Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Tholen

Reglement functioneringsgesprekken en POP gesprekken gemeente Tholen 2007

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTholen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingReglement functioneringsgesprekken en POP gesprekken gemeente Tholen 2007
CiteertitelReglement functioneringsgesprekken en POP gesprekken gemeente Tholen 2007
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 17:1:1 van de CAR/UWO

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-08-200601-01-2020Onbekend

25-07-2006

Onbekend

I 5. van 25-07-2006

Tekst van de regeling

Intitulé

Reglement functioneringsgesprekken en POP gesprekken gemeente Tholen 2007

Burgemeester en wethouders van Tholen;

overwegende, dat in het kader van een modern personeelsbeleid en te voeren opleidingsbeleid gewenst is tot het voeren van functioneringsgesprekken;

dat in de CAR/UWO van de gemeente Tholen is bepaald, dat in een persoonlijk ontwikkelingsplan afspraken moeten worden vastgelegd over loopbaanontwikkeling en de vereiste kennis en vaardigheden, alsmede een in dat kader door hem te volgen opleiding en de te ondernemen activiteiten;

gelet op het advies van de Ondernemingsraad;

gelet op het bepaalde in artikel 17:1:1 van de CAR/UWO van de gemeente Tholen;

b e s l u i t e n :

  • I.

    in te trekken de bestaande 'Regeling functioneringsgesprekken' vastgesteld bij besluit van het college van 16 januari 1996;

  • II.

    per 1 januari 2007 vast te stellen het navolgende 'Reglement functioneringsgesprekken en POP gesprekken gemeente Tholen 2007'.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

Leidinggevende:

  • a.

    Het afdelingshoofd van de afdeling waarbinnen de medewerker werkzaam is.

  • b.

    De coördinator indien het een functioneringsgesprek met medewerkers van de buitendienst betreft.

  • c.

    De sectordirecteur indien het een functioneringsgesprek met een afdelingshoofd betreft.

  • d.

    De gemeentesecretaris indien het een functioneringsgesprek met een sectordirecteur betreft.

  • e.

    De burgemeester indien het een functioneringsgesprek met de griffier betreft.

Functie:

Het geheel van werkzaamheden dat krachtens wettelijk voorschrift of door of vanwege het bevoegd gezag gegeven opdracht van de medewerker wordt verlangd.

Functiebeschrijving:

Een op wezenlijke punten toegespitste schriftelijk vastgelegde informatie over de functie, opgesteld voor toepassing van de regeling functiewaardering.

Functioneringsgesprek:

Het periodiek overleg tussen medewerker en leidinggevende, waarbij het wederzijds functioneren in relatie met de taakstelling en de werksituatie centraal staat.

Persoonlijk Ontwikkelingsplan:

Een sterkte/zwakte analyse van de functie-eisen van de medewerker op basis waarvan de leidinggevende vast legt welke acties passen in de persoonlijke ontwikkeling van de medewerker.

Functie-eisen:

De voor de functie benodigde opleidingseisen, vaardigheden en bekwaamheden, blijkend uit houding en gedrag om de functie succesvol te kunnen uitoefenen.

Artikel 2 Algemene bepalingen
  • a.

    Functioneringsgesprekken worden ten minste eenmaal per twaalf maanden door de leidinggevende met iedere medewerker gehouden. De functiebeschrijving en de daarbij behorende functie-eisen dienen daarbij als uitgangspunt. Op verzoek van leidinggevende en/of medewerker kunnen binnen een periode van twaalf maanden meer gesprekken plaatsvinden.

  • b.

    Voor nieuwe medewerkers of voor medewerkers die een andere functie binnen de organisatie hebben aanvaard, geldt dat in het eerste jaar minimaal twee functioneringsgesprekken worden gehouden.

  • c.

    De medewerker en zijn leidinggevende zijn beiden verantwoordelijk voor het te voeren functioneringsgesprek, met inbegrip van de voorbereiding van het gesprek.

  • d.

    De leidinggevende en zijn medewerker dragen zorg voor de uitvoering en nakoming van de tijdens het functioneringsgesprek gemaakte afspraken.

Artikel 3 Functioneringsgesprekken
  • a.

