Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Tholen

Bezoldigingsverordening gemeente Tholen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Tholen
Officiële naam regelingBezoldigingsverordening gemeente Tholen
CiteertitelBezoldigingsverordening gemeente Tholen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 160 van de Gemeentewet/artikel 3:1, lid 1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Tholen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200501-01-200501-01-2016Onbekend

04-04-2006

Gemeenteblad

4 april 2006 sector I nr6

Tekst van de regeling

Intitulé

Bezoldigingsverordening

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Tholen;

gelet op het bepaalde in artikel 3:1, lid 1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Tholen;

gelet op het instemmingsadvies van de commissie voor Georganiseerd Overleg d.d. 25 januari 2006;

gelet op het gestelde in artikel 160 van de Gemeentewet;

b e s l u i t e n :

vast te stellen de navolgende 'Bezoldigingsverordening gemeente Tholen'

HOOFDSTUK 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    regeling

    de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Tholen;

  • b.

    ambtenaar

    de ambtenaar in de zin van artikel 1:1, lid 1 a, van de regeling;

  • c.

    schaal

    de schaal als bedoeld in artikel 3:1, lid 2 a, van de regeling, opgenomen in bijlage IIa (nieuwe salarisstructuur) van die regeling;

  • d.

    salaris

    het salaris, als bedoeld in artikel 3:1, lid 2 b, van de regeling,

  • e.

    bezoldiging

    de bezoldiging als bedoeld in artikel 3:1, lid 2 c, van de regeling;

  • f.

    uurloon

    het uurloon als bedoeld in artikel 1:1, lid 1 o van de regeling;

  • g.

    maximumsalaris

    het hoogste bedrag van een salarisschaal;

  • h.

    betrekking

    betrekking als bedoeld in artikel 1:1 lid 1 b, van de regeling:

  • i.

    volledige betrekking

    de volledige betrekking als bedoeld in artikel 1:1, lid 1 k, van de regeling;

  • j.

    regeling functiewaardering

    de Regeling organieke functiewaardering gemeente Tholen, in welke regeling tevens is geregeld de conversie van de waarderingsuitkomsten naar salarisschalen;

  • k.

    aanloopschaal

    een lagere salarisschaal dan de functieschaal waarin de ambtenaar tijdelijk wordt ingepast indien de functie nog niet volledig of voldoende wordt uitgeoefend;

  • l.

    functieschaal

    de voor de functie in het kader van de regeling organieke functiewaardering vastgestelde salarisschaal.

  • m.

    overwerk

    het overwerk als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, letter l, van de regeling.

HOOFDSTUK 2 Salaris

Artikel 2 Recht op salaris

  • 1. Het recht op salaris vangt aan met de dag waarop de aanstelling van de ambtenaar ingaat. Indien in het aanstellingsbesluit geen datum van ingang is vermeld, vangt het recht op salaris aan met ingang van de dag waarop de ambtenaar feitelijk in dienst is getreden.

  • 2. Het recht op salaris eindigt, in geval van ontslag, met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat.

  • 3. Geen recht op salaris bestaat in de regeling genoemde gevallen.

Artikel 3 Gebroken tijdvakken

Wanneer het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.

Artikel 4 Deeltijdbetrekking

Het salaris van de ambtenaar met een deeltijdbetrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een voltijdsbetrekking.

Artikel 5 Indeling in salarisschaal

  • 1. De ambtenaar wordt bezoldigd naar de op grond van functiewaardering voor zijn functie bepaalde schaal, tenzij naar het oordeel van het college zijn functioneren zich daar tegen verzet.

  • 2. Van het gestelde in de hoofdzin van het vorige lid zijn uitgezonderd de beiaardier en de in de bijlage genoemde functionarissen.

Artikel 6 Salarisbedragen

  • 1. De salarissen van de ambtenaren, wier salaris niet bij of krachtens de wet is geregeld en uitgezonderd de in artikel 5, lid 2, bedoelde functionarissen, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen zoals opgenomen in bijlage IIa van de Regeling.

