Verordening seniorenraad

Artikel 1. Begripsbepaling

• 1.

  Seniorenraad: een aantal personen die gezamenlijk, in commissie, de oudere inwoners van Doesburg breed willen vertegenwoordigen en wiens belangen men wil behartigen terzake van integraal ouderenbeleid in de gemeente.

• 2.

  Intergraal ouderenbeleid: het in de besluitvorming aangaande beleidsvoornemens en uitvoeringsregels op de verschillende gemeentelijke terreinen meewegen van de belangen van de oudere inwoners in Doesburg.

• 3.

  Brede vertegenwoordiging: actieve leden van de drie samenwerkende ouderenbonden in Does-burg; de Raad van Kerken Doesburg-Angerlo; ouderen op persoonlijke titel van niet-Nederlandse afkomst; ouderen op persoonlijke titel.

• 4.

  Invloed: bij wijze van communicatie met het gemeentebestuur of diens vertegenwoordigers en door inspraak en advisering aangaande besluitvorming ter zake van integraal ouderenbeleid.

• 5.

  Bestuursorgaan: burgemeester en wethouders.

Artikel 2. Instelling seniorenraad

• 1.

  Het bestuursorgaan bevordert de realisatie en vormgeving van een adviesorgaan voor ouderen door instelling van een seniorenraad en bevordert de instandhouding daarvan.

• 2.

  De seniorenraad zal het bestuursorgaan gevraagd en ongevraagd van advies dienen over zaken die de voorbereiding en uitvoering van het gemeentelijke ouderenbeleid betreffen, alsmede aspecten van het gemeentelijk beleid op andere terreinen die de belangen van ouderen treffen.

Artikel 3. Samenstelling

• 1.

  De seniorenraad zal bestaan uit tenminste zeven leden die allen bij instelling van de raad, op persoonlijke titel door het bestuursorgaan worden benoemd op voordracht, als neergelegd in artikel 5.

• 2.

  Alleen ingezetenen van de gemeente Doesburg van 50 jaar of ouder kunnen lid zijn van de seniorenraad en van hen wordt verwacht dat zij op grond van persoonlijke kwaliteiten een goede bijdrage kunnen leveren aan het functioneren van de seniorenraad.

• 3.

  De seniorenraad draagt zelf zorg voor pluriformiteit van de leden van raad.

• 4.

  Het lidmaatschap van de seniorenraad is niet verenigbaar met het lidmaatschap van:

  • a.

    het bestuursorgaan of de gemeenteraad;

  • b.

    een andere door het bestuursorgaan ingestelde advies- of bestuurscommissie;

  • c.

    het beroepsmatig werkzaam zijn voor lokale instellingen/organisaties op het terrein van

    ouderenwerk.

• 5.

  De seniorenraad is als volgt samengesteld:

  • a.

    één lid op voordracht van het bestuur van de Katholieke Belangen Organisatie voor senioren (KBO), afdeling Doesburg;

  • b.

    één lid op voordracht van het bestuur van de Algemene Nederlandse Bond voor Ouderen (ANBO) van de afdeling Doesburg;

  • c.

    één lid op voordracht van het bestuur van de Protestants Christelijke Ouderen Bond (PCOB), afdeling Doesburg;

  • d.

    één lid op voordracht van het bestuur van de Raad van Kerken Doesburg-Angerlo;

  • e.

    één lid op persoonlijke titel afkomstig uit de Turkse gemeenschap in Doesburg, indien mogelijk;

  • f.

    één lid op persoonlijke titel afkomstig uit de Molukse gemeenschap in Doesburg, indien mogelijk;

  • g.

    één lid op persoonlijke titel;

  • h.

    de onder e. en f. genoemde leden worden benoemd op voordracht van de seniorenraad dan wel op voordracht van derden die deze mensen redelijk goed kennen. Van deze leden wordt verwacht dat zij de Nederlandse taal machtig zijn, dat wil zeggen verstaanbaar kunnen spreken, begrijpend lezen en schrijven en gelet op hun culturele achtergrond representatief zijn voor de doelgroep;

  • i.

    indien de raad er na de nodige inspanning niet in slaagt twee leden te werven van niet-Nederlandse afkomst als bedoeld zal hij zich inspannen om tenminste twee leden te werven die op maatschappelijk-sociaal terrein actief zijn binnen een organisatie of instelling die nog niet is genoemd, dan wel op persoonlijke titel.

• 6.

  De seniorenraad draagt er zorg voor dat in zijn raad kennis en deskundigheid van en voor ouderen belangrijke zaken die zich op de verschillende beleidsterreinen kunnen voordoen aanwezig is en wordt bijgehouden dan wel wordt ontwikkeld.

