Organisatie | Berg en Dal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Erfgoedverordening Groesbeek 2010 |
Citeertitel | Erfgoedverordening Groesbeek 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | erfgoed |
De verordening is in overeenstemming met de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2010 | 15-01-2015 | nieuwe regeling | 02-09-2010 Groesbeeks Weekblad, 21-09-2010 | VR/VH/RVS/20100005 |
De raad der gemeente Groesbeek;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 augustus 2010;
overwegende dat de vigerende Monumentenverordening Groesbeek 2006 niet in overeenstemming
is met de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
dat alle verordeningen in overeenstemming moeten zijn met de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht,
Hoofdstuk 2 Aanwijzing gemeentelijke monumenten
Artikel 2 Het gebruik van het monument
Bij de toepassing van deze verordening wordt rekening gehouden met het gebruik van het monument.
Met ingang van de datum waarop de eigenaar van een monument de kennisgeving van het voornemen tot aanwijzing als gemeentelijk monument ontvangt tot het moment dat de aanwijzing en registratie als bedoeld in artikel 7 plaatsvindt, dan wel vaststaat dat het monument niet wordt geregistreerd, zijn de artikelen 10 tot en met 14 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 6 Mededeling aanwijzingsbesluit
De aanwijzing als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt medegedeeld aan degenen die als zakelijk gerechtigden in de kadastrale legger bekend staan.
Hoofdstuk 3 Instandhouding van gemeentelijke monumentale zaken
Artikel 10 Instandhoudingbepaling
Het bevoegd gezag verleent, met betrekking tot een monument met een religieuze bestemming, geen vergunning als bedoeld in het tweede lid, dan in overeenstemming met de eigenaar indien en voor zover het een vergunning betreft, waarbij wezenlijke belangen van de godsdienstuitoefening in het monument in het geding zijn.
Artikel 11 De schriftelijke aanvraag
Een aanvraag als bedoeld in artikel 4.2. Besluit omgevingsrecht voor een vergunning als bedoeld in artikel 10 en de daarbij te overleggen gegevens en bescheiden worden in tweevoud ingediend.
De vergunning kan slechts worden verleend indien het belang van de monumentenzorg zich daartegen niet verzet. Bij de beslissing houdt het bevoegd gezag rekening met het gebruik van het monument.
Hoofdstuk 5 Instandhouding van archeologische terreinen
Artikel 16 Instandhoudingbepaling
Het verbod in lid 1 is niet van toepassing indien;
* in een gebied met lage archeologische verwachtingswaarde, of;
* in een gebied met een middelhoge archeologische verwachtingswaarde en het te verstoren gebied kleiner is dan 100 m2 onverstoorde grond, of;
* in een gebied met hoge archeologische verwachtingswaarde en het te verstoren gebied kleiner is dan 100 m2 onverstoorde grond.
een rapport is overgelegd waarin de archeologische waarde van het te verstoren terrein naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:
* het behoud van de archeologische waarden in voldoende mate kan worden geborgd; of
* de archeologische waarden door de verstoring niet onevenredig worden geschaad; of
Hoofdstuk 6 Overige bepalingen
Artikel 19. Tegemoetkoming in schade
Indien en voor zover blijkt dat een belanghebbende schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven, kent het bevoegd gezag hem op zijn aanvraag een naar billijkheid te bepalen tegemoetkoming toe, indien de schade in relatie staat tot:
Degene, die handelt in strijd met het derde lid van artikel 10 en artikel 16 met uitzondering van het bepaalde in het tweede lid, onder e, van deze verordening, wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of een hechtenis van ten hoogste drie maanden.