Organisatie | Westland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Overig besluit van algemene strekking van de gemeenteraad van de gemeente Westland houdende regels van orde voor de raad Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad Gemeente Westland 2016 |
Citeertitel | Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad Gemeente Westland 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Toelichting |
Deze regeling vervangt het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Westland 2013.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-08-2016 | 29-09-2017 | nieuwe regeling | 28-06-2016 | . |
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
fractievoorzittersoverleg: een door de raad (op grond van artikel 83 van de Gemeentewet) ingestelde commissie voor belangwekkende, vertrouwelijke zaken die niet behoren tot de reguliere taken van het presidium of werkgeverscommissie of andere overlegvormengriffier: griffier van de raad of diens plaatsvervanger;
Artikel 4. Het fractievoorzittersoverleg
De gemeenteraad kent een fractievoorzittersoverleg.
Artikel 6. Onderzoek geloofsbrieven en beëdiging raadsleden
De commissie onderzoekt de geloofsbrieven en de daarop betrekking hebbende stukken van de nieuw benoemde raadsleden en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de toelating van de nieuw benoemde raadsleden tot de raad. Indien van toepassing, wordt van een minderheidsstandpunt melding gemaakt in dit advies.
Artikel 7. Benoeming wethouders
Bij de benoeming van een wethouder stelt de raad een commissie in bestaande uit drie raadsleden. De commissie onderzoekt of benoeming van de kandidaat voldoet aan de vereisten van de artikelen 36a, 36b, 41b, eerste, derde en vierde lid, en 41c, eerste lid, van de Gemeentewet en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de benoeming tot wethouder.
Hoofdstuk 2. Raadsvergaderingen
Artikel 11. Ter inzage leggen van stukken
Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op een voorlopige agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep op het gemeentehuis ter inzage gelegd. Als na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en zo mogelijk door middel van openbare kennisgeving.
Artikel 12. Openbare kennisgeving
Raadsvergaderingen worden ten openbare kennis gebracht door aankondiging in tenminste één dag-, of huis-aan-huis blad, of via de sociale media en op de website van de gemeente Westland.
Artikel 13. Vergaderfrequentie
De vergaderingen van de raad vinden plaats zoals gepland in het jaarlijks door het presidium vast te stellen vergaderschema op één avond en beginnen om 19.00 uur en eindigen om 23.00 uur met een maximale uitloop tot 23.30 uur op dezelfde avond. Zij worden gehouden in de raadzaal van het gemeentehuis.
De raad kan aan de secretaris, of bij afwezigheid diens plaatsvervanger, een doorlopende uitnodiging verlenen om bij iedere vergadering aanwezig te zijn.
Artikel 19. Deelname aan de beraadslaging door anderen
Onverminderd artikel 21 van de Gemeentewet kan de raad op enig moment besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.
Artikel 20. Spreekrecht burgers
De tekst van de inspreker wordt zoveel mogelijk schriftelijk en zo snel als mogelijk ter kennis gebracht van de raad. Hierover wordt vooraf door de griffie met de insprekers overlegd. Dit geldt ook voor de inspreker die wegens overschrijding van het aantal insprekers niet aan het woord is gekomen. De niet uitgesproken bijdrage wordt zoveel als mogelijk als schriftelijke bijdrage ter hand gesteld aan de raad.
Artikel 21. Voorstellen van orde
Raadsleden kunnen tijdens een raadsvergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raad beslist hier terstond over.
Artikel 22. Storen in rede/afwijken van onderwerp
Behoudens interrupties mag een spreker niet in zijn rede worden gestoord. De voorzitter beslist over het toelaten van interrupties. De voorzitter kan een spreker dwingend verzoeken niet af te wijken van het onderwerp.
Artikel 23. Belediging en ordeverstoring
Wanneer een spreker voortgaat met het bezigen van beledigende of ongepaste uitdrukkingen of het verstoren van de orde, ontneemt de voorzitter hem het woord. De spreker mag over dit onderwerp niet langer het woord voeren of aan de behandeling van het onderwerp deelnemen. Hiertegen is geen beroep bij de raad mogelijk.
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, kunnen raadsleden hun voorgenomen stemgedrag kort toelichten.
