50 m2K/W)

  • e.

    Spouwmuurisolatie (met een R-waarde ,die groter is dan of gelijk aan 1,3 m2K/W)

  • f.

    Dakisolatie (met een R-waarde, die groter of gelijke is dan 2,50 m2K/W)

  • g.

    Isolerend beglazing met een Ugl-Waarde die kleiner is dan 1,30 W/m2k)

  • h.

    Draaiend raam met een thermische onderbreking, die samen met de beglazing een Uw-waarde (Uraam) heeft, die kleiner is dan of gelijk aan 1,70W/m2K)

  • i.

    Geïsoleerde buitendeur met een U-waarde die kleiner of gelijke is aan 2,0 W/m2K)

 

2. Besparing elektriciteit / opwekking duurzame energie

  • a.

    Energiezuinige verlichtingssystemen

  • b.

    Energie zuinige pompen en ventilatoren

  • c.

    Kleine windturbine die geschikt is voor een stedelijke omgeving en de daarbij behorend spanningsomvormer.

  • d.

    Zonnepaneel met fotovoltaïsche zonnecellen en de daarbij behorend spanningomvormer.

 

3. Warm water

  • a.

    Installatietechnische aanpassingen om warmte uit douchewater terug te winnen

  • b.

    Thermostatische mengkraan voor de douche

  • c.

    Zonneboiler voor het verwarmen van tapwater

  • d.

    Warmtepompboiler voor het verwarmen van tapwater, bestaande uit een warmtepomp die warmte onttrekt aan ventilatielucht en een warmteopslagvat

  • e.

    Ombouwset voor hotfill-aansluiting

  • f.

    HR-toestel voor warm tapwater

 

4. Ruimteverwarming

  • a.

    HR-ketel

  • b.

    Micro-warmtekrachtsysteem

  • c.

    Combi-zonneboiler

  • d.

    Warmtepomp gestookt met gas of elektriciteit ten behoeve van ruimte- en/of tapwaterverwarming met warmtepompkeurmerk

  • e.

    Brandstofcel CV-ketel

  • f.

    Lage-temperatuur centraal verwarmingssysteem ( (LTV-systeem) waarvan de ontwerp aanvoertemperatuur (Taanvoer) maximaal 55 graden celcius bedraagt) al dan niet gecombineerd met elektrische warmtepomp of gaswarmtepomp

  • g.

    Installatie voor het terugwinnen van warmte uit ruimteventilatielucht, inclusief het daarbij behorende kanaalwerk en luchtbehandelingskast, met een energetisch rendement van ten minste 80%

  • h.

    Pelletkachel

  • i.

    Pelletketel

 

5. Ventilatie

  • a.

    Vraaggestuurde ventilatiesysteem met CO2 of vochtsensoren

  • b.

    Zelfregulerend ventilatierooster

 

6. Overige

  • a.

    Vegetatiedak

  • b.

    Nestgelegenheid voor dieren (vleermuizen, vogels etc.)

  • c.

    Infiltratievoorziening voor hemelwater

  • d.

    Opvang van hemelwater in reservoir voor toiletspoeling of wasmachine