Artikel 4. Benoeming, zittingsduur, lidmaatschap en beëindiging lidmaatschap

• 1.

  De leden van de seniorenraad worden bij de eerste aanvang benoemd door het bestuursorgaan, nadien benoemd de seniorenraad zelf de nieuwe leden.

• 2.

  De seniorenraad kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. Tevens kiest hij voor deze functies plaatsvervangers.

• 3.

  Het besluit, bedoeld in lid 2, geschiedt bij meerderheid van stemmen.

• 4.

  De raad draagt zelf zorg voor plaatsvervangende leden, allen worden benoemd voor een periode van vier jaar.

• 5.

  Leden en plaatsvervangende leden zijn terstond herkiesbaar, echter niet meer dan twee perioden achter elkaar, dus maximaal acht jaar. Zij blijven hun functie waarnemen totdat een nieuwe benoeming heeft plaatsgevonden.

• 6.

  Bij tussentijds aftreden van een vertegenwoordigend lid draagt het bestuur van organisatie die hij/zij vertegenwoordigt een opvolger voor.

• 7.

  Betreft de aftreding een lid die op persoonlijke titel zitting heeft in de raad dan draagt de raad zelf een nieuw lid voor die eveneens op persoonlijke titel zitting neemt in de raad.

• 8.

  Bij een vacature spant de raad zich in om zo spoedig mogelijk de opengevallen plaats te laten herbezetten en tot benoeming van een nieuw bestuurslid over te gaan binnen acht weken na het ontstaan van de vacature.

• 9.

  Het bestuursorgaan wordt van de verandering van de leden, het ledenbestand, schriftelijk op de hoogte gesteld, met een aangepaste naam+adressenlijst.

• 10.

  Het lidmaatschap eindigt:

  • a.

    door persoonlijke opzegging van een lid;

  • b.

    door verhuizing van het betrokken lid naar een andere gemeente;

  • c.

    door schorsing en ontslag als bedoeld in lid 11 van dit artikel.

• 11.

  De seniorenraad heeft het recht om bij blijvend disfunctioneren van een van haar leden het

  betreffende lid te schorsen of te ontslaan en hij stelt het bestuursorgaan van zijn voornemen op

  de hoogte.

• 12.

  In geval van schorsing of ontslag wordt betrokkene hiervan door de seniorenraad schriftelijk op de hoogte gesteld onder vermelding van de redenen.

Artikel 5. Adviesprocedure

• 1.

  Het bestuursorgaan vraagt de seniorenraad tijdig advies over voorstellen tot wijziging van een verordening en daarop rustende uitvoeringsregels en/of beleidsregels of een beleidsplan die betrekking hebben op het gemeentelijk ouderenbeleid.

• 2.

  In spoedeisende gevallen kan het bestuursorgaan, met redenen omkleed, afzien van het vragen van advies; de seniorenraad wordt daarover schriftelijk geïnformeerd.

• 3.

  Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd dat het uit te brengen advies nog kan worden  betrokken in het voorstel van het bestuursorgaan aan de raad ten finale besluitvorming;

• 4.

  De gegeven adviezen moeten zijn gericht op te nemen concrete besluiten van het bevoegde bestuursorgaan betreffende een verordening, beleidsregels of een beleidsplan, gelet op artikel 3.3. van de Algemene wet bestuursrecht.

• 5.

  Indien het bestuursorgaan het gevraagd advies van de seniorenraad niet of slechts gedeeltelijk overneemt wordt de seniorenraad daarover schriftelijk geïnformeerd met opgave van redenen.

• 6.

  De seniorenraad wordt over dat advies van het bestuursorgaan aan de raad voor de betreffende raadsvergadering geïnformeerd door toezending van het raadsvoorstel en het concept-raadsbesluit.

• 7.

  De bevoegdheid tot en verantwoordelijkheid voor het nemen van een besluit blijft uiteraard aan het gemeentelijk bestuursorgaan.

• 8.

  De seniorenraad brengt zijn advies uit binnen drie weken na ontvangst van de adviesaanvraag, tenzij het bestuursorgaan met reden een andere termijn aangeeft.

• 9.

  Indien de seniorenraad van oordeel is dat een advies niet binnen de verlangde termijn kan worden gegeven stelt hij het bestuursorgaan daarvan zo spoedig mogelijk in kennis, met opgave van redenen. Als uitstel mogelijk is stelt het bestuursorgaan in overleg met de seniorenraad een nieuwe termijn vast.

Artikel 6. Ongevraagd advies/inspraak

• 1.

