Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording
Artikel 2. Kalender
1.Het college van B en W biedt jaarlijks, voor 1 januari, een
bestuurlijke planning (richtlijnen planning en controlcyclus) voor het
volgende begrotingsjaar aan de Raad aan. De auditcommissie zal alvorens
deze planning definitief door het college wordt vastgesteld betrokken
worden bij de opstelling. In deze planning zijn o.a. de data opgenomen
met betrekking tot het aanbieden en vaststellen van de Planning en
Controlproducten.
De Planning en Controlcyclus bestaat uit de volgende producten:
- a.
- b.
- c.
- d.
Algemene begrotingsbijstellingen
- e.
Artikel 3. Programma-indeling
- 1.
De raad stelt de programma-indeling vast.
- 2.
De raad stelt op basis van de door het college aan de programma’s
toegewezen producten de onderverdeling van de programma’s in
beleidsvelden vast.
- 3.
De raad stelt op voorstel van het college per programma relevante
indicatoren vast voor het meten van en het afleggen van
verantwoording over de gemeentelijke productie van goederen en
diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke
beleid.
- 4.
De raad stelt vast over welke onderwerpen hij in extra paragrafen
naast de verplichte paragrafen in de begroting en rekening kaders
wil stellen en wil worden geïnformeerd.
Artikel 4. Inrichting begroting en jaarstukken
- 1.
Bij de begroting worden onder elk van de programma’s de lasten en
baten per beleidsveld weergegeven en bij de jaarstukken worden onder
elk van de programma’s de gerealiseerde lasten en baten per
beleidsveld weergegeven.
- 2.
Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt
van de nieuwe investeringen per investering het benodigde
investeringskrediet weergegeven en wordt van de lopende
investeringen het geautoriseerde investeringskrediet en de raming
van de uitputting van het krediet in het lopende boekjaar
weergegeven.
- 3.
Bij de uiteenzetting van de financiële positie in begroting wordt in
aanvulling op het bepaalde in artikel 20 en artikel 21 van het
Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten inzicht
gegeven in de ontwikkeling van de schuldpositie als gevolg van de
begroting, de meerjarenraming en de investeringen.
- 4.
In de jaarrekening wordt van de investeringen en meerjarige
projecten de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten
en de actuele raming van de totale uitgaven weergegeven.
Artikel 5. Kaders begroting
- 1.
Het college biedt voor 1 juni aan de raad een nota aan met een
voorstel voor het beleid en de financiële kaders van de begroting
voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming. De raad
stelt deze nota voor 15 juli vast.
- 2.
In de begroting wordt een post onvoorzien van € 5 per inwoner
opgenomen.
Artikel 6. Autorisatie begroting en investeringskredieten
- 1.
De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de baten en
de lasten per beleidsveld.
- 2.
Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe
investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor
autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige
nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het
vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.
- 3.
Het college informeert de raad vooraf over investeringen groter dan
€ 100.000 voor zover niet bij de begroting vastgesteld als ze
verwacht dat de lasten de geautoriseerde lasten of de
investeringsuitgaven de geautoriseerde investeringskredieten dreigen
te overschrijden of de baten de geautoriseerde baten dreigen te
onderschrijden. De raad geeft vervolgens aan of hij hiervoor een
voorstel wil voor wijziging van het budget of een voorstel voor
bijstelling van het beleid.
- 4.
Bij de behandeling van de tussenrapportages in de raad doet het
college voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde
budgetten en de investeringskredieten en het bijstellen van het
beleid.
- 5.
Voor een investering waarvan het investeringskrediet niet met het
vaststellen van de begroting is geautoriseerd, legt het college
vooraf aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel
met een voorstel voor het vaststellen van een investeringskrediet
aan de raad voor.
Artikel 7. Tussentijdse rapportage
- 1.
Het college informeert de raad tweemaal per jaar door middel van
tussentijdse rapportages over de realisatie van de begroting van de
gemeente over de eerste 3 maanden en de eerste 9 maanden van het
lopende boekjaar.
- 2.
De tussenrapportages bevatten een uiteenzetting over de uitvoering
en de bijstelling van het beleid en een overzicht met de bijgestelde
raming van de baten en de lasten per programma uitgesplitst naar
beleidsvelden alsmede de realisatie en raming van de uitputting van
de investeringskredieten.
- 3.
In de tussenrapportages worden afwijkingen op de oorspronkelijke
ramingen van de baten en de lasten van beleidsvelden en
investeringskredieten in de begroting groter dan € 5.000
toegelicht.
Artikel 8. Informatieplicht
Het college informeert in ieder geval vooraf de raad en neemt pas een
besluit, nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en
bedenkingen ter kennis van het college te brengen voorzover het betreft
niet bij de begroting vastgestelde afzonderlijke verplichtingen
inzake:
- a.
de aan- en verkoop van goederen, werken en diensten groter dan
€ 50.000;
- b.
het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties groter dan
€ 100.000;
- c.
nieuwe meerjarige verplichtingen waarvan de jaarlijkse lasten
groter zijn dan€ 15.000.
