Organisatie | IJsselstein |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening bestuurscommissie van het stadsmuseum te IJsselstein |
Citeertitel | Verordening bestuurscommissie van het stadsmuseum te IJsselstein |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Datum inwerkingtreding bij benadering
Gemeentewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-05-1996 | 01-01-2012 | Nieuwe regeling | 07-12-1995 Zenderstreeknieuws, januari 1996 | raadsstuk 9507208 |
Deze verordening verstaat onder:
a.de bestuurscommissie: de commissie die door de gemeenteraad is belast met het bestuur en
het beheer van het stadsmuseum te IJsselstein;
die daartoe leiden, zulks volgens de richtlijnen die de bestuurscommissie daartoe
d.de beheerder: functionaris, in dienst van het gemeentebestuur van IJsselstein, die onder
het gezag van het bestuur beheerstaken verricht ten behoeve van het stadsmuseum.
De bestuurscommissie bestaat uit minimaal zeven, doch maximaal negen stemhebbende leden, die
en wethouders van IJsselstein benoemd door de gemeenteraad;
1.De zittingsperiode van de leden van de bestuurscommissie bedraagt vier jaar en begint bij
de aanvang van de zittingsperiode van de gemeenteraad.
2.De zittingsperiode van de eerste leden van de bestuurscommissie eindigt bij de aanvang van
de eerstkomende nieuwe zittingsperiode van de gemeenteraad na de datum van inwerkingtreding
1.Het lidmaatschap van de bestuurscommissie voor de leden, niet zijnde het raadslid, is onverenigbaar
a.de functie van ambtenaar, door of vanwege het gemeentebestuur IJsselstein aangesteld
of daaraan ondergeschikt, met uitzondering van hen die als onderwijsgevenden
werkzaam zijn bij het openbaar basisonderwijs te IJsselstein;
b.de betrekking als adviseur/consulent voor stadsmuseumbeleid binnen de provinciegrenzen
2.Met ambtenaar, bedoeld onder a. in het vorige lid, worden voor de toepassing van dit artikel
gelijkgesteld zij, die in dienst der gemeente op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht
3.Een lid van de bestuurscommissie dat een met het lidmaatschap onverenigbare betrekking
vervult, houdt op lid van de bestuurscommissie te zijn.
4.De leden van de bestuurscommissie mogen middellijk noch onmiddellijk deelnemen aan leveringen
het einde van de zittingsduur van degene in wiens plaats hij is benoemd.
4.De bij het einde van de zittingsduur aftredende leden zijn terstond opnieuw benoembaar. Zij
blijven in functie, totdat hun opvolgers hun benoeming hebben aanvaard.
De bestuurscommissie vergadert tenminste zesmaal per jaar en voorts zo dikwijls als door de voorzitter
nodig wordt geoordeeld, of door tenminste twee leden schriftelijk en met opgaaf van redenen
De vergaderingen van de bestuurscommissie worden belegd door de voorzitter, die zorgt dat ieder
lid, spoedeisende gevallen uitgezonderd, tenminste vijfmaal 24 uur voor het houden van de vergadering
schriftelijk wordt opgeroepen. De agenda wordt door de voorzitter, secretaris en penningmeester
gezamenlijk vastgesteld dan wel, indien het een vergadering betreft, bijeengeroepen door
tenminste twee leden van de bestuurscommissie, door middel van vermelding van de door hen opgegeven
of wanneer de voorzitter dit nodig acht.
3.De bestuurscommissie besluit vervolgens of besloten wordt vergaderd. Dit besluit wordt
rechtsgeldig genomen met een meerderheid van tweederde van het aantal uitgebrachte
stemmen, ongeacht het aanwezige aantal leden.
4.Verslagen van bestuurscommissievergaderingen worden binnen veertien dagen aan de gemeenteraad
5.De bestuurscommissie kan besluiten nemen in vergaderingen waarbij tenminste tweederde
van het werkelijk aantal zitting hebbende leden aanwezig is. Wanneer er geen sprake is van
het vereiste quorum kan door de voorzitter een nieuwe vergadering belegd worden, welke
binnen veertien dagen wordt gehouden. Alsdan kan besluitvorming plaatsvinden ongeacht
6.Met uitzondering van besluiten waarvoor op grond van het gestelde in deze verordening anders
is bepaald, kunnen besluiten genomen worden met gewone meerderheid van stemmen.
1.De voorzitter en secretaris van de bestuurscommissie tekenen tezamen alle stukken die van
2.De bestuurscommissie kan bepalen dat door haar aan te wijzen stukken alleen door de secretaris
3.De voorzitter en de secretaris vertegenwoordigen de bestuurscommissie naar buiten.
Voor zover deze verordening daarin niet voorziet, gelden met betrekking tot de werkwijze van de bestuurscommissie
en de orde van de vergaderingen, alsmede de voorbereiding, de uitvoering, de
openbaarmaking van de besluiten en de geheimhouding de regels voor overeenkomstige gevallen
gegeven in de Gemeentewet en in het Reglement van orde voor vergaderingen van de gemeenteraad.
