Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

Besluit van het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid houdende de vaststelling van regels omtrent de inrichting van de ambtelijke organisatie van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOmgevingsdienst Zuid-Holland Zuid
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingBesluit van het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid houdende de vaststelling van regels omtrent de inrichting van de ambtelijke organisatie van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid
CiteertitelRegeling ambtelijke organisatie Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

In deze geconsolideerde versie is tevens het wijzigingsbesluit van 13 juni 2019 (blad gemeenschappelijke regeling nr. 531) verwerkt.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 57b van de Wet gemeenschappelijke regelingen

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Nvt

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-09-202201-04-2022Gewijzigde regeling

15-09-2022

bgr-2022-1014

25-06-201620-09-2022Interne organisatiewijziging

23-06-2016

Publicatieblad van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid 2016, nr. 314

Nvt

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid houdende de vaststelling van regels omtrent de inrichting van de ambtelijke organisatie van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

Regeling ambtelijke organisatie Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

Besluit van het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid houdende de vaststelling van regels omtrent de inrichting van de ambtelijke organisatie van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

 

Het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid,

 

Gelet op

- artikel 57b van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

 

Besluit

de Regeling ambtelijke organisatie Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid als volgt vast te stellen.

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. algemeen bestuur: het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst;

b. concerncontroller: de concerncontroller van de Omgevingsdienst, bedoeld in artikel 5;

c. dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst;

d. directeur: de directeur van de Omgevingsdienst, bedoeld in artikel 23 van de regeling;

e. directieteam: het directieteam van de Omgevingsdienst, bedoeld in artikel 2;

f. deelnemers: de deelnemers als bedoeld in artikel 1, onder e, van de regeling;

g. gemeenschappelijke regeling: de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid;

h. Omgevingsdienst: de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid, bedoeld in artikel 2 van de gemeenschappelijke regeling;

i. units: de units als bedoeld in artikel 6.

 

Artikel 2 Hoofdstructuur

 

1. De ambtelijke organisatie bestaat uit het directieteam, de units en de Stafeenheid Control.

2. Het directieteam bestaat uit de directeur en de adjunct-directeur.

3. De directeur oefent de bevoegdheid tot het aanstellen, schorsen en ontslaan van de adjunct-directeur niet uit dan nadat het dagelijks bestuur in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen naar voren te brengen over een voorgenomen besluit.

4. De taken en processen op het gebied van het primaire proces en de bedrijfsvoering zijn georganiseerd in units. Elke unit wordt aangestuurd door een unitmanager.

5. De taken en processen op het gebied van financial control, waaronder het uitvoeren van werkzaamheden in het kader van de verbijzonderde interne controle, zijn georganiseerd in de Stafeenheid Control. De concerncontroller als bedoeld in artikel 5 is werkzaam bij deze stafeenheid. De operationele aansturing vanuit de directie geschiedt door de adjunct-directeur.

 

Hoofdstuk 2 Structuur, taken en functies van de onderdelen van de ambtelijke organisatie

 

Artikel 3 Taken en bevoegdheden van de directeur

 

1. De ambtelijke organisatie staat onder leiding van de directeur. De directeur is eindverantwoordelijk voor het functioneren van de organisatie.

2. De directeur heeft de taken en bevoegdheden genoemd in de gemeenschappelijke regeling, en in het bijzonder in artikel 23 van de regeling. De directeur heeft in elk geval de volgende taken:

a. leidinggeven aan de ambtelijke organisatie;

b. zorg dragen voor de inhoudelijke kwaliteit van de taakuitvoering en de dienstverlening;

c. besluiten over de inzet van en het beheren van middelen;

d. bijstaan en adviseren van het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter bij de uitoefening van hun taken;

e. bewaken van de eenduidigheid in het functioneren van de Omgevingsdienst als geheel en het borgen van de verbinding met de deelnemers.

