Beeldkwaliteitsplan Vinkeveld incl. welstandscriteria

• 1.

  in te stemmen met bijgevoegde beantwoording van de ingediende zienswijze;

• 2.

  bestemmingsplan “Vinkeveld” zoals dat als ontwerp ter inzage heeft gelegen, als volgt tewijzigen:

  • 1.

    in artikel 8.4.1 onder b van de planregels een erkerdiepte toe te staan van 1 meter in plaats van 0,6 meter en onder c een erkerbreedte van 65% van de voorgevel in plaats van 60%;

  • 2.

    in artikel 16.2 van de planregels de voorwaardelijke verplichting op te nemen dat de weg Voorbancken als 30 km/u-zone moet zijn uitgevoerd;

  • 3.

    op de verbeelding een externe-veiligheidscontour van 25 meter op te nemen rondom het

    gasontvangststation in de noordwesthoek van het plangebied;

• 3.

  bestemmingsplan “Vinkeveld”, met planidentificatienummer NL.IMRO.0736.BP017vinkeveldva01,vast te stellen;

• 4.

  geen exploitatieplan vast te stellen;

• 5.

  beeldkwaliteitsplan Vinkeveld d.d. 19 januari 2016, inclusief welstandscriteria, vast te stellen.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente De Ronde Venen,

d.d. 6 juli 2016.

De raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,

De welstandscriteria voor de wijk Vinkeveld, als opgenomen in het beeldkwaliteitsplan Vinkeveld

vastgesteld op 6 juli 2016 door de gemeenteraad van De Ronde Venen

1.Oriëntatie / hoeken

De Brink met zijn uitlopers en de ontsluitingslus zijn belangrijke openbare ruimtes in Vinkeveld. De gevels van woningen aan deze belangrijke openbare ruimte dienen daarom een verzorgde uitstraling te hebben.

Criteria

• Woningen aan de Brink en / of uitloper hebben hun hoofdoriëntatie hierop.

• Kopgevels aan de ontsluitingslus hebben een verzorgde gevelindeling waarin ramen, erkers en/of entreepartijen een rol spelen.

• Woningen die met hun voorgevel aan het openbaar groen staan zijn hier duidelijk op gericht. Dit komt tot uitdrukking in bijvoorbeeld grote raampartijen die laag in de gevel beginnen, een veranda en/of openslaande deuren.

2.Afwisselend beeld

Voor het beoogde dorpse karakter is een afwisselend beeld van belang. Dit wordt onder andere bereikt door een verspringende rooilijn, gedraaide kappen, hoogteverschillen in de massa en goothoogte en/of korte blokken.

Criteria

• Indien een rij bestaat uit meer dan 4 woningen, dan dient de rij verbijzonderd te zijn met één ofmeerdere verspringingen in de rooilijn (dit kunnen kleine verspringingen zijn die optisch worden vergroot door verschil in kleur van de gevel), gedraaide kappen en /of hoogteverschillen in de massa- of goothoogte.

• Bij rijen van meer dan 9 woningen dient de rooilijn te verspringen met minimaal 1 meter.

• Vrijstaande woningen en tweekappers in de rand staan in een wisselende rooilijn op tenminste 1 meter van het openbaar gebied, er staan niet meer dan 4 woningen naast elkaar in dezelfde rooilijn.

De verspringing is minimaal 1 meter groot.

3.Daken

Vinkeveld wordt een duurzame wijk. De meeste daken zullen voorzien zijn van zonnepanelen. Maar daarnaast zullen bewoners ook wensen hebben ten aanzien van dakramen of dakkapellen in hun dak. Om ervoor te zorgen dat de compositie op het dakvlak van de verschillende elementen er verzorgd uitziet zijn er beeldkwaliteitscriteria voor de hellende daken opgenomen.

Criteria

• De elementen in hellende dakvlakken zoals zonnepanelen, dakramen en/ of dakkapellen zijn meeontworpen bij de woning, eventueel als optie worden aangeboden.

• Uitgangspunt is een zorgvuldige compositie van de elementen in het dakvlak van de individuele woning of indien van toepassing rij of het blok.