1.Burgemeester en wethouders stellen de taakomschrijving, de omvang van de functie en de
bezoldiging van de beheerder vast, gehoord de bestuurscommissie.
2.Aan de bestuurscommissie wordt overgedragen de bevoegdheid tot het opdragen van taken
aan de beheerder. De bestuurscommissie zal hiervoor in een afzonderlijke regeling nadere
3.Benoeming, schorsing en ontslag van de beheerder behoren tot de bevoegdheid van burgemeester
en wethouders van IJsselstein, de bestuurscommissie hiervoor gehoord hebbende.
1.Aan de bestuurscommissie wordt overgedragen de zorg voor het dagelijks onderhoud van het
stadsmuseum en de zich daarin bevindende goederen en inventaris.
2.Het groot onderhoud van het stadsmuseum wordt uitgevoerd door de gemeente IJsselstein
in overleg met de bestuurscommissie.
3.Burgemeester en wethouders zien toe op de staat van onderhoud waarin het stadsmuseum
zich bevindt en treffen, zo nodig ter zake passende maatregelen.
4.De bestuurscommissie is niet bevoegd tot het verhuren of anderszins ter beschikking stellen
van ruimten behorende tot het stadsmuseum, tenzij voor activiteiten die rechtstreeks passen
Aan de bestuurscommissie wordt de inhoudelijke ontwikkeling van de museale taken en het beleid
Ter nadere uitwerking van het financieel beheer van het stadsmuseum, waaronder de bevoegdheden
van de bestuurscommissie ter zake, zal een afzonderlijke regeling door de gemeenteraad worden
Burgemeester en wethouders plegen ten aanzien van al haar besluiten en voorstellen aan de gemeenteraad
welke betrekking hebben op het stadsmuseum tevoren overleg met de bestuurscommissie.
1.Besluiten van de bestuurscommissie die rechtsgevolg hebben, worden aan burgemeester en
wethouders en de gemeenteraad ter inzage gezonden, uiterlijk binnen vijf dagen nadat het
2.Burgemeester en wethouders kunnen een besluit van de bestuurscommissie, dat naar hun
oordeel in strijd is met het belang van de gemeente, schorsen. Zij onderwerpen dat besluit
aan het oordeel van de gemeenteraad.
3.De gemeenteraad neemt een met redenen omklede beslissing, het advies van de bestuurscommissie
a.houdt deze beslissing de verklaring in dat het besluit van de bestuurscommissie
strijdig is met het belang van de gemeente, dan doen burgemeester en wethouders
daarvan onverwijld mededeling aan de bestuurscommissie. De gemeenteraad regelt
zo nodig de gevolgen van zijn beslissing. De bestuurscommissie neemt binnen een
maand een nieuw besluit met inachtneming van de beslissing van de gemeenteraad;
b.houdt de beslissing in dat het besluit niet strijdig is met het belang van de gemeente,
dan wordt daardoor de schorsing opgeheven. Burgemeester en wethouders
geven hiervan onverwijld kennis aan de bestuurscommissie.
4.Binnen drie maanden na afloop van elk kalenderjaar zendt de bestuurscommissie aan burgemeester
en wethouders toe een jaarverslag over het gevoerde beleid, beheer en bestuur van
De leden van de bestuurscommissie zijn voor de uitoefening van taken en bevoegdheden van de bestuurscommissie
ieder voor zich en tezamen verantwoording schuldig aan burgemeester en wethouders.
Burgemeester en wethouders onderwerpen de schorsing van het betrokken lid aan het oordeel van de gemeenteraad, die, na de geschorste in de gelegenheid te hebben gesteld zich voor een uit en door de gemeenteraad aan te wijzen commissie van drie leden te verdedigen, hem van zijn lidmaatschap vervallen kan verklaren.
raadslid dat is aangewezen als lid van de bestuurscommissie.
4.Indien de gemeenteraad geen aanleiding vindt het lid van zijn lidmaatschap vervallen te
verklaren, heft hij de schorsing op.
5.De van zijn lidmaatschap vervallen verklaarde is gedurende twee jaren, te rekenen vanaf de dagtekening van het raadsbesluit tot vervallenverklaring van het lidmaatschap niet tot lid
van de bestuurscommissie benoembaar.
6.Burgemeester en wethouders kunnen ingeval van schorsing van een of meer leden alle maatregelen nemen die zij in het belang van het stadsmuseum nodig achten. Zij kunnen zo nodig tijdelijk het gehele bestuur en het beheer van het stadsmuseum overnemen.
Ter nadere regeling van de werkzaamheden en werkwijze van de bestuurscommissie, stelt de bestuurscommissie
reglementen op. In ieder geval zal in afzonderlijke reglementen de verhouding tot
personeel, financieel beheer nader worden geregeld. Reglementen behoeven goedkeuring van de
1.Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van deze verordening nadere voorschriften
stellen, de bestuurscommissie gehoord hebbend.
2.Geschillen betreffende de uitvoering en toepassing van deze verordening, alsmede alle overige
gevallen waarin deze verordening voorziet, worden door burgemeester en wethouders
beslist. Binnen dertig dagen na kennisgeving van deze beslissing kunnen belanghebbenden