Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

Besluit van het dagelijks bestuur en de voorzitter van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid houdende de verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan de directeur Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOmgevingsdienst Zuid-Holland Zuid
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingBesluit van het dagelijks bestuur en de voorzitter van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid houdende de verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan de directeur Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid
CiteertitelMandaatregeling van het dagelijks bestuur en de voorzitter aan de directeur Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Nvt

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. Artikel 57b van de Wet gemeenschappelijke regelingen
  3. Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid
  4. Regeling ambtelijke organisatie Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Nvt

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-04-201801-01-2020Wijziging van de mandaatregeling vanwege de Algemene Verordening Gegevensbescherming

11-04-2018

bgr-2018-546

Nvt
27-06-201713-04-2018Wijzigingsbesluit mandaatregeling vanwege wijzigingen in de interne organisatie en ondermandatering door de directeur

22-06-2016

Publicatieblad van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid 2017, nr. 321

Nvt
01-07-201627-07-2016Nvt

23-06-2016

Publicatieblad van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid 2016, nr. 329

Nvt

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het dagelijks bestuur en de voorzitter van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid houdende de verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan de directeur Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

Mandaatregeling van het dagelijks bestuur en de voorzitter aan de directeur Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

 

Besluit van het dagelijks bestuur en de voorzitter van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid houdende de verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan de directeur Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

 

Het dagelijks bestuur en de voorzitter van het openbaar lichaam Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft,

 

Gelet op

- afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

- artikel 57b van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

- de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid;

- de Regeling ambtelijke organisatie Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid;

 

Besluiten

 

vast te stellen:

 

Mandaatregeling van het dagelijks bestuur en de voorzitter aan de directeur Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

 

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. ambtelijke organisatie: de ambtelijke organisatie van de Omgevingsdienst;

b. CAR-UWO: de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en de Uitwerkingsovereenkomst (CAR-UWO);

c. dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst;

d. directeur: de directeur van de Omgevingsdienst, bedoeld in artikel 23 van de regeling;

e. Omgevingsdienst: de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid, bedoeld in artikel 2 van de regeling;

f. Organisatieregeling: de Regeling ambtelijke organisatie Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid;

g. regeling: de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid;

h. voorzitter: de voorzitter van de Omgevingsdienst, bedoeld in artikel 21 van de regeling;

i. Wet: de Wet gemeenschappelijke regelingen.

 

Artikel 2 Mandaat

 

1. Aan de directeur wordt in mandaat opgedragen de bevoegdheid tot:

a. het uitoefenen van de bevoegdheden voortvloeiend uit de CAR-UWO en uit overige op het personeel van de Omgevingsdienst van toepassing zijnde regelingen, met inbegrip van het aanstellen, schorsen en ontslaan van functionarissen van de ambtelijke organisatie, onverminderd het bepaalde in artikel 24 van de regeling. Indien een besluit in ondermandaat is genomen door een unitmanager is de directeur bevoegd tot het nemen van besluiten op bezwaarschriften op grond van de Algemene wet bestuursrecht;

b. het leidinggeven aan en aansturen van de functionarissen van de ambtelijke organisatie;

c. het beslissen tot privaatrechtelijke rechtshandelingen, onverminderd het bepaalde in artikel 57b van de Wet;

d. het vertegenwoordigen van de Omgevingsdienst in en buiten rechte, voor zover het het verrichten van privaatrechtelijke en andere rechtshandelingen betreft, waartoe door of namens het dagelijks bestuur is besloten.

e. het uitoefenen van de bevoegdheden voortvloeiend uit de Algemene Verordening Gegevensbescherming en de daarmee samenhangende wet- en regelgeving, waaronder in elk geval de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming en krachtens die wet gestelde regels, voor zover deze bevoegdheden betrekking hebben op het nemen van besluiten op een verzoek als bedoeld in de artikelen 15 tot en met 22 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Indien een besluit in ondermandaat is genomen door een unitmanager is de directeur bevoegd tot het nemen van besluiten op bezwaarschriften op grond van de Algemene wet bestuursrecht.

2. De directeur besluit slechts tot het aanstellen, schorsen en ontslaan van de adjunct-directeuren, bedoeld in artikel 1 onder a en b van de organisatieregeling, nadat het dagelijks bestuur in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen naar voren te brengen over een voorgenomen besluit.

3. In afwijking van het tweede lid, onder a, strekt het mandaat niet tot aanstelling van de controller van de Omgevingsdienst, bedoeld in artikel 5 van de organisatieregeling, met dien verstande dat de directeur slechts een voordracht doet voor aanstelling van de controller door het dagelijks bestuur.