• Wanneer elementen naast elkaar liggen in het dakvlak zijn deze aan de onderzijde horizontaal gelijnd.

• Om de zonnepanelen zoveel mogelijk te integreren in het dak zijn de daken gedekt met ongeglazuurde gesmoorde dakpannen.

• De zonnepanelen zijn zwart met zwarte omkadering

• De zonnepanelen liggen bij voorkeur geïntegreerd in het dakvlak, in plaats van erop.

4.Stijlen

Om te zorgen voor een mix door de wijk heen ligt op een aantal plekken de stijlkeuze vast. Er is daarbij gezocht naar de beste stijl voor het type woning en voor de plek. Er kan hiervan in overleg met het Q-team worden afgeweken en gekozen worden voor de andere stijl.

Op andere plekken is de keuze tussen traditioneel en jaren ‘30 niet bepaald en vrij mits dit wel een gemengd beeld oplevert. Per eenheid (rij, aaneengebouwde woning, gebouw) wordt gekozen voor één stijl. Een vrijstaande woning in jaren ‘30 stijl kan dus naast een vrijstaande woning in traditionele stijl staan. Bij aaneengebouwde woningen zijn alle woningen in de rij in dezelfde stijl, maar de rij ernaast kan in een andere stijl worden uitgevoerd. Zo is er veel keuzevrijheid.

Voor de Flexwoningen (rijwoningen aan de noordwestkant van de Brink) heeft op basis van het oude beeldkwaliteitsplan een beeldkwaliteitstoetsing plaatsgevonden en is de omgevingsvergunning verleend. Voor de overige woningen in Vinkeveld zijn de stijlen aangegeven op de voorkeursverkaveling. [Zie de afbeelding op pagina 43 van het Beeldkwaliteitsplan.]

Woningen injaren ‘30 stijl

Criteria:

5.Algemeen

• De individuele woning maakt deel uit van een samenhangend groter geheel en is onderdeel van

een afgewogen compositie. Een vrijstaande woning vormt een afgewogen compositie op zichzelf.

6.Ligging

• De basisrooilijn is recht en verspringt naar voren bij accenten, of om lange rijen te breken.

• Accenten zijn bijvoorbeeld hoeken van rijen of straten, het midden of knikken in de rij.

• Bij rijwoningen is de nokrichting is overwegende evenwijdig aan de voorgevel, een haakse richting komt voor als accent.

• Bij voorkeur toepassen van erkers, entreepartijen en/ of luifels ed., deze mogen de basisrooilijn doorbreken.

7.Massa

• Woningen zijn voorzien van een hellende, nadrukkelijke kap. Platte daken zijn toegestaan als accent

en bij patiowoningen.

• Woningen hebben een zadeldak, mansardekap of een schilddak.

8.Architectonische uitwerking

• In de architectonische uitwerking dient de jaren ‘30 stijl tot uitdrukking te komen.

• Woningen hebben een nadrukkelijke horizontale belijning, zoals bijvoorbeeld grote goot overstekken, horizontale banden in het metselwerk, nadrukkelijke lateien, gelijnde ramen met verticale accenten in de compositie, zoals bijvoorbeeld schoorstenen, steile dwarskap.

• Er is sprake van duidelijke plastiek in de gevels, door diepe negge en overstekken.

• Raampartijen hebben een onderverdeling.

9.Materiaal- en kleurgebruik

• Het materiaalgebruik bestaat overwegend uit baksteen, gesmoorde pannen en hout.

• Gevels zijn gemetseld in rode, bruine of gele baksteen, witgekeimde (delen van) gevels zijn om accenten in de compositie te benadrukken zijn mogelijk.

• De woningen kunnen voorzien zijn van een donkere (antracietkleurige) plint (maximaal 50 cm hoog).

• Kunststof kozijnen en plaatmateriaal alleen toepassen wanneer dit zeer zorgvuldig is gedetailleerd i.v.m. vervuiling en zonder zichtbare bevestiging.

• Hellende daken zijn gedekt met gesmoorde pannen.

• Geëngobeerde pannen zijn ook toegestaan mits niet glimmend, zaagsnedes ook geëngobeerd worden of een donkerbakkende pan als basis wordt gebruikt.