3. Op grond van artikel 23 van de gemeenschappelijke regeling regelt het dagelijks bestuur de vervanging van de directeur en stelt het in een instructie nadere regels over de taak en bevoegdheid van de directeur.

4. De directeur wordt bijgestaan door de adjunct-directeur en de concerncontroller.

5. De directeur is bestuurder als bedoeld in de Wet op de ondernemingsraden voor de Omgevingsdienst als geheel en overlegt met de ondernemingsraad.

 

Artikel 4 Het directieteam

 

1. Het directieteam is als collectief verantwoordelijk voor de strategische agenda, de generieke kaderstelling en de sturing op de totaalopgave van de Omgevingsdienst voor het primaire proces en de bedrijfsvoering.

2. Het directieteam regelt de indeling van en de werkzaamheden binnen de units en brengt deze ter kennis aan het dagelijks bestuur.

3. Het directieteam maakt onderling afspraken over het verdelen van rollen en taken en brengt deze ter kennis aan het dagelijks bestuur. In elk geval worden afspraken gemaakt over de verdeling ten aanzien van de aansturing van de units.

 

Artikel 5 De conerncontroller

 

1. Het dagelijks bestuur benoemt, schorst en ontslaat de concerncontroller. Alvorens het dagelijks bestuur tot benoeming overgaat, stelt het de directeur in de gelegenheid een advies te geven.

2. De concerncontroller heeft in elk geval de volgende taken:

a. coördineren van de eenheid van beleid en de naleving van kaders en richtlijnen op het terrein van de bedrijfsvoering en het beheer;

b. zorgdragen voor het uitoefenen van de controlfunctie;

c. zorgdragen voor het toezicht op de rechtmatigheid en doelmatigheid van de aanwending van financiële middelen en de besluitvorming;

d. zorgdragen voor risicomanagement en kwaliteitszorg van financiële aard;

e. melden aan de directeur van onrechtmatigheden, niet gemelde risico’s, of andere onvolkomenheden, zo hij deze bij zijn werkzaamheden signaleert;

f. indien van toepassing, het vragen van inlichtingen aan de unitmanagers en aan de leden van het directieteam;

g. ondersteuning aan de auditcommissie van de Omgevingsdienst.

3. In aanvulling op het tweede lid stelt het dagelijks bestuur de overige taken van de concerncontroller vast.

4. Indien de concerncontroller en de directeur een verschil van mening hebben over een kwestie als bedoeld in het vorige lid, onder d en e, doet de concerncontroller hiervan, na overleg met de directeur, mededeling aan het dagelijks bestuur.

5. Bij afwezigheid van meer dan twee opeenvolgende werkdagen van de concerncontroller kan de directeur een plaatsvervanger aanwijzen. Aanwijzing van een plaatsvervanger geschiedt schriftelijk.

 

Artikel 6 De units

 

1. De units gelden als de hoogste organieke onderdelen van de Omgevingsdienst.

2. Bij de indeling van de units is sprake van een logische ordening van processen en worden de kwaliteitseisen inzake vergunningverlening, toezicht en handhaving op het gebied van functiescheiding in acht genomen.

3. Bij afwezigheid van meer dan twee opeenvolgende werkdagen van een unitmanager treedt een van de andere unitmanagers op als plaatsvervanger.

 

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

 

Artikel 7 Citeertitel

 

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling ambtelijke organisatie Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid.

 

Artikel 8 Bekendmaking en inwerkingtreding

 

1. De Organisatieverordening Omgevingsdienst ZHZ van 7 februari 2014 (Provinciaal Blad 2014, nr. 56) komt te vervallen met ingang van de dag waarop deze regeling in werking treedt.

2. Deze regeling wordt bekendgemaakt in het publicatieblad van de gemeenschappelijke regeling en treedt in werking op de dag volgend op de dag van bekendmaking.

 

Aldus vastgesteld door het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid op 23 juni 2016.

 

De directeur,

Mr. R. Visser

 

De voorzitter,

Mr. R.A. Janssen