Organisatie | Noordoostpolder |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de warenmarkt voor de gemeente Noordoostpolder 2008. |
Citeertitel | Marktverordening 2008 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Uitvoeringsbesluiten marktverordening 2008
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2009 | Nieuwe regeling | 18-12-2008 Gemeenteblad 21, Flevopost 24-12-2008 | 2008-18342 |
HOOFDSTUK 3 STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 8. Intrekking en schorsing marktvergunning
Onverminderd het bepaalde in artikel 7 kan het college een marktvergunning, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of een persoon die hem bijstaat:
Artikel 9. Uitsluiting dagplaatsgegadigde of standwerker
De marktmeester kan een gegadigde voor een dagplaats of standwerkersplaats voor ten hoogste vier marktdagen uitsluiten van toewijzing van een dagplaats of een standwerkersplaats, indien deze:
Artikel 10. Onmiddellijke verwijdering
Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een vergunning- of ontheffingshouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen indien hij:
Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen personen.
Artikel 13. Intrekking oude regeling
De ‘Marktverordening gemeente Noordoostpolder 2004’, vastgesteld op 2 september 2004, wordt ingetrokken.
Artikel 14. Overgangsbepalingen
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de ‘Marktverordening gemeente Noordoostpolder 2004’ is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet definitief op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.
Deze marktverordening volgt grotendeels het model van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). De eerste modelmarktverordening van de VNG kwam in mei 1998 tot stand. In 2003 is deze modelmarktverordening herzien vanwege de dualisering van het gemeentebestuur. In 2008 is het model opnieuw herzien. Deze keer vormde deregulering de aanleiding. Net als de voorgaande keren, is het model in samenwerking met het Centraal Overleg Marktaangelegenheden (COM) opgesteld.
Nieuw aan de modelverordening van 2008 is dat sommige bepalingen niet langer in de verordening zelf zijn uitgeschreven, maar dat de bevoegdheid voor de invulling ervan bij het college gelegd wordt. Hierdoor kent de verordening zelf minder regels. De regels die met de uitvoering van de markt te maken hebben, mogen nu door het college zelf worden gesteld en kunnen daardoor sneller en eenvoudiger worden gewijzigd. Dit geldt bijvoorbeeld voor de regels bij het toewijzen van standplaatsen.
In artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet is bepaald dat gemeentelijke verordeningen door de raad worden vastgesteld voor zover de bevoegdheid daartoe niet bij (of krachtens) de wet aan het college of de burgemeester is toegekend. Ingevolge artikel 149 van de Gemeentewet maakt de raad de verordeningen die hij in het belang van de gemeente nodig acht.
De marktverordening beoogt de gemeentelijke belangen te beschermen. Het gaat hier om belangen van openbare orde, zedelijkheid en gezondheid, beperking van overlast, regulering van het woon- en leefklimaat en de (verkeers)veiligheid binnen de gemeente.
Hoofdstuk 1 van de modelmarktverordening bevat algemene bepalingen over de markt in zijn geheel. In hoofdstuk 2 staan bepalingen over de vergunningen en ontheffingen. Hoofdstuk 3 sluit de verordening af met de straf-, overgangs- en slotbepalingen.
SAMENHANG MET ANDERE REGELGEVING
a) Algemene Plaatselijke Verordening Noordoostpolder (APV)
De marktverordening bevat regels voor de plaatselijke warenmarkt. De regulering van andere ambulante handel staat in de APV. Om tegenstrijdige of dubbele vergunningvoorschriften te voorkomen, zijn de jaarmarkten en gewone marktdagen die het college heeft ingesteld (art. 160, lid 1, onder h gemeentewet), in de APV uitgezonderd van de vergunningplicht voor standplaatsen (art. 5.2.3 APV) en evenementen (art. 2.2.2 APV).
De Wegsleepverordeningen Noordoostpolder 2002 maakt het mogelijk om onjuist geparkeerde voertuigen op het marktterrein te verwijderen. Daarom zijn daarover geen bepalingen in de Marktverordening opgenomen.
De marktverordening 2008 bevat regels voor de warenmarkt. Het gaat dus om de verkoop van goederen. Daarom valt deze verordening buiten de werkingsfeer van de Europese Dienstenrichtlijn [Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt, PB L376/36, 27 december 2006].