  • 2. Indien in de salarissen van het gemeentepersoneel een wijziging wordt aangebracht welke een algemeen karakter draagt, wijzigen met ingang van dezelfde datum en in dezelfde mate de bedragen in de salarisschalen;

  • 3. De in lid 1 bedoelde wijziging geldt overeenkomstig voor de in artikel 5, lid 2, bedoelde functionarissen.

Artikel 7 Salaris bij eerste aanstelling

  • 1. Aanstelling vindt plaats in de bij de functie behorende aanloopschaal.

  • 2. In bijzondere gevallen kan het college besluiten tot aanstelling in de functieschaal of een bijzondere toelage toekennen.

Artikel 8 Salaris bij aanstelling/plaatsing in een functie met een hogere functieschaal

  • 1. Aanstelling in een functie met een hogere functieschaal vindt plaats in de bij de functie behorende aanloopschaal.

  • 2. Bij aanstelling bedoeld in lid 1 vindt horizontale inpassing in de nieuwe aanloopschaal plaats. Komt in de aanloopschaal geen zelfde salarisbedrag voor dan vindt inpassing naar het naasthogere bedrag plaats.

  • 3. Ingeval de functieschaal ten gevolge van een herwaardering van de functie in een hogere functieschaal wijzigt is lid 2 van dit artikel van overeenkomstige toepassing.

  • 4. Indien als gevolg van een herwaardering van de functie de functieschaal in een lagere functieschaal wijzigt, behoudt de ambtenaar zijn huidige schaal.

  • 5. Op grond van bijzondere omstandigheden kan van het bepaalde in de leden 1 en 2 worden afgeweken.

Artikel 9 Bevordering van aanloop-naar functieschaal

  • 1. Bevordering van de aanloop-naar de functieschaal vindt plaats als de ambtenaar:

    • a.

      voldoet aan de eisen, die aan de functie zijn verbonden;

    • b.

      de functie volledig vervult;

    • c.

      ten minste functioneert volgens de gestelde functie-eisen;

    • d.

      een bepaald aantal jaren in de aanloopschaal dienst heeft gedaan afhankelijk van indeling van de functie in de hoofdgroep zoals bedoeld is in de Regeling organieke functiebeschrijving -en waardering.

  • 2. Het in lid 1 sub d bedoelde aantal jaren bedraagt:

    • a.

      voor functies ingedeeld in de hoofdgroepen I en II: 1 jaar;

    • b.

      voor functies ingedeeld in hoofdgroep III: 2 jaar;

    • c.

      voor functies ingedeeld in hoofdgroep IV: 3 jaar;

    • d.

      voor functies ingedeeld in hoofdgroep V: 4 jaar.

  • 3. In geval van benoeming van de ambtenaar in of bevordering van de ambtenaar naar een hogere functieschaal, telt het aantal jaren doorgebracht in de aanloopschaal- dan wel functieschaal van de vorige functie mee voor de bevordering naar de functieschaal, indien de oude en nieuwe functie dezelfde hoofdgroep hebben.

  • 4. In bijzondere gevallen kan het college afwijken van de termijnen genoemd in lid 2.

Artikel 10 Salaris toekenning bij bevordering

  • 1. Wanneer de ambtenaar wordt bevorderd naar een salarisschaal met een hoger maximumsalaris, wordt:

    • a.

      Voor de ambtenaar, als bedoeld in artikel 3:1, lid 3 b van de regeling, het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het eersthogere bedrag in die schaal, waarmee gerealiseerd wordt dat het verschil tussen het nieuwe salaris en het oude salaris van de ambtenaar ten minste 75% bedraagt van het verschil tussen het bedrag dat de ambtenaar laatstelijk genoot en het naasthogere bedrag in die oude schaal, dan wel het naastlagere bedrag in die oude schaal, indien het salaris in de oude schaal reeds overeenkwam met het hoogste bedrag uit die schaal.

    • b.