Artikel 9. EMU-saldo
Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het
collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel
3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben
overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de
begroting nodig is. Als het college een aanpassing nodig acht, doet het
college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.
Hoofdstuk 3. Financieel beleid
Artikel 10. Waardering en afschrijving vaste activa
- 1.
Materiële vaste activa met een meerjarig maatschappelijk nut
worden onder aftrek van bijdragen van derden geactiveerd.
- 2.
Materiële vaste activa worden afgeschreven volgens de methodiek
en de termijnen zoals vermeld in de bijlage afschrijvingsbeleid
bij deze verordening.
- 3.
Kosten voor het afsluiten van geldleningen worden direct ten
laste van de exploitatie gebracht.
- 4.
Geactiveerde kosten voor onderzoek en ontwikkeling voor een
bepaald actief worden lineair in 5 jaar afgeschreven.
- 5.
Een saldo voor agio of disagio wordt lineair in 5 jaar
afgeschreven.
- 6.
Materiele vaste activa met economisch nut en een
verkrijgingsprijs van minder dan€ 10.000 worden niet
geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Gronden en
terreinen worden altijd geactiveerd.
Artikel 11. Voorziening voor oninbare vorderingen
- 1.
De stand van de voorziening oninbare vorderingen wordt per 31-12 van
het jaar bepaald
- 2.
De vorderingen worden onderverdeeld in de volgende categorieën
- -
- -
vorderingen sociale zaken
- -
- 3.
Uitgangspunten vorderingen belastingen:
- a.
vorderingen dienstjaar geen storting
- b.
vorderingen van het vorige dienstjaar 50% van de
vorderingen
- c.
vorderingen van het voor vorig dienstjaar en ouder 100% van
de vorderingen
- 4.
Uitgangspunten vorderingen sociale zaken:
- a.
vorderingen dienstjaar geen storting
- b.
vorderingen van het vorige dienstjaar 50% van de
vorderingen
- c.
vorderingen van het voor vorig dienstjaar 75% van de
vorderingen
- d.
vorderingen van het voor, voor, vorig dienstjaar en ouder
100% van de vorderingen.
- 5.
De BBZ vorderingen worden per vordering apart beoordeeld
- 6.
Vorderingen overig
- a.
Vorderingen huidige dienstjaar 10% van de aangemaande
vorderingen
- b.
vorderingen van het vorige dienstjaar 50% van de
vorderingen
- c.
vorderingen van het voor vorig dienstjaar 75% van de
vorderingen
- d.
vorderingen van het voor, voor, vorig dienstjaar en ouder
100% van de vorderingen
Artikel 12. Reserves en voorzieningen
- 1.
Het college biedt de raad eens in de 8 jaar een nota reserves en
voorzieningen aan. Deze nota wordt door de raad vastgesteld en
behandelt:
- a.
de vorming en besteding van reserves;
- b.
de vorming en besteding van voorzieningen; en
- c.
de rentetoerekening aan reserves en voorzieningen.
- 2.
Bij een voorstel voor de instelling van een bestemmingsreserve voor
een investeringsvoornemen wordt minimaal aangegeven:
- a.
het specifieke doel van de reserve;
- b.
de voeding van de reserve;
- c.
de maximale hoogte van de reserve;
- 3.
Bij de 2e algemene begrotingsbijstelling vindt jaarlijks
een actualisatie plaats van de reserves en voorzieningen
Artikel 13. Kostprijsberekening
- 1.
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken
en diensten van de gemeente, die worden
geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een systeem van
kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden
naast de directe kosten de indirecte kosten betrokken, die
rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende
diensten.
- 2.
Bij de kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen
van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de
betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde
activa en voor rioolheffing en afvalstoffenheffing de
compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW) en de
kosten van het kwijtscheldingsbeleid.
- 3.
Voor de inzet van materiele activa worden naast directe kosten,
indirecte kosten en afschrijvingskosten, de rente voor de
financiering van het actief toegerekend. Deze rente is een
vergoeding voor de inzet van vreemd vermogen en van eigen
vermogen. De rentepercentages voor deze vergoeding worden bij de
behandeling van de begroting vastgesteld.
Artikel 14. Prijzen economische activiteiten
- 1.
Voor de levering van goederen, diensten of werken aan
overheidsbedrijven en derden en met welke bijbehorende activiteiten
de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt
tenminste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij
afwijking doet het college vooraf voor elk van deze activiteiten
afzonderlijk een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek
belang van de activiteit wordt gemotiveerd.
- 2.
Bij het verstrekken van leningen of garanties aan overheidsbedrijven
en derden brengt de gemeente de geraamde integrale kosten in
rekening. Bij afwijking doet het college vooraf een voorstel voor
een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de lening of
garantie wordt gemotiveerd.
- 3.
Bij het verstrekken van kapitaal door de gemeente aan
overheidsbedrijven en derden gaat het college uit van een vergoeding
van tenminste de geraamde integrale kosten van de verstrekte
middelen. Bij afwijking doet het college vooraf een voorstel voor
een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de
kapitaalverstrekking wordt gemotiveerd.
- 4.