    De functioneringsgesprekken vinden jaarlijks tussen 1 januari en 1 oktober plaats.

  • b.

    Minimaal 14 dagen voor een functioneringsgesprek stelt de leidinggevende in overleg met de medewerker datum en tijdstip van het gesprek vast. Uiterlijk één week voor de afgesproken datum stuurt de leidinggevende een uitnodiging met vermelding van de gesprekspunten van leidinggevende en medewerker.

  • c.

    De leidinggevende meldt aan personeelszaken door middel van een door het college vastgesteld formulier de datum waarop het functioneringsgesprek heeft plaatsgevonden.

  • d.

    De leidinggevende legt de resultaten van het functioneringsgesprek binnen 14 dagen nadat het functioneringsgesprek is gehouden vast op het gespreksformulier en legt dat binnen die termijn voor aan de medewerker ter ondertekening. Beide partijen ondertekenen het formulier "voor akkoord". Indien de medewerker niet kan instemmen met de weergave van de resultaten van het functioneringsgesprek, kan hij in plaats daarvan zijn versie toevoegen aan het formulier waarbij de medewerker het formulier voor gezien tekent.

  • e.

    De leidinggevende overhandigt aan de medewerker na ondertekening een kopie van het gespreksformulier.

  • f.

    Leidinggevende en medewerker bepalen in onderling overleg op welke wijze het gesprek omtrent geschilpunten wordt voortgezet.

  • g.

    De leidinggevende draagt er zorg voor, dat afspraken tussen leidinggevende en medewerker die derden aangaan onder de aandacht van die derde(n) worden gebracht.

  • h.

    Tegen een onzorgvuldige gang van zaken tijdens het functioneringsgesprek kan door de medewerker zijn bedenkingen naar voren worden gebracht bij de naasthogere leidinggevende.

Artikel 4 Persoonlijk Ontwikkelingsplan
  • a.

    De leidinggevende stelt ten minste één keer per drie jaar een Persoonlijk Ontwikkelingsplan op in overleg met de medewerker.

  • b.

    In het Persoonlijk Ontwikkelingsplan maken de leidinggevende en de medewerker afspraken over de loopbaanontwikkeling en de functie-eisen van de medewerker, alsmede een in dat kader door hem te volgen opleiding en de te ondernemen activiteiten.

  • c.

    De gesprekken en afspraken zoals bedoeld in artikel 3 kunnen hierbij als basis dienen.

  • d.

    De medewerker is verantwoordelijk voor het realiseren van de gemaakte afspraken.

Artikel 5 Overige bepalingen
  • a.

    Van de in de artikelen 3 en 4 genoemde gesprekken en afspraken in het kader van functioneringsgesprekken en een Persoonlijk Ontwikkelingsplan wordt gebruik gemaakt van een door het college vastgesteld formulier.

  • b.

    Een exemplaar van de in lid a genoemde formulieren wordt in handen gesteld van de leidinggevende en de medewerker.

  • c.

    Een kopie van de in lid a genoemde formulieren wordt ter beschikking gesteld aan de afdeling Middelen, cluster P en O ten behoeve van het personeelsdossier.

Artikel 6 Slotbepaling
  • 1.

    De gemeentesecretaris is bevoegd in daarvoor naar zijn oordeel in aanmerking komende gevallen anderen aan te wijzen die in plaats van of samen met de leidinggevende het functioneringsgesprek voeren; hij gaat tot die aanwijzing niet over dan nadat hij de betrokken leidinggevende (n) heeft gehoord.

  • 2.

    Functioneringsgesprekken kunnen achterwege blijven indien het gaat om medewerkers die slechts een zeer gering aantal uren per week in dienst zijn. De gemeentesecretaris bepaalt in welke gevallen deze bepaling toepassing kan vinden.

  • 3.

    In gevallen waarin dit reglement niet of niet in redelijkheid voorziet treft de gemeentesecretaris, na betrokkenen te hebben gehoord, een voorziening.

Sint-Maartensdijk, 25 juli 2006

Burgemeester en wethouders van Tholen,

de secretaris de burgemeester

S.Nieuwkoop W. Nuis