      Voorzover nodig zal- in afwijking van het eerste lid onder a - de vooruitgang in salaris tengevolge van de indeling in de schaal met een hoger maximumsalaris nimmer minder bedragen dan het geval zou zijn bij verhoging ingevolge artikel 12 in de schaal waarin de ambtenaar wordt ingedeeld.

Artikel 11 Periodieke verhoging van het salaris

  • 1. Het salaris van de ambtenaar die voldoende functioneert, wordt binnen de voor hem geldende salarisschaal periodiek verhoogd tot het naasthogere bedrag.

  • 2. De periodieke verhogingen worden jaarlijks per 1 januari toegekend aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt.

  • 3. Een verhindering wegens ziekte, als bedoeld in hoofdstuk 7 van de Regeling, zal niet van invloed zijn op het tijdstip van toekenning van periodieke salarisverhogingen.

Artikel 12 Extra periodieke verhoging van het salaris

  • 1. Aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, kan een extra periodieke salarisverhoging tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximumsalaris worden toegekend op grond van zeer goede of uitstekende vervulling van de betrekking.

  • 2. Bij de toepassing van het vorige lid blijft het tijdstip waarop ingevolge artikel 11 een salarisverhoging wordt toegekend onverlet, tenzij anders wordt bepaald.

Artikel 13 Geen periodieke verhoging

  • 1. Indien een ambtenaar onvoldoende functioneert, kan worden bepaald dat voor hem de in artikel 11 bedoelde salarisverhoging achterwege wordt gelaten.

  • 2. Nadien kan worden bepaald dat de salarisverhoging, welke met toepassing van het eerste lid achterwege is gelaten, al dan niet met terugwerkende kracht alsnog wordt toegekend.

HOOFDSTUK 3 Instrumenten van flexibele beloning

Artikel 14 Gratificatie

Indien een ambtenaar een uitstekende individuele prestatie heeft geleverd, kan aan hem een gratificatie als bedoeld in artikel 15:1:28 van de Regeling worden toegekend mits hij niet reeds op een andere wijze hiervoor is c.q. wordt beloond.

Artikel 15 Groepsgratificatie

Aan een groep ambtenaren die een uitstekende collectieve prestatie hebben geleverd, kan een groeps- of individuele gratificatie worden toegekend.

Artikel 16 Persoonlijke toelage na bereiken maximum functionele schaal

  • 1. Aan de ambtenaar die het maximum van de voor hem vastgestelde functieschaal heeft bereikt kan na een jaar een persoonlijke toelage als bedoeld in artikel 3:7:8 van de regeling worden toegekend op 1 januari van het jaar volgend op dat waarin de 50-jarige leeftijd is bereikt en indien betrokkene gedurende meerdere jaren uitstekend heeft gefunctioneerd;

  • 2. De in het eerste lid bedoelde toelage bedraagt het eerste jaar 2 ½ % van zijn bruto-jaarsalaris en wordt jaarlijks met 2 ½ % verhoogd;

  • 3. De in het vorige lid bedoelde toelage zal nimmer meer bedragen dan 10 procent van het salaris van de betrokken ambtenaar, met dien verstande dat de som van dat salaris en die toelage het hoogste bedrag van de naasthogere salarisschaal niet overschrijdt.

  • 4. De in het eerste lid bedoelde toelage kan worden ingetrokken, indien het functioneren hiertoe aanleiding geeft tenzij het college van oordeel is dat er omstandigheden zijn om de toelage geheel of gedeeltelijk te handhaven.

  • 5. De toelage bedoeld in dit artikel vervalt in ieder geval geheel of gedeeltelijk bij het verkrijgen van een salaris in een hogere salarisschaal.

Artikel 17 Nadere regels instrumenten flexibele beloning

Het college kan voor de toepassing van de artikelen 14 tot en met 16 beleidsregels of nadere regelgeving vaststellen.

Artikel 18 Arbeidsmarkttoelage

  • 1. Aan de ambtenaar die een functie vervult waarvan wordt vastgesteld dat deze op een bepaald moment schaars is in de specifieke markt kan om redenen van werving of behoud een toelage worden toegekend.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde toelage wordt toegekend voor een tijdvak dat tevoren is vastgesteld, met inachtneming van een maximum van drie jaar.

