Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad houdende regels omtrent subsidie voor peuterspeelzaalwerk Subsidieregeling Peuterspeelzaalwerk

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

• a.

  ASVL: Algemene subsidieverordening gemeente Lelystad

• b.

  peuterspeelzaal: een geregistreerde peuterspeelzaal als bedoeld in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

• c.

  peuterplaatsen: Één peuterplaats = 2 dagdelen per week

• d.

  LRKP: Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen

Artikel 2. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten en voor zover het past binnen het gestelde in de Algemene subsidieverordening gemeente Lelystad.

Artikel 3. Activiteiten

Het exploiteren van een peuterspeelzaal in de gemeente Lelystad

Artikel 4. Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan de houder van een peuterspeelzaal in Lelystad:

• a.

  die is ingeschreven bij het LRKP;

• b.

  minimaal één groep van minimaal 4 kinderen omvat;

• c.

  geen winstoogmerk heeft;

• d.

  toegankelijk is voor alle peuters van 2 tot 4 jaar;

• e.

  voldoet aan de kwaliteit- en opleidingseisen zoals vermeld in de CAO Welzijn, de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

• f.

  een meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling heeft vastgesteld en geïmplementeerd; en

• g.

  voldoet aan Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen Lelystad 2010.

Artikel 5. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

• 1.

  Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van activiteiten als bedoeld in artikel 3.

• 2.

  Niet voor subsidie in aanmerking komen de kosten die al op andere wijze zijn gesubsidieerd.

Artikel 6. Hoogte van het subsidiebedrag

De hoogte van het subsidiebedrag bedraagt € 665,- maal het aantal bezette peuterplaatsen op de peildatum 1 september van het jaar waarin de subsidie wordt aangevraagd.

Artikel 7. Wijze van verdeling

• 1.

  Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschieden in volgorde van indiening bij het college, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

• 2.

  Bij de verdeling van de beschikbare middelen wordt vervolgens voorrang gegeven aan die aanvragen die in vergelijking met andere aanvragen van meer belang zijn voor het gemeentelijk beleid;

• 3.

  Alleen volledige subsidieaanvragen worden in behandeling genomen. Indien een onvolledige aanvraag is ingediend, wordt de aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een redelijke hersteltermijn geboden om de aanvraag te completeren. Wordt binnen de hersteltermijn het gevraagde niet aangeleverd, dan wordt de aanvraag niet in behandeling genomen;

• 4.

  Indien de aanvrager met toepassing van het tweede lid van dit artikel de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, is bepalend voor het tijdstip van ontvangst, het moment waarop de aanvraag compleet is.

• 3.

  Voor zover het bepaalde in de leden 1 en 2 leidt tot overschrijding van het plafond wordt voorrang gegeven aan één of meer aanvragers aan wie in het voorafgaande jaar voor dezelfde activiteitensubsidie is verleend en deze naar tevredenheid van het college heeft uitgevoerd;

• 4.

  Voor zover het bepaalde in lid 3 eveneens leidt tot overschrijding van het plafond wordt het beschikbare bedrag naar evenredigheid over de onder lid 3 bedoelde aanvragers verdeeld.

Artikel 8. Aanvullende weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 11 van de ASVL wordt een aanvraag tevens geweigerd indien de aanvrager geen meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling heeft vastgesteld en geïmplementeerd, waarin minimaal is opgenomen hoe stapsgewijs met de signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling wordt omgegaan.

Artikel 9. Hardheidsclausule

• 1.

  Het college kan, met uitzondering van de artikel 1 tot en met 4, (bepalingen van) deze subsidieregeling buiten toepassing laten, indien naar het oordeel van het college in bijzondere individuele gevallen de toepassing van een artikel uit deze verordening leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

• 2.

  Toepassing van het vorige lid wordt gemotiveerd in de subsidiebeschikking.

Artikel 10. Slotbepalingen

• 1.

  Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na haar bekendmaking en is van toepassing op alle subsidieaanvragen die betrekking hebben op 2017 en verder.

• 2.

  Deze subsidieregeling wordt aangehaald als:Subsidieregeling Peuterspeelzaalwerk.

   

Lelystad 12 juli 2016.

Het college van de gemeente Lelystad,

de secretaris, de burgemeester,