  Het staat de seniorenraad vrij om het bestuursorgaan ongevraagd van advies te dienen ter zake van het gemeentelijk beleid. Het spreekt vanzelf dat ook een ongevraagd advies met de nodige zorgvuldigheid wordt bezien en afgehandeld.

• 2.

  Adviezen inzake klachten, bezwaarschriften en andere zaken die betrekking hebben op individuele burgers worden niet in behandeling genomen.

• 3.

  Inspraak wordt verleend aan ingezetenen van de gemeente Doesburg en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke- en rechtspersonen volgens de daarvoor geldende gemeentelijke Inspraakverordening zoals die opnieuw is vastgesteld op 27 november 2003.

Artikel 7. Geen inspraak wordt verleend of advies gevraagd

• 1.

  Ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;

• 2.

  indien inspraak bij of krachtens de wet is uitgesloten;

• 3.

  indien sprake is van uitvoering van regelingen van hogere overheden waarbij van enige beleidsvrijheid voor de gemeente geen sprake is.

Artikel 8. Vergaderingen met het bestuursorgaan

• 1.

  De seniorenraad vergadert 2 keer per jaar met de wethouder (portefeuillehouder) die verantwoordelijk is voor het ouderenbeleid, waarbij tenminste 3 leden maar in ieder geval de voorzitter of bij diens afwezigheid de plaatsvervangend voorzitter aanwezig zijn;

• 2.

  De wethouder zit de vergaderingen voor en wordt bijgestaan door de ambtelijke contactpersoon;

• 3.

  De seniorenraad kan tot tien dagen voor een vergadering agendapunten, eventueel voorzien van een toelichting en/of onderliggende stukken aangaande het ouderenbeleid ter behandeling inbrengen.

• 4.

  Het bestuursorgaan kan tot tien dagen voor een vergadering agendapunten, eventueel voorzien van een toelichting en/of onderliggende stukken aangaande het ouderenbeleid ter behandeling inbrengen. De stukken worden met de agenda voor de eerstvolgende vergadering meegezonden.

• 5.

  De contactambtenaar draagt zorg voor de verslaglegging van de vergadering en stelt in overleg met de secretaris van de seniorenraad de agenda op en verstuurt die met bijbehorende stukken.

• 6.

  De beleidsambtenaar welzijn/zorg is voor de seniorenraad het eerste aanspreekpunt binnen de gemeente Doesburg.

Artikel 9. Verlening faciliteiten

• 1.

  Het gemeentebestuur verleent de seniorenraad structureel, jaarlijks subsidie, dit ter bestrijding van de noodzakelijkerwijs te maken onkosten betreffende de ouderenparticipatie, gelijk aan de hoogte van de subsidie die wordt verstrekt aan een bestaand vergelijkbaar adviesorgaan. Voor 2006 bedraagt de subsidie €. 2.035,00, de subsidie wordt jaarlijks geïndexeerd.

• 2.

  Ter zake van de subsidieverlening zijn de voorwaarden als neergelegd in de algemene subsidieverordening “Maatschappelijk en sociaal-cultureel welzijn voor de gemeente Doesburg” van toepassing, daarin is opgenomen de verplichting tot jaarlijkse verantwoording van de subsidie en verslaglegging van de activiteiten en bijbehorende resultaten.

• 3.

  Om de seniorenraad in staat te stellen haar taak goed te kunnen uitoefenen kan het bestuursorgaan besluiten ook andere faciliteiten beschikbaar te stellen afhankelijk van de noodzaak daartoe en de beschikbare middelen.

Artikel 10. Slotbepalingen

• 1.

  Bij verschil van mening over de toepassing van deze verordening alsmede in gevallen waarin de Verordening niet of onvoldoende voorziet, beslist het bestuursorgaan.

• 2.

  Het bestuursorgaan kan ter uitvoering van deze verordening nadere voorschriften geven.

• 3.

  Aan het beschikken over gegevens door de seniorenraad kan het bestuursorgaan voorwaarden verbinden zoals de verplichting tot geheimhouding (artikel 2.5 Algemene wet bestuursrecht).

• 4.

  Elk lid van de seniorenraad dan wel diens plaatsvervanger is verplicht te zwijgen over hetgeen hem of haar onder voorwaarde van geheimhouding ter kennis komt.

• 5.

  Wijziging of intrekking van deze verordening door het bestuursorgaan vindt niet plaats dan nadat de seniorenraad daarover is gehoord.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met terugwerkende kracht op 1 januari 2006 en geldt voor onbepaalde tijd.

Artikel 12. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening seniorenraad.