  • 3. De hoogte van de toelage als bedoeld in het eerste lid bedraagt maximaal 10% van het voor de ambtenaar geldende salaris met dien verstande dat de som van dat salaris en die toelage het hoogste bedrag van de naasthogere salarisschaal niet overschrijdt.

  • 4. De toelage als bedoeld in het eerste lid eindigt op de ingevolge het tweede lid vastgestelde vervaldatum. Wanneer de arbeidsmarktsituatie waarop de toelage is gebaseerd nog steeds bestaat, kan opnieuw een toelage als bedoeld in het eerste lid aan de ambtenaar worden toegekend.

  • 5. Het college kan in een nadere regeling functies aanwijzen die in aanmerking komen voor een arbeidsmarkttoelage. Met de Ondernemingsraad moet overeenstemming zijn bereikt over de aanwijzing van de functies.

  • 6. De toelage bedoeld in dit artikel vervalt in ieder geval geheel of gedeeltelijk bij het verkrijgen van een salaris in een hogere salarisschaal.

  • 7. Indien er sprake is van een arbeidsmarkttoelage zal het college verslag uitbrengen aan de Ondernemingsraad.

Artikel 19 Geen afbouwregeling.

Bij het beëindigen van instrumenten van flexibele beloning als bedoeld in de artikelen 14 t/m 16 wordt geen afbouwregeling toegepast.

HOOFDSTUK 4 Overige toelagen en vergoedingen

Artikel 20 Waarnemingstoelage

  • 1. Een waarnemingstoelage wordt toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:1:2 van de regeling.

  • 2. De toelage bedoeld in dit artikel vervalt in ieder geval geheel of gedeeltelijk bij het verkrijgen van een salaris in een hogere salarisschaal.

  • 3. Bij definitieve plaatsing in een hogere functie die langer dan één jaar is waargenomen, vindt horizontale inpassing plaats in de hogere schaal vanuit de som van het salaris in de te verlaten schaal en de waarnemingstoelage.

Artikel 21 Overwerkvergoeding

  • 1. Aan de ambtenaar wordt ingeval van overwerk een overwerkvergoeding toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:2 en artikel 3:2:1 van de regeling.

  • 2. In verband met de arbeidstijdenwet dient de pauze na beëindiging van de "normale dagtaak" en de aanvang van het overwerk ten minste een half uur te bedragen.

  • 3. Bij collectief aangewezen brugdagen of vastgestelde ADV dagen wordt geen overwerk toegekend maar vindt een compensatie plaats van de gewerkte uren.

  • 4. Geen overwerk zoals bedoeld in lid 1 wordt toegekend aan afdelingshoofden en sectordirecteuren.

Artikel 22 Vergoeding reis- en verblijfkosten

Aan de ambtenaar die reist in het belang van de dienst wordt een vergoeding reis- en verblijfkosten toegekend conform een nader vast te stellen regeling.

Artikel 23 EHBO toelage

Aan de ambtenaar die in het bezit is van een geldig EHBO-diploma wordt maandelijks een toelage toegekend. De hoogte van deze toelage stemt overeen met het bedrag zoals die door Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de sector Rijk wordt vastgesteld.

Artikel 24 BHV toelage

Aan de ambtenaar die in het bezit is van een geldig certificaat bedrijfshulpverlening wordt volgens een nader vast te stellen regeling jaarlijks een toelage toegekend.

Artikel 25 Toelage onregelmatige dienst

  • 1. Aan de ambtenaar voor wie een salarisschaal geldt met een lager maximumsalaris dan dat van schaal 10 en voor wie de werktijden zijn vastgesteld conform in artikel 3:3 van de regeling, wordt een toelage toegekend op grond van artikel 3:3 van de regeling.

  • 2. De toelage als bedoeld in het eerste lid bedraagt per gewerkt uur een percentage van het voor de ambtenaar geldende salaris per uur en wel:

    • 1.

      20% voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 6 en 8 uur en tussen 18 en 22 uur;

    • 2.