4. Onder functionarissen van de ambtelijke organisatie als bedoeld in dit besluit worden mede die functionarissen verstaan met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is aangegaan.

 

Artikel 3 Volmacht en Machtiging

 

Voor de toepassing van dit besluit wordt met mandaat gelijkgesteld de verlening van volmacht om namens de Omgevingsdienst privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten en machtiging om namens de Omgevingsdienst handelingen te verrichten die een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

 

Artikel 4 Ondermandaat

 

1. De directeur kan de bevoegdheden, genoemd in artikel 2, eerste lid, in ondermandaat verlenen aan functionarissen in dienst van de Omgevingsdienst en, voorzover het betreft de bevoegdheden als genoemd in artikel 2, eerste lid onder d, aan externen.

2. De directeur gaat niet over tot het opdragen in ondermandaat dan na verkregen toestemming van het dagelijks bestuur onderscheidenlijk de voorzitter.

 

Artikel 5 Kaders mandaat

 

1. De uitoefening van bevoegdheden in mandaat, verleend bij of krachtens dit besluit, geschiedt met inachtneming van de ter zake geldende instructies per geval of in algemene zin van het dagelijks bestuur onderscheidenlijk de voorzitter.

2. De uitoefening van bevoegdheden in mandaat, verleend bij of krachtens dit besluit, geschiedt met inachtneming van de door het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst vastgestelde begroting en voor zover in die begroting voor de betreffende rechtshandeling financiële middelen zijn opgenomen en deze niet zijn uitgeput.

 

Artikel 6 Informatieplicht

 

1. De directeur verschaft het dagelijks bestuur onderscheidenlijk de voorzitter gevraagd of ongevraagd informatie over de uitvoering van de aan hem opgedragen taken.

2. De directeur informeert het dagelijks bestuur onderscheidenlijk de voorzitter bij zwaarwegende omstandigheden en gebeurtenissen die betrekking hebben op de gemandateerde bevoegdheden.

 

Artikel 7 Ondertekening

 

1. Indien een besluit wordt genomen op grond van het bepaalde in artikel 2, eerste lid, onder a, b of c, luidt de ondertekening:

Het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

Namens deze:

De directeur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

Gevolgd door de handtekening en naam van de functionaris of gevolgd door een ondertekening door middel van naam-functieaanduiding en een automatisch gegenereerde disclaimer

2. Indien een besluit wordt genomen op grond van het bepaalde in artikel 2, eerste lid, onder d, luidt de ondertekening:

De voorzitter van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

Namens deze:

De directeur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

Gevolgd door de handtekening en naam van de functionaris of gevolgd door een ondertekening door middel van naam-functieaanduiding en een automatisch gegenereerde disclaimer

 

Artikel 8 Citeertitel

 

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatregeling van het dagelijks bestuur en de voorzitter aan de directeur Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid.

 

Artikel 9 Slotbepalingen

 

1. De Mandaatregeling van het dagelijks bestuur en de voorzitter aan de directeur Omgevingsdienst ZHZ van 14 november 2012 (Provinciaal Blad 2012, 180), zoals gewijzigd bij besluit van het dagelijks bestuur en de voorzitter van 18 februari 2016 (publicatieblad van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid 2016, nr. 110) wordt ingetrokken met ingang van de dag waarop dit besluit in werking treedt.

2. Dit besluit wordt bekendgemaakt in het publicatieblad van de gemeenschappelijke regeling en treedt in werking op de dag volgend op de dag van bekendmaking.

 

Artikel 10 Overgangsbepaling

 

1. Artikel 9 van de organisatieregeling is van toepassing op de ambtelijke organisatie als bedoeld in artikel 1, onder a, juncto artikel 2, eerste lid onder b, van dit besluit.

2. Artikel 2, tweede lid, van de Mandaatregeling van het dagelijks bestuur en de voorzitter aan de directeur Omgevingsdienst ZHZ van 14 november 2012 (Provinciaal Blad 2012, nr. 180) blijft van toepassing tot de in artikel 9 van de organisatieregeling genoemde of door de directeur vastgestelde datum.

 

Aldus besloten door het dagelijks bestuur en de voorzitter van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid op 23 juni 2016.

 

De directeur,

Mr. R. Visser

 

De Voorzitter,

mr. R.A. Janssen

 

 

De Voorzitter,

Mr. R.A. Janssen