• Kozijnen, daklijsten ed. zijn gebroken wit

• De kleur van de draaiende delen hoeft niet gebroken wit te zijn, maar moet wel passen in de architectuurstijl,

denk daarbij aan traditionele/ donkere kleuren (donkergroen / donkergrijs).

• Felle kleuren zijn niet toegestaan.

10.Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en dakkapellen

• Aan- en uitbouwen, bijgebouwen, dakkappellen en andere uitbreidingingen van de woning zijn ondergeschikt

vormgegeven aan de hoofdmassa en doen geen afbreuk aan de compositie van het geheel.

• De architectonische uitwerking evenaart die van de woning.

• Bij voorkeur brede dakkapellen die de horizontale geleding benadrukken.

• Bijgebouwen die zichtbaar zijn vanaf de ontsluitingslus hebben bij voorkeur een kap.

Woningen in traditionele stijl

Criteria:

11.Algemeen

• De individuele woning maakt deel uit van een afwisselend, ontspannen beeld.

12.Ligging

• De basisrooilijn verspringt om lange rechte rijen te breken. Indien er tevens een andere gevelkleur wordt toegepast kan de verspringing klein zijn (één hele steen) om het effect te bereiken.

• Het verspringen ondersteunt het afwisselende ontspannen beeld en is niet gebonden aan specifieke plekken zoals hoeken, en zichtassen.

• De nokrichting is evenwijdig op de voorgevel, een haakse richting komt voor en zorgt voor een afwisselendbeeld.

• De voorgevel wordt bij voorkeur niet onderbroken door erkers.

13.Massa

• Woningen zijn voorzien van een hellende kap.

• Platte daken zijn toegestaan ter afwisseling in het straatbeeld.

• Kapvorm is een zadeldak.

14.Architectonische uitwerking

• In de architectonische uitwerking dient de traditionele stijl tot uitdrukking te komen.

• gevels hebben een traditionele gevelindeling met (deel)symmetrie.

• Woningen hebben een verticale geleding door bijvoorbeeld het toepassen van staande ramen, kopgevels en muurdammen.

• Boven gevelopeningen bij voorkeur gemetselde lateien toepassen.

• De ramen hebben diepe neggen.

• Geen dakoverstekken bij kopgevels.

• Raampartijen hebben een onderverdeling.

• Gevels worden beëindigd met geprofileerde daklijsten of een bakgoot.

• De entree is benadrukt met een omlijsting.

15.Materiaal- en kleurgebruik

• Het materiaalgebruik bestaat overwegend uit baksteen, gesmoorde pannen en hout.

• Gevels zijn gemetseld in rode of bruine baksteen, witgekeimde (delen van) gevels zijn voor de afwisselingmogelijk.

• De woningen kunnen voorzien zijn van een donkere (antracietkleurige) plint (maximaal 50 cm hoog).

• Kunststof kozijnen en plaatmateriaal alleen toepassen wanneer dit zeer zorgvuldig is gedetailleerd i.v.m. vervuiling en zonder zichtbare bevestiging.

• Hellende daken zijn gedekt met gesmoorde pannen.

• Geéngobeerde pannen zijn ook toegestaan mits niet glimmend, zaagsnedes ook geëngobeerd worden of een donkerbakkende pan als basis wordt gebruikt.

• Kozijnen, daklijsten e.d. zijn gebroken wit.

• De kleur van de draaiende delen hoeft niet gebroken wit te zijn, maar moet wel passen in de architectuurstijl, denk daarbij aan traditionele/ donkere kleuren (donkergroen / donkergrijs

• Felle kleuren zijn niet toegestaan.

16.Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en dakkapellen

• Aan- en uitbouwen, bijgebouwen, dakkappellen en andere uitbreidingen van de woning zijn ondergeschikt vormgegeven aan de hoofdmassa.

• De architectonische uitwerking evenaart die van de woning.

• Bij voorkeur smalle dakkapellen die de verticale geleding benadrukken.

• Bijgebouwen die zichtbaar zijn vanaf de ontsluitingslus hebben bij voorkeur een kap.