      40% voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 0.00 en 6 uur en tussen 22 en 24 uur en zaterdag tussen 0.00 uur en 24.00 uur;

    • 3.

      65% op de zondagen en daarmee ingevolge artikel 4:2:1, lid 3 gelijk gestelde dagen met dien verstande dat genoemde percentages worden berekend over ten hoogste het salaris per uur, dat is afgeleid van het salaris behorende bij het maximum van schaal 6 van bijlage IIA.

  • 3. Voor de in het vorige lid onder a genoemde morgen- en avonduren wordt de toelage slechts toegekend, indien de arbeid is aangevangen voor 7 uur, respectievelijk is beëindigd na 19 uur.

  • 4. In bijzondere gevallen kan door het college een regeling worden getroffen welke het bepaalde in dit artikel aanvult of daarvan afwijkt.

Artikel 26 Inconveniëntentoelage

  • 1. Aan de ambtenaar die een in lid 2 van dit artikel bedoelde functie bekleedt, wordt voor het verrichten van zware onaangename of gevaarlijke arbeid een toelage toegekend.

  • 2. Het college wijst in een nadere regeling functies aan waarin arbeidsomstandigheden voorkomen die als zwaar, onaangenaam of gevaarlijk aangemerkt moeten worden.

  • 3. De in lid 2 genoemde regeling kunnen aanvullende bepalingen worden opgenomen welke het bepaalde in dit artikel aanvult of daarvan afwijkt.

Artikel 27 Toelage bereikbaarheid- en beschikbaarheidsdienst (Wachtdienst)

  • 1. Een ambtenaar die buiten de werktijden die voor hem gelden zoals bedoeld in artikel 15:1:10, lid 2 van de regeling, in opdracht van het bevoegd gezag zich nu en dan, regelmatig of voortdurend bereikbaar en beschikbaar moet houden om bij oproep arbeid te gaan verrichten, wordt, behoudens het gestelde in de leden 2, 3a en 3b, een toelage toegekend volgens een nader vast te stellen uitvoeringsregeling.

  • 2. De ambtenaren die buiten de voor hen geldende werktijd telefonisch bereikbaar dienen te zijn ontvangen een tegemoetkoming in de kosten verbonden aan de aansluiting van hun privé-woning op het telefoonnet evenals een bedrag voor door henzelf gekozen dienstgesprekken.

  • 3a. De ambtenaar die buiten de voor zijn betrekking vastgestelde werktijden gedurende het winterseizoen geconsigneerd is in verband met de gladheidbestrijding ontvangt hiervoor een vergoeding berekend naar 6 ½ % van 1/156 deel van het maximum van schaal 4 van bijlage IIa behorende bij deze verordening;

  • 3b. De ambtenaar die buiten de voor zijn betrekking vastgestelde werktijden gedurende het winterseizoen optreedt als wakercontroleur ten behoeve van de gladheidbestrijding ontvangt hiervoor een vergoeding overeenkomstig het bepaalde onder a. van dit lid, met dien verstande dat de uitkomst met 50% wordt verhoogd.

  • 4. In de in lid 1 genoemde regeling kunnen aanvullende bepalingen worden opgenomen welke het bepaalde in dit artikel aanvult of daarvan afwijkt.

Artikel 28 Afbouwtoelage

  • 1.

    Aan de ambtenaar wiens bezoldiging, als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage als bedoeld in de artikelen 24, 25 en 26 een blijvende verlaging ondergaat, wordt door het college een aflopende toelage toegekend, indien de ambtenaar de tijdelijke toelage - als bedoeld in artikelen 24, 25 en 26 - direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan, gedurende ten minste twee jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt aan de ambtenaar van 55 jaar of ouder wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage als bedoeld in artikelen 24,25 en 26 - een blijvende verlaging ondergaat, een blijvende toelage toegekend, indien de ambtenaar de toelage - als bedoeld in artikelen 24, 25 en 26- direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan gedurende ten minste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.

  • 3.