Artikel 27. Stemming; procedure hoofdelijke stemming
Alvorens tot een stemming over te gaan nemen de leden van de raad hun plaats in de vergaderzaal in. De voorzitter stelt vast of het aantal leden in de vergaderzaal overeenstemt met het aantal leden dat de presentielijst getekend heeft. Een lid dat de presentielijst bij aankomst in de vergaderzaal niet heeft getekend, wordt in de gelegenheid gesteld deze te tekenen alvorens de stemming een aanvang neemt. Het niet tekenen van de presentielijst heft de wettelijke plicht tot deelname aan de stemming op de grond van artikel 32 lid 2 van de Gemeentewet niet op.
Een raadslid dat zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, kan deze vergissing herstellen totdat het volgende raadslid heeft gestemd. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas later, dan kan deze nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt aantekening vragen van zijn vergissing. Dit brengt geen verandering in de uitslag van de stemming.
Artikel 29. Stemming over personen
Aan de leden van de raad worden stembriefjes ter beschikking gesteld waarop de namen van de aanbevolen of voorgedragen personen vermeld staan. Bij een aanbeveling hebben de leden van de raad de vrijheid op een persoon te stemmen die niet op het stembriefje voorkomt. In dat geval vermelden zij de naam van die persoon op het stembriefje. Bij een voordracht bestaat die mogelijkheid niet. De leden van de raad hebben dan de mogelijkheid om tegen een voorgedragen persoon te stemmen.
Paragraaf 4. Verslaglegging; ingekomen stukken
Artikel 30. Verslag en besluitenlijst
Een verslag bevat in ieder geval:
een overzicht van het verloop van elke stemming, met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de raadsleden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de raadsleden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemming hebben onthouden of zich bij het uitbrengen van hun stem hebben vergist;
Paragraaf 5. Besloten raadsvergaderingen
Artikel 32. Toepassing reglement op besloten vergaderingen
Op besloten raadsvergaderingen is dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.
Artikel 34. Opheffing geheimhouding
Als de raad op grond van de artikelen 25, derde en vierde lid, 55, tweede en derde lid, of 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, als het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten raadsvergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
Hoofdstuk 3. Bevoegdheden, instrumenten raadsleden
Artikel 39. Initiatiefvoorstel
In beginsel vinden de inhoudelijke beraadslagingen over het voorstel plaats in de hiernavolgende vergadering van de raad, nadat het in een of meerdere raadscommissies voorbereidend is behandeld, indien de raad dit noodzakelijk acht. Het college en het presidium worden – tenzij de raad anders beslist – in de gelegenheid gesteld een advies of reactie uit te brengen.
Als het verzoek ten minste 48 uur voor aanvang van een raadsvergadering is ingediend of in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, wordt de interpellatie in de desbetreffende raadsvergadering geagendeerd. In andere gevallen wordt de interpellatie geagendeerd voor de daaropvolgende raadsvergadering. De raad beslist over de plaats op de agenda op voorstel van de voorzitter.
Bij de beraadslaging krijgt de interpellant als eerste het woord voor het houden van de interpellatie. Hierna antwoordt het college of het presidium in eerste termijn. De interpellant reageert op het antwoord in tweede termijn, waarna de overige raadsleden eveneens kunnen reageren, inclusief de leden van de fractie waar de interpellant deel van uitmaakt. Vervolgens reageert het college of presidium waarna de tweede termijn is gesloten.
Artikel 42. Schriftelijke vragen
Behoudens het bepaalde in het vierde lid worden uiterlijk binnen vier weken de vragen met de toelichting en het antwoord aan de raad toegezonden. Kan deze termijn niet worden aangehouden dan deelt het college dan wel de burgemeester zulks schriftelijk en beargumenteerd aan de raad mede en volgt het antwoord binnen een door het college of de burgemeester nader aangegeven termijn. Zo nodig geeft het college of de burgemeester elke maand schriftelijk de oorzaak van de vertraging aan en binnen welke termijn de beantwoording wel verwacht kan worden.
De vragen zijn uiterlijk 48 uur voorafgaande aan de vergadering door tussenkomst van de griffier bij de voorzitter bij voorkeur schriftelijk ingediend. Zij zijn kort en duidelijke geformuleerd en blijven beperkt tot drie concrete vragen. De griffier brengt deze vragen direct ter kennis van de raadsleden.
In gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de raad op voorstel van de voorzitter.