Organisatie | Omgevingsdienst Rivierenland |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Mandaatregeling van het Algemeen bestuur, Dagelijks bestuur en de voorzitter aan de directeur van de Omgevingsdienst Rivierenland 2016 |
Citeertitel | Regeling houdende de verlening van Mandaat en volmacht aan de directeur van de Omgevingsdienst Rivierenland 2016 |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
De regeling is vastgesteld door het algemeen bestuur, dagelijks bestuur en de voorzitter
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-07-2016 | Nieuwe regeling | 27-06-2016 BGR | 2016/385 |
Mandaatregeling van het Algemeen bestuur, Dagelijks bestuur en de voorzitter aan dedirecteur van de Omgevingsdienst Rivierenland 2016
Het Algemeen Bestuur, Dagelijks Bestuur en de voorzitter van de Omgevingsdienst Rivierenland
ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft,
Afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);
Wet gemeenschappelijke regeling;
‘De regeling houdende de verlening van Mandaat en volmacht aan de directeur van de Omgevingsdienst Rivierenland’
In dit besluit wordt verstaan onder:
c dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst;
in artikel 3 van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Rivierenland;
Bij de uitoefening van de bevoegdheden in mandaat wordt het daaromtrent gestelde bij of krachtens
wetten, verordeningen, regelingen, besluiten, aanwijzingen en richtlijnen, hoe ook genaamd, van
Europese, rijks, provinciale en gemeentelijke wetgevers of andere bestuursorganen in acht genomen.
Artikel 3a Mandaat van het Algemeen Bestuur
Aan de directeur wordt mandaat verleend door het Algemeen Bestuur voor de bevoegdheid tot:
a.het nemen van besluiten op bezwaar, beroep en hoger beroep en eventuele voorlopige voorzieningzaken, inzake verzoeken om toepassing van de Wet openbaarheid van bestuur voor zover het zijn autonome bevoegdheden betreft.
Artikel 3c Mandaat van de voorzitter
Aan de directeur wordt mandaat verleend door de voorzitter voor de bevoegdheid tot:
Artikel 4 Reikwijdte mandaat, volmacht- of machtigingsverstrekking
Indien het algemeen bestuur, dagelijks bestuur of de voorzitter mandaat, volmacht of machtiging verleent ten aanzien van de uitvoering van een bevoegdheid, geschiedt deze verlening in de ruimste zin des woords voor zover direct te maken hebbend met de opgedragen taken en onverminderd het bepaalde in artikel 2.
met inachtneming van de ter zake schriftelijk vastgelegde instructies per geval of in algemene zin van het algemeen bestuur, dagelijks bestuur dan wel de voorzitter overeenkomstig het mandaatregister.
3.Waar volmacht is verleend tot het besluiten en verrichten van een privaatrechtelijke
rechtshandeling aan een gevolmachtigde wordt daarmee ook de bevoegdheid verleend tot bewaking van uitvoering van die rechtshandeling, waartoe worden gerekend ingebrekestelling, ontbinding, vorderen van nakoming, opzegging van een overeenkomst en alle andere besluiten, die hiermee verband (kunnen) houden, met uitzondering van de beslissing tot het voeren van een rechtsgeding.
Artikel 5 Kaders uitoefening bevoegdheden
Een in mandaat te nemen besluit mag niet worden genomen indien:
zwaarwegende omstandigheden en gebeurtenissen die betrekking hebben op de gemandateerde bevoegdheden.
Artikel 7 Volmacht en machtiging
Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt, voor zover van
toepassing, met mandaat gelijkgesteld:
In de ondertekening dient tot uitdrukking te worden gebracht dat het besluit is genomen krachtens
mandaat of volmacht. Hierbij wordt de volgende formulering aangehouden:
“Het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst Rivierenland.
De directeur van de Omgevingsdienst Rivierenland,
gevolgd door de handtekening, functie en naam van de gemandateerde, gevolmachtigde of gemachtigde.
“Het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Rivierenland,
De directeur van de Omgevingsdienst Rivierenland,
gevolgd door de handtekening, functie en naam van de gemandateerde, gevolmachtigde of gemachtigde.
“De voorzitter van de Omgevingsdienst Rivierenland, namens deze:”
De directeur van de Omgevingsdienst Rivierenland,
gevolgd door de handtekening, functie en naam van de gemandateerde, gevolmachtigde of gemachtigde.