    De in het eerste lid bedoelde aflopende toelage gaat, wanneer de ambtenaar de leeftijd van 55 jaar heeft bereikt en hij onmiddellijk voor de aanvang van die toelage gedurende ten minste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking een toelage - als bedoeld in artikelen 24, 25 en 26- heeft genoten, over in een blijvende toelage als bedoeld in het vorige lid.

  • 4.

    Voor de toepassing van voorgaande leden wordt onder wezenlijke onderbreking verstaan een onderbreking van langer dan twee maanden.

Het college stelt voor de toepassing van dit artikel nadere regels vast.

Artikel 29 Bezoldiging beiaardier

De ambtenaar die de functie van beiaardier bekleedt wordt bezoldigd volgens de salarisschaal die is aangegeven in de richtlijnen van de Nederlandse Klokkenspelvereniging.

Artikel 30 Bezoldiging klokkenluiders

Degene die zorg draagt voor het luiden van de klokken bij begrafenissen, waarbij geen sprake is van een dienstverband, ontvangt daarvoor een vergoeding afhankelijk van het aantal keren klokluiden volgens onderstaande tabel.

Aantal keren luidenAantal uur vergoeding
1 keer luiden1 uur
2 keer luiden2 uur
3 keer luiden3 uur

De hoogte van de uurvergoeding is gelijk aan het uurloon dat behoort bij het maximum van schaal 4.

Artikel 31 Bezoldiging vlaggen

Degene die zorg draagt voor het vlaggen, waarbij geen sprake is van een dienstverband, ontvangt daarvoor een vergoeding per dag. Die dagvergoeding bedraagt 2 maal het uurloon dat behoort bij het maximum van schaal 4.

Artikel 32 Bijzondere vergoedingen en toelagen

  • 1. De ambtenaren werkzaam in de buitendienst die worden bezoldigd tot en met schaal 6 van de bijlage IIa behorende bij deze verordening, die in verband met hun werkzaamheden 's middags niet thuis kunnen gaan eten en niet van gemeentewege koffie verstrekt kunnen krijgen, ontvangen per dag een koffievergoeding van € 0,60.

  • 2. De ambtenaren werkzaam in de buitendienst die worden bezoldigd tot en met schaal 6 van bijlage IIa behorende bij deze verordening, ontvangen per jaar een kledingtoelage van 10% van schaal 4 van bijlage IIa.

HOOFDSTUK 5 Overige bepalingen

Artikel 33 Bezoldiging bij ziekte

  • 1. Een verhindering wegens ziekte als bedoeld in hoofdstuk 7 van de regeling is niet van invloed op het tijdstip van toekenning van de periodieke salarisverhoging.

  • 2. Ingeval van ziekte wordt de toelage bedoelde in de artikelen 24,25 en 26 uitbetaald over het gemiddelde over de twaalf maanden voorafgaande aan de eerste dag van ziekte.

Artikel 34 Onvoorziene gevallen

Voor gevallen waarin deze verordening niet of niet naar billijkheid voorziet, treft het college een bijzondere regeling.

Artikel 35 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2005 en kan worden aangehaald als de 'Bezoldigingsverordening gemeente Tholen'.

  • 2.

    De Bezoldigingsverordening 1996 vastgesteld op 4 december 1995 wordt met ingang van 1 januari 2005 ingetrokken.

Ondertekening

Sint-Maartensdijk, 4 april 2006

Burgemeester en wethouders van Tholen,

de secretaris de burgemeester

S.Nieuwkoop

W. Nuis

Bijlage I Lijst van nevenfuncties in de verschillende kernen per 1 januari 2005

Salarissen per jaar:

Conciërge-beheerder dorpshuis Oud-Vossemeer€ 1.000,00
Conciërge-beheerder dorpshuis Stavenisse€ 1.000,00
Beheerder verenigingsgebouw Poortvliet€ 1.090,00
Beheerder verenigingsgebouw Scherpenisse€   750,00
Schoonhouder/beheerder gedeelte van het pand Raadhuisstraat 1 te Oud-Vossemeer€   450,00