Organisatie | Wijchen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels externe veiligheid gemeente Wijchen |
Citeertitel | Beleidsregels externe veiligheid gemeente Wijchen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Bijlage bij Beleidsregels externe veiligheid gemeente Wijchen |
De beleidsregels externe veiligheid (28 juni 2007) worden ingetrokken na inwerkingtreding van deze beleidsregels.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-07-2016 | Nieuwe regeling | 30-06-2016 | Onbekend. |
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 april 2016;
gelet op het bepaalde in het Besluit Externe veiligheid inrichtingen (Bevi), de Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi), het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb), het Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt), Wet Basisnet en Regeling Basisnet, artikel 4:81 van Algemene wet bestuursrecht, Wet ruimtelijk ordening (Wro), Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), Wet milieubeheer (Wm) en de bijlage bij Beleidsregels externe veiligheid gemeente Wijchen;
De beleidsregels externe veiligheid gemeente Wijchen vast te stellen.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Een bron (weg, water, spoor, buisleiding, inrichting) waar gevaarlijke stoffen in, over of door worden vervoerd, verwerkt, opgeslagen of gebruikt die een dodelijk effect kan hebben dat tot buiten de bron zelf komt. Kortom: een activiteit met gevaarlijke stoffen. Risicobronnen in de gemeente Wijchen zijn te vinden op www.risicokaart.nl.
Objecten die vanwege de aard ervan meer bescherming nodig hebben dan kwetsbare objecten. Dit zijn objecten waarin zich doorgaans personen bevinden die minder dan gemiddeld zelfredzaam zijn. Denk hierbij aan geestelijk en lichamelijk gehandicapten, zieken, ouderen, peuters, kinderen in een basisschool en gedetineerden.
10-6 contour voor plaatsgebonden risico (PR)
Burgers moeten voldoende beschermd zijn tegen ongevallen met gevaarlijke stoffen. Het basisbeschermingsniveau is een basisnorm die de kans uitdrukt dat een omwonende overlijdt door een ongeluk met een gevaarlijke stof. Het is uitgedrukt in een getal: het plaatsgebonden risico (PR). Dat is de kans dat een persoon die een jaar lang permanent en onbeschermd op een bepaalde plaats aanwezig is, als rechtstreeks gevolg van een ongeluk met gevaarlijke stoffen overlijdt. Het PR mag maximaal 10-6 per jaar bedragen. Dat betekent dat de kans op overlijden niet hoger mag zijn dan één op 1 miljoen (10-6) per jaar. Binnen de PR 10-6 contour mogen geen kwetsbare en zeer kwetsbare objecten (geprojecteerd) zijn.
Het groepsrisico is bedoeld om de kans op een ramp (sociale ontwrichting) voldoende klein te houden opdat dit risico, hoewel aanwezig, verwaarloosbaar geacht mag worden. Bij de beoordeling van de aanvaardbaarheid van dit risico staat de afweging van de voordelen van de gewenste activiteit centraal in samenhang met een beoordeling van de mogelijkheden en haalbaarheid van extra veiligheidsmaatregelen om de kans op een ramp en de gevolgen ervan verder te beperken.
Het invloedsgebied is het gebied dat wordt bepaald door na te gaan op welke afstand een dodelijk effect zover is uitgedempt dat de kans om er aan te overlijden bijna nul is geworden. Om precies te zijn een kans van 0,01 ofwel 1 %. Binnen dit invloedsgebied wordt de hoogte van het groepsrisico bepaald.
Voor het groepsrisico geldt een oriëntatiewaarde. Dit is geen norm, maar een signaalwaarde. Iedere verandering boven of onder deze waarde moet worden verantwoord. Deze verantwoordingsplicht moet aanzetten tot discussie over de omvang van het groepsrisico en de verhouding tot de oriëntatiewaarde. Maar ook over de veiligheid van de risicovolle situatie, de gevolgen voor de omgeving, de hulpverlening en de zelfredzaamheid van omwonenden. (zie ‘groepsrisico’).