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In artikel 1 zijn begrippen die in de verordening staan, gedefinieerd. De meeste hiervan zijn hetzelfde als in de modelverordening en in de vorige marktverordening van de gemeente Noordoostpolder. Er zijn een paar begrippen die wel afwijken. De definitie van ‘wachtlijst’ is anders. Dit komt doordat de gemeente Noordoostpolder de wachtlijst wil afbouwen. Daarnaast kent deze verordening een definitie die in de modelverordening niet voorkwam; de definitie van de ‘marktvergunning’. Deze definitie is toegevoegd omdat hij in de verordening voorkomt en geen algemeen gangbaar begrip in de Nederlandse taa
is. Verder ontbreekt de definitie van ‘anciënniteitslijst’, omdat dit woord niet langer voorkomt in de verordening of uitvoeringsbesluiten.
Artikel 2. Inrichting van de markt; branche-indeling
Artikel 2 geeft het college bevoegdheden om te bepalen waar en wanneer de warenmarkt(en) mag/mogen plaatsvinden en welke goederenhandel daarop mag zijn vertegenwoordigd. Dit artikel is grotendeels gelijk aan de modelverordening en aan de vorige marktverordening van de gemeente Noordoostpolder. Het college heeft deze bevoegdheden in het verleden ook al ingevuld. Die besluiten zijn nu opgenomen in de ‘Uitvoeringsbesluiten Marktverordening 2008’. De enige afwijking met de modelverordening en de oude verordening is dat het aantal standplaatsen niet langer genoemd wordt. Dit is bewust achterwege gelaten om de flexibiliteit bij het toekennen van de standplaatsen te vergroten. Nu kunnen openstaande standplaatsen bijvoorbeeld worden samengevoegd of gesplitst.
Artikel 3 biedt het college de mogelijkheid om nadere regels te stellen voor alles wat in deze verordening staat. Dit artikel is gelijk aan de modelverordening. Het vervangt een serie uitgebreide bepalingen uit de oude (model)verordening. De meeste daarvan waren gericht op het aanvragen van vergunningen en op het gebruiken van de standplaatsen. In de nieuwe situatie staan deze bepalingen in de ‘Uitvoeringsbesluiten Marktverordening 2008’.
Hoofdstuk 2. Bepalingen over vergunningen en ontheffingen
Artikel 4 stelt de vergunningplicht. In dit artikel is bepaald dat het verboden is om zonder marktvergunning een standplaats op de markt in te nemen. In de modelverordening en in de oude verordening was hierop geen uitzondering mogelijk. In de praktijk betekende dit dat ook de houders van een dagplaats of een standwerkersplaats een vergunning nodig hadden. Op een markt in omvang als de Emmeloordse, werd dit als overbodige procedure ervaren. Het gaat in deze gevallen slechts om de inname van een standplaats voor één marktdag. Daarom werden deze vergunningen in de praktijk ook al niet aangevraagd of verleend. Aangezien dit geen problemen oplevert, is de uitgifte van dagplaatsen en standwerkersplaatsen in het onderhavige voorstel uitgezonderd van de vergunningplicht.
Om de regie over het innemen van de standplaatsen wel geheel bij de marktmeester te laten, is nog wel een mondelinge ontheffing van de marktmeester nodig.
In artikel 5 zijn de algemene basisvoorwaarden gesteld om een standplaats in te kunnen nemen. Het doel van deze voorwaarden is om te voorkomen dat rechtspersonen een overheersende positie op de markt kunnen gaan innemen. De uitzonderingsmogelijkheid in het tweede lid geeft ruimte om bijvoorbeeld in de zomervakantie dagplaatsen aan basisschoolkinderen te geven.
Artikel 6. Voorschriften en beperkingen
Artikel 6 maakt het stellen van voorschriften en beperkingen mogelijk bij vergunningen en ontheffingen. Tevens verplicht dit artikel de naleving ervan door de vergunning- / ontheffingshouder. Door aan een vergunning of ontheffing voorschriften en beperkingen te verbinden, kan een verfijning in de gewenste rechtstoestand worden aangebracht. De in het eerste lid genoemde belangen, zijn de gemeentelijke belangen van openbare orde, zedelijkheid en gezondheid, beperking van overlast, regulering van het woon- en leefklimaat en de veiligheid. Niet-naleving van voorschriften die aan een vergunning/ontheffing verbonden zijn, kan grond opleveren voor intrekking van de vergunning/ontheffing of voor toepassing van andere bestuursrechtelijke sancties. De strafbepaling van artikel 11 is eveneens van toepassing.
