Organisatie | Dronten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening minimabeleid ouderen 2007 |
Citeertitel | Verordening minimabeleid ouderen 2007 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Geen.
Wet werk en bijstand, art. 35, lid 3
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-04-2007 | 29-03-2007 | 31-12-2007 | nieuwe regeling | 29-03-2007 Gemeenteblad 2007, nr. 7 | B07.000056 |
Aan personen die hun woonplaats als bedoeld in de artikelen 10, eerste lid, en 11 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek hebben in de gemeente wordt volgens de bepalingen van deze verordening een bijdrage in de aanschaf van duurzame gebruiksgoederen verstrekt.
De bijdrage wordt verstrekt aan:
personen die in het jaar van verstrekking alsmede in de twee daaraan voorafgaande jaren een uitkering ontvangen op grond van de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz) én die aan het begin van het kalenderjaar van verstrekking 65 jaar of ouder zijn;
personen die deel uitmaken van een huishouden dat in het jaar van verstrekking alsmede in de twee daaraan voorafgaande jaren een gemiddeld inkomen van ten hoogste 110% van de daarvoor geldende bijstandsnorm heeft genoten én die aan het begin van het kalenderjaar van verstrekking 65 jaar of ouder zijn, uitgezonderd personen die duurzaam verblijven in een inrichting.
Artikel 4. Verblijf in buitenland
Bij de bepaling van de in artikel 3 onder b genoemde periode, wordt de tijdsduur die een persoon in het buitenland heeft gewoond niet meegerekend.
Het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen bepalingen van deze verordening buiten toepassing laten, indien deze gelet op het doel ervan tot onbillijkheden van overwegende aard kunnen leiden.
Toelichting Verordening Minimabeleid Ouderen 2007
Dit artikel bevat enkele begripsbepalingen. Binnen elke leefeenheid zijn veel gebruiksgoederen als noodzakelijk aan te merken. Bij het afbakenen van de gebruiksgoederen is in het bijzonder gekeken naar die gebruiksgoederen, waarvan de aanwezigheid in een leefeenheid noodzakelijk is.
Tevens wordt verklaard wat onder het inkomen van het huishouden wordt verstaan en onder het inkomen ter hoogte van de voor betrokkenen geldende bijstandsnorm.
Het gemeentelijk minimabeleid ouderen is bedoeld voor de inwoners van de gemeente Dronten. Bestaat er twijfel omtrent de toepassing van dit artikel, dan kan worden aangesloten bij de bepalingen omtrent het domicilie, zoals opgenomen in de Wet werk en bijstand.
Het is de verantwoordelijkheid van de aanvrager om aan te tonen dat er gedurende de gestelde periode op het minimumniveau of maximaal 10% hoger is geleefd.
Bij het vaststellen of een persoon het jaar van aanvraag en de twee voorafgaande jaren een inkomen op maximaal 110% van het minimumniveau heeft genoten, wordt een periode dat de persoon in het buitenland heeft gewoond uitgesloten. De reden hiervoor is dat het Nederlandse criterium voor het sociaal minimum niet voor het buitenland geldt, en dat het niet mogelijk is om per land te bekijken wat ter plaatse het minimumniveau is.
Er is voor gekozen om niet de volledige voorziening te vergoeden. Aangenomen mag worden dat een inkomen tot de grens van 110% van het sociaal minimum in beginsel toereikend moet zijn om tenminste voor een deel in de kosten van duurzame gebruiksgoederen te kunnen voorzien.
De bijdrage kan voor de gestelde periode en voorziening beschikbaar gesteld worden zonder dat bewijzen van de gemaakte kosten overgelegd hoeven worden.
Burgemeester en wethouders dragen zorg voor de uitvoering van deze verordening. Een aanvraag kan worden gedaan met behulp van een door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier of kan ambtshalve worden afgedaan.
Als afhandelingtermijn wordt op voorhand een termijn van acht weken gehanteerd (conform de Algemene wet bestuursrecht). Voor de aanvraag en (categoriale) toekenning van de bijdrage geldt dat dit in het betreffende jaar moet gebeuren. Categoriale toekenning kan uitsluitend voor die personen of huishoudens waarvan de gemeente weet dat ze ook daadwerkelijk tot de doelgroep behoren.
Indien er sprake is van onterechte betaling wordt de bijdrage teruggevorderd.
De verordening heeft een looptijd van een jaar. De achtergrond hiervan is dat op deze wijze voorkomen wordt dat de belastingdienst de bijdrage aanmerkt als periodiek (en dus belast). Gevolg is wel dat de verordening jaarlijks opnieuw vastgesteld moet worden.