Op grond van artikel 12 en 13 van het Bevi, artikel 12 van het Bevb en artikel 7 en 8 van het Bevt zijn bevoegde gezagen verplicht om elke toename respectievelijk verandering in het groepsrisico te verantwoorden.
Zelfredzaamheid is het zichzelf kunnen onttrekken aan een dreigend gevaar, zonder daadwerkelijk hulp van hulpverleningsdiensten. Het zelfredzame vermogen van personen is een belangrijke voorwaarde om grote calamiteiten bij een incident te voorkomen. De mogelijkheden voor zelfredzaamheid bestaan, afhankelijk van de vrijgekomen gevaarlijke stof, globaal uit schuilen en/of vluchten.
Deze beleidsregels zijn van toepassing op besluiten over vergunningen op grond van de Wet milieubeheer ten aanzien van inrichtingen waarop het Besluit externe veiligheid inrichtingen van toepassing is, op besluiten over vergunningen op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en op besluiten op grond van de Wet ruimtelijke ordening waarbij (zeer) kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten in de buurt van een risicobron liggen of komen te liggen, een en ander voor zover gemeente Wijchen bevoegd gezag is.
Artikel 4 Verantwoordingsplicht bij ruimtelijke besluiten
Bij de ontwikkeling van nieuwe plannen wordt met de volgende regels rekening gehouden:
Artikel 5 Verantwoordingsniveaus
Bij het beoordelen van aanvragen om een omgevingsvergunning, besteedt het bevoegd gezag aandacht aan een integrale belangenafweging. In de integrale afweging worden economische, maatschappelijke en veiligheidsbelangen betrokken. Deze afweging wordt vastgelegd in de ‘verantwoording van het groepsrisico’. De oriëntatiewaarde voor het groepsrisico functioneert hierbij als signaalwaarde. Voor elke situatie wordt maatwerk voor het gewenste veiligheidsniveau toegepast. Bij significante toename van het groepsrisico of overschrijding van de oriëntatiewaarde ziet het bevoegd gezag erop toe dat de initiatiefnemer alle doelmatige maatregelen neemt die tot de mogelijkheden behoren om de veiligheid te verhogen. Zijn die maatregelen niet mogelijk dan moet het plan worden aangepast of in het uiterste geval stop gezet.
Bij het verantwoorden worden drie niveaus onderscheiden: zwaar, licht en standaard verantwoorden.
Het verschil tussen lichte en zware verantwoording van het groepsrisico is de intensiviteit van de onderbouwing van mogelijke maatregelen, nut en noodzaak en omvang/inrichting van het plan. Daarmee bestaat vooral een verschil in ambtelijke inspanning. Bij een zware verantwoording worden alle mogelijke alternatieven en maatregelen beschouwd vanuit juridisch, technisch, praktisch en financieel oogpunt. In de onderbouwing wordt nader ingegaan waarom een maatregel of alternatief plan wel of niet acceptabel is. Bij een lichte verantwoording kan worden volstaan met een eenvoudige verwijzing naar de ruimtelijke onderbouwing voor wat betreft nut en noodzaak van een plan van deze omvang op deze locatie, en is een algemene beschouwing ten aanzien van maatregelen mogelijk. Standaard verantwoording gaat uit van een vaststaande onderbouwing die al in de beleidsvisie externe veiligheid is opgenomen en wordt opgenomen in de toelichting van een ruimtelijk plan.
Bij deze beleidsregels behoort de volgende bijlage: Beleidsvisie externe veiligheid gemeente Wijchen.
De beleidsregels externe veiligheid (28 juni 2007) worden ingetrokken na inwerkingtreding van deze beleidsregels.
Op een aanvraag omgevingsvergunning die is ingediend vóór het tijdstip waarop deze beleidsregels van kracht worden en waarop op genoemd tijdstip nog niet is beschikt, zijn de bepalingen van de beleidsregels externe veiligheid van toepassing, zoals deze luidden vóór de vaststelling van de onderhavige beleidsregels.