Artikel 7. Intrekking marktvergunning
Met artikel 7 wordt aangeven hoe wordt omgegaan met het intrekken van marktvergunningen. Als de in het eerste lid genoemde situaties zich voordoen, volgt in alle gevallen intrekking van de vergunning. Als de in het tweede lid genoemde situaties zich voordoen, kán het college besluiten om de vergunning in te trekken.
Dit artikel is bijna gelijk aan de modelverordening en de oude verordening. De enige uitzondering daarop is dat een vergunning automatisch vervalt als een vergunninghouder een vergunning voor een andere vaste standplaats krijgt (derde lid). Deze afwijking scheelt een procedure, want in de modelverordening wordt de vergunning in dit soort situaties ingetrokken.
Hoofdstuk 3. Straf-, overgangs- en slotbepalingen
Artikel 8. Intrekking en schorsing vaste standplaatsvergunning
In artikel 8 staat dat een vaste standplaatsvergunning in bepaalde gevallen kan worden ingetrokken of geschorst. Het artikel heeft een facultatief karakter. Het hangt van de omstandigheden af of tot intrekking of schorsing wordt overgegaan. Dit artikel is gelijk aan de modelverordening en de oude marktverordening.
Artikel 9. Uitsluiting dagplaatsgegadigde of standwerker
In dit artikel 9 is de mogelijkheid opgenomen om in de daarin genoemde gevallen een marktkramer uit te sluiten van toewijzing van een dagplaats of een standwerkersplaats. In de beschikking tot uitsluiting moet worden aangegeven om hoeveel dagen het gaat (maximaal vier) en om welke dagen. Dit artikel is, behoudens een juridisch-redactionele wijziging, gelijk aan de modelverordening en de oude marktverordening.
Artikel 10. Onmiddellijke verwijdering
Artikel 10 is bepaald dat het college bestuursdwang kan toepassen. Dit artikel is gelijk aan de modelverordening en aan de oude marktverordening.
Artikel 11 geeft grondslag voor strafrechtelijke handhaving bij overtreding van een ge- of verbodsnorm uit deze verordening. Het is gebruikelijk om strafrechtelijke handhaving in een verordening mogelijk te maken. Zeker bij overtredingen waarbij bestuursrechtelijke handhaving, en met name het opleggen van een dwangsom, geen effectief instrument is. Dit artikel is gelijk aan de modelverordening. Het is nieuw ten opzichte van de oude marktverordening.
In artikel 12 is de marktmeester aangewezen als toezichthouder. De functie ‘toezichthouder’ is beschreven in artikel 5:11 Awb. Dit artikel is gelijk aan de modelverordening en aan de oude marktverordening.
Artikel 13. Intrekking oude regeling
Artikel 13 bepaalt de datum waarop de oude regeling vervalt. Deze is verbonden aan de datum waarop de nieuwe (onderhavige) verordening in werking treedt. De oude verordening wordt ingetrokken om te voorkomen dat er meerdere Marktverordeningen naast elkaar zouden bestaan. Daardoor zou een onduidelijke situatie ontstaan.
Artikel 14. Overgangsbepalingen
In artikel 14 staan de overgangsbepalingen. Dit heeft tot doel om te voorkomen dat bijvoorbeeld alle vergunninghouders opnieuw een vergunning moeten aanvragen of dat het niet duidelijk is hoe een aanvraag wordt afgehandeld die net op het overgangsmoment in procedure is.
Artikel 15 bepaalt wanneer de verordening in werking treed. De termijn in dit artikel sluit aan bij het kalenderjaar. Hiervoor is gekozen omdat deze datum gemakkelijk te communiceren, onthouden en hanteren is.
Artikel 16 geeft de citeertitel; een korte herkenbare titel die gebruikt kan worden als er in andere documenten naar deze verordening wordt verwezen. In de citeertitel is een jaartal opgenomen om onderscheid te maken met voorgaande versies van de Marktverordening.