Raadbesluiten met de motivering van het publiekbelang als bedoeld in
de vorige leden zijn niet nodig als sprake is van:
- a.
leveringen van goederen, diensten of werken en het
verstrekken van leningen, garanties en kapitaal aan andere
overheden voor zover deze leveringen en verstrekkingen zijn
bedoeld voor de uitoefening van de publieke taak door die
andere overheid;
- b.
een bevoordeling van activiteiten in het kader van een bij
wet opgedragen publiekrechtelijke taak;
- c.
een bevoordeling van activiteiten in het kader van een
toegekend bijzonder of uitsluitend recht waarvoor
prijsvoorschriften gelden;
- d.
een bevoordeling van sociale werkplaatsen;
- e.
een bevoordeling van onderwijsinstellingen;
- f.
een bevoordeling van publieke media-instellingen; en
- g.
een bevoordeling die valt onder de reikwijdte van de
staatssteunregels van het Werkingsverdrag van de Europese
Unie en daarmee verenigbaar is.
Artikel 15. Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en
prijzen
- 1.
Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van
de gemeentelijke tarieven voor de OZB, de rioolheffingen, de
afvalstoffenheffing, de toeristenbelasting, de forensenbelasting en
de leges.
- 2.
Het college biedt de raad eens in de 8 jaar een nota aan met de
kaders voor de prijzen voor de levering van gemeentelijke goederen,
werken en diensten aan overheidsbedrijven en derden en voor de huren
en de erfpachten.
- 3.
Het college legt bij een tussentijdse wijziging van prijzen, huren
en erfpachten ten opzichte van de kaders uit de nota vooraf een
besluit voor aan de raad.
Artikel 16 Financieringsfunctie
1.Het college neemt bij de uitvoering van de financieringsfunctie het
door de raad vastgestelde treasurystatuut in acht.
Hoofdstuk 4. Financiële organisatie en financieel beheer
Artikel 17. Administratie
- 1.
De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder
geval dienstbaar is voor:
- a.
het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in
de gemeente als geheel en in de afdelingen;
- b.
het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de
omvang van de vaste activa, voorraden, vorderingen, schulden
en contracten;
- c.
het verschaffen van informatie over uitputting van de
toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het
maken van kostencalculaties;
- d.
het verschaffen van informatie over indicatoren met
betrekking tot de gemeentelijke productie van goederen en
diensten en de maatschappelijke effecten van het
gemeentelijke beleid;
- e.
het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de
doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde
bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de
begroting en relevante wet- en regelgeving; en
- f.
de controle van de registratie van gegevens als zodanig en
van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de
controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de
doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de
gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en
regelgeving.
- 2.
Onder administratie wordt verstaan het systematisch verzamelen,
vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van
het besturen, functioneren en beheersen van de gemeentelijke
organisatie en de verantwoording die daarover moet worden
afgelegd.
Artikel 18. Financiële organisatie
Het college draagt zorgt voor:
- a.
een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een
eenduidig toewijzing van de gemeentelijke taken aan de
afdelingen;
- b.
een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden,
verantwoordelijkheden;
- c.
de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van
verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en
investeringskredieten;
- d.
de interne regels voor taken en bevoegdheden, de
verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening
van de financieringsfunctie;
- e.
de te maken afspraken met de afdelingen over de te leveren
prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en
frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten
en uitputting van middelen;
- f.
de kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van de
lasten en baten aan de producten van de productenraming en de
productenrealisatie;
- g.
het beleid en de interne regels voor de inkoop en de
aanbesteding van goederen, werken en diensten;
- h.
het beleid en de interne regels voor de steunverlening en de
toekenning van subsidies aan ondernemingen en instellingen;
en
- i.
het beleid en de interne regels voor het voorkomen van misbruik
en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en
eigendommen, opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en
verantwoording wordt voldaan.
Artikel 19. Interne controle
- 1.
Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de
jaarrekening, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder a van de
Gemeentewet, en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de
balansmutaties, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder b van de
Gemeentewet, voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid
van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de
beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen
tot herstel.
- 2.
Het college zorgt voor de systematische controle van de registratie
en de ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van de
gemeente met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de
uitstaande leningen, de debiteurenvorderingen, de liquiditeiten, de
opgenomen leningen, de kortlopende schulden en de vorderingen van
crediteuren jaarlijks worden gecontroleerd. Bij afwijkingen in de
registratie neemt het college maatregelen voor herstel van de
tekortkomingen Bij afwijkingen in de registratie neemt het college
maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.
Hoofdstuk 5. Slotbepalingen
Artikel 20. Intrekken oude verordening en overgangsrecht
De financiële verordening gemeente Boxmeer vastgesteld door de raad van
30 september 2004 en nadien gewijzigd op 2 oktober 2008 wordt
ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de
jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het
begrotingsjaar voorafgaand aan het jaar waarin deze verordening in
werking treedt en op de begroting, jaarrekening en jaarverslag en
bijbehorende stukken van het begrotingsjaar dat samenvalt met het jaar
waarin deze verordening in werking treedt.
Artikel 21. Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 augustus
2016.
- 2.
Deze verordening wordt aangehaald als: Financiële verordening
gemeente Boxmeer 2016.